Codman UNI-SHUNT, Руководство пользователя

Страница: 21 / 47

Trek zachtjes aan de tip van de geleider om deze
door de geleidingsschacht te trekken tot het distale
uiteinde van de catheter er geheel doorgetrokken
is. De schacht ligt nu in de subcutane ruimte, de
catheter bevindt zich erin. Verwijder de leiderklem
van de catheter. Oefen lichte druk uit op de
catheter op de plaats van de incisie in het hoofd en
trek de geleidingsschacht voorzichtig distaal terug.
De catheter ligt nu in de subcutane ruimte.
Zet de shunt-passer weer in elkaar. Tunnelen
geschiedt nu van de incisie in het abdomen
omhoog naar de tussenincisie. Dit verloopt op
dezelfde manier als de passage vanaf de incisie
in het hoofd. Als de tunneling voltooid is, trek
dan 3–4 cm van de tip van de geleider en de
geleidingsschacht eruit.
Draai de geleider in de geleidingsschacht om,
zodat het distale uiteinde van de catheter door
de geleidingsschacht geleid kan worden bij de
tussenincisie en distaal kan worden teruggetrokken
door de incisie in het abdomen.
Oefen lichte druk uit op de catheter en trek de
geleidingsschacht voorzichtig distaal terug door
de incisie in het abdomen.
Positionering van het ventrikel-uiteinde
van de catheter
Het periost, de schedel en de dura worden
geopend met een techniek waarmee de chirurg
ervaring heeft op het gebied van hydrocephalus
shunting en plaatsing van ventrikelcatheters.
Het ventrikel-uiteinde van de catheter kan nu in het
verwijde ventrikel worden ingebracht via de durale
opening en de samengedrukte hersenmantel.
1. Breng de tip van de stilet in in het aangegeven
gat aan het ventrikel-uiteinde van de catheter.
Een tantalium markering is aangebracht naast
het ventrikelgat waardoor de tip van de stilet is
ingebracht.
2. Oefen lichte druk uit op de catheter en zowel
de schuifclip als het grendelmechanisme om het
ventrikeluiteinde met de introducer uit te lijnen. (Zie
Figuur 9.) De schuifclip en het grendelmechanisme
bieden verschillende mogelijkheden voor instelling
van de catheterfixatie zoals deze wordt opgelegd
door de hoeveelheid catheter die in de ventrikel
moet worden ingebracht. De tip van de stilet sluit
aan bij de vorm van de catheter, wat plaatsing in
de hersenen gemakkelijker maakt.
3. De introducer en het ventrikel-uiteinde van
de shunt worden dan in het verwijde ventrikel
ingebracht door de durale opening en de
samengedrukte hersenmantel.
4. De stilet wordt voorzichtig uit de
introducercanule getrokken. Dan kan de proximale
tip van de ventrikelcatheter van de stilet worden
losgemaakt. Liquor moet uit de introducercanule
gedraineerd worden, waarbij moet worden
gecontroleerd of de catheter op de juiste wijze in de
ventrikel is geplaatst.
5. Maak de catheter los van de schuifclip en
het grendelmechanisme.
6. De introducer wordt teruggetrokken terwijl de
assistent de catheter in een cushing forceps met
shod tips vasthoudt om te voorkomen dat de shunt
beschadigd wordt.
De radiopake markeringen van 1 cm aan de
zijkanten van het ventrikel-uiteinde van de
catheter helpen de chirurg om radiografisch
precies te bepalen hoe ver de shuntbuis in het
ventrikelsysteem is ingebracht. Zodra de liquor
vrij naar het distale uiteinde van de UNI-SHUNT
met reservoir stroomt, kan de catheter precies
op de juiste plaats in de hersenen gepositioneerd
worden door de positie van het reservoir op de
schedel aan te passen.
Plaatsing van de verankeringsclip aan het
ventrikel-uiteinde
De ventrikelcatheter wordt voorzichtig gestrekt
en in de plastic verankeringsclip geplaatst;
zie Figuur 10. Als de catheter op zijn plaats
zit, kunnen hechtingen over de clip worden
aangebracht om de clip nog steviger te plaatsen.
WAARSCHUWING: Gebruik geen draad voor
het hechten over de catheter, want draad kan de
silicoon catheter beschadigen.
Gebruik van de verankeringsclip op het cranium
wordt sterk aanbevolen, om de positie van de
catheter in de hersenventrikel te handhaven.
Alternatieve methode voor plaatsing
van het ventrikel-uiteinde met
de verankeringsclip
De verankeringsclip kan op het ventrikel-uiteinde
van de catheter geplaatst worden voordat de
catheter in de ventrikel geplaatst wordt.
21