NL 19
NL
Smeerschema
Om te garanderen dat de bewegende delen licht blijven lopen,
adviseren wij na 10 bedrijfsuren de volgende plaatsen bij te
smeren.
Vooras:
Wielnaafas rechts en links
(smeernippels):
- met multifunctioneel vet
Lagering van de vooras in het frame:
- met sproeiolie;
Besturing:
Tandwielgedeelte en stuurtandwieltje bij de
stuuraandrijving
- met multifunctioneel vet;
Voor- / achterwielen:
Rollager resp. naaf
- met multifunctioneel vet
De voor- en achterwielen moeten voor het smeren
van de assen worden gedemonteerd (zie wielvervanging).
Draaiende punten en lagerpunten:
Smering
van alle bewegende draaiende punten en
lagerpunten
maar ook van de
kabels
:
- met sproeiolie;
Olieverversing
Zie handleiding van de fabrikant van de motor.
De olieverversing kan ook plaatshebben door via het aansluitpunt voor
de olievulling de olie af te zuigen (een bijpassend apparaat is te
verkrijgen via de vakhandelaar).
Attentie !
Afwerkte olie volgens de wettelijke bepalingen afvoeren.
Afgewerkte olie niet in de riolering of in de grond laten komen.
Vervuiling van het grondwater wordt streng bestraft. Depots voor
afgewerkte olie zijn alle tankstations of worden u door de
gemeentelijke overheid meegedeeld.
Luchtfilter en bougie
Zie handleiding van de fabrikant van de motor.
Schakeloverbrenging / hydrostatische
overbrenging
De overbrenging heeft geen onderhoud nodig omdat deze levenslang af
fabriek met olie is gevuld.
Om vuil en grasresten te verwijderen een lap, handveger, penseel met
lange steel, ...gebruiken.
Bandenspanning controleren
De bandenspanning met regelmatige tussenpozen controleren.
De exacte luchtdruk op de banden aflezen.
1 PSI = 0,07 bar
Met een in de handel gebruikelijke voetpomp kan de bandenspanning
zonder problemen worden gecontroleerd.
Vervanging van het wiel
Het vervangen van een wiel mag alleen maar worden
uitgevoerd op een egale en vaste ondergrond.
1.
Gazontractor met blokkeerrem vastzetten en met er
onder te leggen wiggen beveiligen tegen wegrollen.
2. Aan de kant van het te verwisselen wiel de gazon-
tractor optillen en een geschikte steun (b.v. vierkant
gezaagdhout) onder een dragend element van het
rijonderstel zetten.
3. Beveiligingsschijf met schroevendraaier eraf duwen en
afstandsschijf eraf halen.
4.
Wiel van de as aftreken.
Attentie !
De inlegspie bij het aftrekken van de achterwielen niet
verliezen!
Vet de assen in met in de handel gebruikelijk
multifunctioneel vet bij de hernieuwde montage.
STARTACCU
In het leveringsprogramma van de gazontractor is geen oplaadapparaat
voor de startaccu opgenomen.
Nauwkeurige accuaanduiding: zie accubehuizing.
De startaccu zit onder de motorkap.
In principe is de startaccu af fabriek opgeladen.
Verdere opladingen zijn nodig:
a)
Vóór opslag voor de winterstop.
b)
Als het apparaat langere tijd stilstaat (langer dan drie maanden).
Attentie !
Wij adviseren deze onderhoudsvrije en gasdichte startaccu op te
laden met een speciaal daarvoor geschikt oplaadapparaat (te
kopen via de vakhandel).
Attentie !
De oplaadstroom van het oplaadapparaat mag niet hoger zijn dan
5A en de laadspanning mag max. 14,4 V zijn. Bij een hogere
oplaadspanning bestaat het gevaar dat de accu explodeert!!!
44
Содержание 110918
Страница 3: ...3...
Страница 4: ...4...
Страница 5: ...5...
Страница 6: ...2 3 4 1 28 30 29 25 26 27 6 x 18 6 x 12 3 1 2 31 32 6...
Страница 7: ...2 1 3 1 1 2 0 34 36 38 33 35 37 I 0 2 1 39 ON OFF 1 1 2 40 7...
Страница 8: ...1 2 3 41 2 1 1 42 44 43 45 46 47 48 8 mm 8...