NL 16
NL
Het rijden met de gazontractor
•
Trap het rechter voetpedaal (koppeling/rem) volledig in
- eventueel met vergrendelhendel vastzetten.
- Het maaimes mag niet zijn ingeschakeld!
•
Motor starten.
•
Als de motor loopt, de bijpassende voor- of achteruitversnelling
gebruiken. Bij de hydrostatische overbrenging de bijpassende
stand in de transmissie vooruit of achteruit slecteren. Als de
gazontractor voor de eerste maal wordt gebruikt is het aan te
bevelen aleen de 1e versnelling te gebruiken of de hydrostatische
transmissie op MIN te zetten.
•
Om te beginnen met rijden het koppelings-/rempedaal langzaam
omhoog komentappen.
Attentie !
De transmissie met 5 versnellingen niet tijdens het rijden
schakelen!
Bij het omzetten naar een andere versnelling moet de gazontractor
stilstaan.
Het remmen
•
Om te remmen het rechter voetpedaal
geheel indrukken.
Het inschakelen van het maaimes
•
Het maaimes alleen maar inschakelen als de motor loopt.
•
Gashendel in stand
zetten.
•
Maaimesschakelaar in stand
"I"
zetten.
•
Gewenste maaihoogte instellen.
Attentie !
Voor het bijzetten van het maaimes de motor ca. 1 minuut laten
warmlopen!
Bij het inschakelen van het maaimes mag de gazonmaaier niet in
hoog gras staan. Het maaidek op de hoogste maaihoogte instellen.
Het uitschakelen van het maaimes
•
Maaimesschakelaar in stand
"0"
zetten.
•
Het maaimes kan zowel bij stilstand maar ook tijdens het rijden
worden uitgeschakeld.
Attentie !
Een draaiend / uitlopend maaimes kan handen en voeten
stuksnijden. Houdt daarom handen en voeten uit de buurt van de
maaigereedschappen.
Afstellen van de maaihoogte
Met de instelhendel
, rechts naast de chauffeursstoel,
wordt het maaidek opgetild resp. neergelaten.
Er zijn 6 hoogteafstellingen mogelijk, tussen 30 en 90 mm
maaihoogte.
De instelhendel in de dan gewenste hoogteafstelling laten
inklikken.
Het omzetten van de maaihoogte kan zowel tijdens stilstand
als tijdens het rijden worden uitgevoerd.
Attentie !
Hoogste maaihoogte instellen:
•
Vóór inschakeling van het maaimes
•
Tijdens het rijden zonder te maaien
Het rijden zonder rijaandrijving
(duwen)
Attentie !
Alleen maar bij uitgeschakelde motor en met stilstaand maaimes!
a). Bij transmissie met 5 versnellingen:
1. Schakelhendel in stand 0 zetten.
2. Rem loszetten.
b) Bij hydrostatische aandrijving:
1. De grasopvangbak wegnemen resp. Omhoog
klappen.
2. Bypasshendel uittrekken
en naar beneden
inkliken.
3. Rem loszetten.
De gazontractor kan nu zonder problemen worden geduwd.
Het rijden en het maaien
Om een mooi maairesultaat te verkrijgen moet de rijsnelheid
aangepast worden aan de gazonomstandigheden.
a) Hendelstand bij hydrostatische aandrijving:
- hoog/dicht gras en vochtig gras: 0 - ¼
- normaal gras, wekelijks maaien: 1/2 - 2/3
De hendelstanden 2/3 - 1/1 zijn bedoeld om te rijden zonder
te maaien.
b) Hendelstand bij transmissie met 5 versnellingen:
- hoog/dicht gras en vochtig gras: 1e versnelling
- normaal gras, wekelijks maaien: 2e - 3e versnelling
De 4e en 5e versnelling zijn bedoeld om te rijden zonder te
maaien.
Normaal gesproken bedraagt de maaihoogte 4 - 5 cm. Dit komt overeen
met de 2e/3e inkeping in de hoogteafstelling. Bij vochtig en nat gras met
een hogere maaihoogte maaien.
Bij zeer hoog gras is het zinvol in twee keer te maaien. Bij de eerste
maaibeurt de max. maaihoogte afstellen, bij de tweede vervolgens de
gewenste hoogte instellen.
39
40
37
38
Содержание 110918
Страница 3: ...3...
Страница 4: ...4...
Страница 5: ...5...
Страница 6: ...2 3 4 1 28 30 29 25 26 27 6 x 18 6 x 12 3 1 2 31 32 6...
Страница 7: ...2 1 3 1 1 2 0 34 36 38 33 35 37 I 0 2 1 39 ON OFF 1 1 2 40 7...
Страница 8: ...1 2 3 41 2 1 1 42 44 43 45 46 47 48 8 mm 8...