Peristaltische slangen geleiden niet en het gebruik daarvan dient
derhalve te worden beperkt tot de lengte naast de pompkop. Overal in
het systeem moeten geaarde, geleidende pijpleidingen worden
gebruikt.
8.3
Pomp installatie
Voor een correct gemonteerde installatie gelieve er voor te zorgen dat de volgende richtlijnen in acht
worden genomen:
l
Bouw de pomp
niet
in een krappe ruimte zonder voldoende luchtstroming rondom de pomp.
l
Houdt
zuig- en persslangen zo kort en direct mogelijk en volg de meest directe route. Gebruik
bochten met een grote radius: ten minste vier keer de slangdiameter. Zorg ervoor dat de
aansluitleidingen en koppelingen sterk genoeg zijn om de voorspelde leidingdruk te kunnen
weerstaan. Vermijd slangverloopstukken en slangen met een kleinere binnendiameter dan de slang
in het pompkopgedeelte; dit geldt met name voor leidingen aan de aanzuigzijde. Geen van de
kleppen in de leiding (meestal niet nodig) mogen de doorstroming belemmeren. Kleppen in de
doorstroomleiding moeten open staan wanneer de pomp in bedrijf is.
l
Gebruik
aanzuig- en persleidingen met een binnendiameter die gelijk is aan of groter dan de
diameter van de slang in de pompkop. Gebruik bij het verpompen van viskeuze vloeistoffen
leidingstukken met een binnendiameter die diverse maten groter is dan die van de pompslang.
l
Zorg
ervoor dat de toevoer- en afvoerleidingen van de systeemvloeistof geschikt zijn voor de
gevaarlijke omgeving waarin de pomp werkt en geen elektrostatische lading kunnen verzamelen.
l
Plaats
de pomp, indien mogelijk, op of net onder het peil van de vloeistof die moet worden
verpompt. Dit garandeert optimale toestroom en maximale pompefficiëntie.
l
Houdt
het vaste gedeelte van de pompkop en alle bewegende delen schoon en vrij van
verontreiniging en vuil.
l
Gebruik
een lage snelheid bij het verpompen van viskeuze vloeistoffen. Voordruk zal de
pompprestatie altijd verbeteren, vooral bij viskeuze materialen.
l
Beperk
de peristaltische slang tot de lengte naast de pompkop, omdat de peristaltische slang
isolerend is. Er zijn elektrostatische testen gebruikt om te bepalen welke Watson-Marlow-slangen
geschikt zijn
voor gebruik in
gevaarlijke omgevingen.
Zie section
gebruiksomstandigheden voor een veilig bedrijf - Slangmaterialen geschikt voor gebruik met deze
apparatuur" på side23 voor meer informatie. Overal in het systeem moeten geaarde, geleidende
pijpleidingen worden gebruikt.
l
Bij het gebruik van een Marprene of Bioprene
pompslang (continu), moet de slang worden
nagespannen na de eerste 30 minuten dat de pomp in bedrijf is geweest.
l
Neem, indien u niet zeker bent van een installatie, contact op met de plaatselijke Watson-Marlow
vertegenwoordiging voor verdere assistentie.
l
Slang keuze:
De chemische compatibiliteit lijst zoals gepubliceerd in Watson-Marlow uitgaven zijn
richtlijnen. Als u twijfelt over de compatibiliteit van een pompslangmateriaal en de te verpompen
vloeistof, vraag dan een Watson-Marlow-slangmonsterkaart aan voor een dompeltest.
PB0346:m-501atex-nl-03
18
N
L
N
L
N
L
N
L
N
L
N
L
N
L
N
L
N
L
N
L
N
L
N
L
N
L
N
L
N
L
N
L
N
L
Summary of Contents for 053.0001.A00
Page 1: ...Watson Marlow 501RLA ATEX Pumphead User Manual m 501atex 03 PB0346 3 ...
Page 5: ...Blank Page ...
Page 45: ...Blank Page ...
Page 87: ...Blank Page ...
Page 125: ...Blank Page ...
Page 129: ...Blank Page ...
Page 171: ...Blank Page ...
Page 209: ...Blank Page ...
Page 213: ...Blank Page ...
Page 255: ...Blank Page ...
Page 297: ...Blank Page ...
Page 335: ...Blank Page ...
Page 361: ...29 PB0346 m 501atex ko 03 l 가드를 해제하십시오 l 위 순서의 역순으로 펌프헤드에서 튜빙을 분리합니다 ...
Page 371: ...39 PB0346 m 501atex ko 03 Blank Page ...
Page 375: ...Blank Page ...
Page 413: ...Blank Page ...
Page 449: ...39 PB0346 m 501atex da 03 Blank Page ...
Page 453: ...Blank Page ...
Page 497: ...Blank Page ...
Page 533: ...39 PB0346 m 501atex sv 03 Blank Page ...
Page 537: ...Blank Page ...
Page 575: ...Blank Page ...