NEDERLANDS
34
5.
TECHNISCHE GEGEVENS
NKV
5.1 Elektrische gegevens
- Voeding:
3x 230-400V – 50Hz
3x 400V
∆
– 50Hz
3x 380-480V
∆
– 60Hz
3x 220-277V
∆
/ 380-480V –
60Hz
- Opgenomen vermogen:
zie plaatje elektrische
gegevens
- Beschermingsklasse:
IP55
- Isolatieklasse:
F
5.2 Bedrijfscondities
- Vermogen:
- Overwicht:
van 160 tot 1166 l/min.
bladz 126
- Vloeistoftemperatuur:
-15°C ÷ 120°C
- Max. omgevingstemperatuur:
40°C
- Opslagtemperatuur:
-20°C ÷
60°C
- Max. bedrijfsdruk:
25 bar (2500 kPa)
- Max. bedrijfsdruk NKV 32-45:
32 bar (3200 kPa)
- Relatieve luchtvochtigheid:
Max. 95%
- Constructie motoren:
Cei 2-3 / Cei 61-69
( EN 60335-2-41 )
- Gewicht:
zie plaatje op verpakking
6. HANTERING
Neem de geldende voorschriften voor
ongevallenpreventie in acht. Gevaar voor
beknelling. De pomp kan zwaar zijn, gebruik
geschikte hefmethoden en draag altijd
persoonlijke beschermingen.
Controleer het gewicht van het product voordat u het
verplaatst, om voor een geschikt hefwerktuig te zorgen.
6.1 Opslag
Alle pompen moeten overdekt worden opgeslagen, op
een droge plaats waar de luchtvochtigheid zo mogelijk
constant is, vrij van trillingen en stof.
De pompen worden afgeleverd in de oorspronkelijke
verpakking, waar ze in moeten blijven zitten tot op het
moment van installatie, als dit nie tzo is, de zuigopening
en perspeoning zorgvuldig afsluiten.
6.2 Verplaatsing KVC-KVCX / NKV 10-15-20
Vermijden de producten aan onnodig stoten en botsen te
onderwerpen. Om de eenheid op te tillen en te
transporteren hefmachines en de (indien voorzien)
standaard bijgeleverde pallet gebruiken. De nodige
touwen van plantaardige of synthetische vezels alleen
gebruiken, als het stuk gemakkelijk met stroppen op te
hijsen is, liefst door de standaard bijgeleverde
oogbouten te gebruiken. In geval van pompen met een
aanbouw kunnen de voor het optillen van een onderdeel
voorziene oogbouten niet gebruikt worden om de motor-
pomp-eenheid op te tillen.
6.3 Verplaatsing NKV 32-45-65-95
De motoren van de pompen die voorzien zijn
van een hijsoog mogen niet worden gebruikt
om de hele geassembleerde elektropomp aan
te verplaatsen (afb.1C).
Gebruik voor de verplaatsing van pompen met een
motor met een vermogen tot 4 kW riemen die om de
motor gewikkeld zijn zoals is weergegeven op afb. 1A.
Voor pompen met een vermogen van 5,5 kW of groter
dienen riemen te worden gebruikt die bevestigd worden
aan de twee flenzen in het verbindingsgebied tussen pomp
en motor, zoals is weergegeven op afb. 1B.
Tijdens de verplaatsing bestaat het risico
dat de pomp kantelt; verzeker dat de pomp
in stabiele positie blijft tijdens de
verplaatsing.
7. RICHTLIJNEN
7.1 Veiligheid
Gebruik van de pompen is alleen toegestaan indien het
elektrische systeem beschikt over de
veiligheidsinrichtingen die worden voorgeschreven door de
geldende richtlijnen in het land van installatie van het
product (voor Italië CEI 64/2).
7.2 Controle draaiing motoras
Alvorens de pomp te installeren dient u te controleren of
de bewegende delen vrij kunnen draaien.
Hiertoe verwijdert u de afdekking van de rotor uit zijn
behuizing op het achterdeksel van de motor en werkt u
met een schroevendraaier op de inkeping op de motoras
aan ventilatiezijde
.
Afb. 2
De rotor niet forceren met tangen of
andere gereedschappen in een poging de
pomp te deblokkeren, hierdoor kunt u de
rotor vervormen of beschadigen
.
Afb. 1
A
≤
4kW
B
≥
5kW
C
KVC
KVCX
NKV 32-45
NKV 65-95
NKV 10-15-20
Содержание KVC Series
Страница 126: ...121 NKV 10 15 20 Mechanical Seal Maintenance NKV 32 45 65 95 Mechanical Seal Maintenance x3 4kW 5 5kW ...
Страница 138: ......
Страница 139: ......