16
De modus Stroomonderbreker/zekering past automatisch de gevoeligheid van de AT-6000-
RE aan. Hierdoor zal de AT-6000-RE de locatie van slechts één correcte stroomonderbreker/
zekering vaststellen en aanduiden. Deze verbetering helpt bij het verwijderen van de
analyse van de signaalsterkte van het identificatieproces dat standaard is voor minder
geavanceerde kabelzoekers.
3.2 Stroomonderbrekers en zekeringen identificeren (spanningvoerend en
spanningsloos)
Opmerking: Voor het zoeken van de stroomonderbreker/zekering, kan een vereenvoudigde
directe verbinding met de lijn-/fase en neutrale draden worden gebruikt omdat deze
draden worden gescheiden op het stroomonderbrekers-/zekeringspaneel. Er is geen risico
op signaalonderdrukkingseffect als de dragen minstens enkele centimeters van elkaar
liggen in het gebied waar de stroomonderbreker/zekering zich bevindt. De afzonderlijke
aardaansluiting zoals weergegeven in de modi voor het zoeken van draden, moet
specifiek voor superieure resultaten worden gebruikt als, naast de identificatie van de
stroomonderbreker, ook draden moeten worden gezocht.
De vereenvoudigde directe verbinding met lijn/fase en de neutrale draad zal de RCD-
bescherming NIET doen uitvallen.
Afbeelding 3.2a
Testsnoeren zender aansluiten:
1. Gebruik rode en groene testsnoeren met sondepunten of alligatorklemmen.
2. Sluit de testsnoeren aan op de zender. Polariteit is niet belangrijk.
3. Sluit de rode en groene testsnoeren aan op de lijn- en neutrale draden van hetzelfde
stopcontact of dezelfde draad (zie afbeelding 3.2a).
4. Controleer bij het zoeken van spanningvoerende
(
snoeren
→
stroomonderbreker/
zekering)
of de waarschuwingsindicator voor spanning AAN is. Anders is de aansluiting
die u hebt uitgevoerd verkeerd of is het circuit spanningsloos. Voer in dat geval de
aansluiting opnieuw uit op de juiste manier.
Instelling van de AT-6000-TE-zender:
1. Druk op de ON/OFF-toets om de zender in te schakelen.
2. Controleer of de testsnoeren correct zijn aangesloten: het rode LED-lampje van de
spanningsstatus moet aan zijn voor circuits (met spanning van meer dan 30V AC/DC) en
moet uit zijn voor spanningsloze circuits.
3. Selecteer de HOGE signaalmodus voor het zoeken van de stroomonderbreker/zekering.
3. HOOFDTOEPASSINGEN – STROOMONDERBREKERS/ZEKERINGEN
ZOEKEN