Thermo King Ce-Series, Operator'S Manual

Page: 105 / 274

105
GEBRUIKSAANWIJZING
Opmerking: Iedere urenteller wordt in uren
weergegeven als de getelde waarde <1000 is.
Als de waarde >= 1000 is, wordt het aantal uren op
een andere manier weergegeven tussen uren en
duizendsten, in 'toh' of 'coh' mappen.
Als de getelde waarde bijvoorbeeld 12.055 bedraagt,
wordt '055' op een andere manier weergegeven met
'12', waar de drie cijfers altijd het aantal 'uren'
aangeven, en de twee cijfers altijd 'duizendsten uren'
weergeven.
CONTROLE NA STARTEN
Thermostaat. Stel de thermostaat omhoog of lager af
dan de temperatuur in de laadruimte om de werking
van de thermostaat te controleren (zie Bedrijfsmodi).
Voorkoeling. Stel de thermostaat op de gewenste
temperatuur in en schakel de unit een half uur tot een
uur in (of langer indien mogelijk) voordat de
vrachtwagen wordt ingeladen. Voorkoelen voorkomt
restwarmte en geldt als een goede test voor het
koelsysteem.
Ontdooien.
Als de unit de vrachtwagen heeft
voorgekoeld, moet de temperatuur van de verdamper
lager zijn dan 2ºC (35,6ºF) - start een ontdooicyclus
met de handbediende ontdooischakelaar.
De ontdooicyclus zou automatisch moeten stoppen.
LAADPROCEDURE
1. Om ijsvorming in de verdamperbuizen en een
warmtetoename in de laadruimte te minimaliseren,
zorgt u ervoor dat de unit is UITGESCHAKELD
voordat de deuren worden geopend. (De unit kan
ingeschakeld blijven als de vrachtwagen in een
magazijn wordt geladen met de deuren gesloten.)
2. Controleer en noteer de temperatuur van de vracht
als de vrachtwagen wordt geladen. Maak een notitie
van producten met een verkeerde temperatuur.
3. Laad de vrachtwagen op een dusdanige manier dat
er voldoende ruimte is voor de lucht om door de
vracht te circuleren. De toevoer of afvoer van de
verdamper NIET blokkeren.
4. Producten moeten voorgekoeld worden voordat ze
worden ingeladen. Thermo King units zijn
ontworpen om de vracht op de temperatuur te
houden die het tijdens het inladen heeft.
Koeltransportunits zijn niet ontworpen om de
temperatuur van de vracht te verlagen.
PROCEDURE NA KOELEN
1. Zorg ervoor dat alle deuren dicht en
vergrendeld zijn.
2. Stel de thermostaat op de gewenste
temperatuur in.
3. Start de unit.
4. Ontdooi de unit een half uur na het laden van de
vrachtwagen door de handbediende
ontdooiknop in te drukken. Als de
buizentemperatuur lager is dan 2ºC (35,6ºF),
gaat de unit ontdooien. De ontdooicyclus zou
automatisch moeten stoppen.
WEKELIJKSE CONTROLE
VOORAFGAAND AAN EEN RIT
1. Riem visueel inspecteren.
2. Luisteren of u ongebruikelijke geluiden,
trillingen, enz. hoort.
3. Unit visueel inspecteren op vloeistoflekkage
(koelvloeistof, olie, koudemiddel).
4. Unit visueel inspecteren op losse, beschadigde
of defecte onderdelen (waaronder
luchtleidingen en schotten indien van
toepassing).
5. In het geval van overmatig veel vuil of
verstopping de unit reinigen, inclusief
condensor- en verdamperbuizen.
WEKELIJKSE CONTROLE NA
EEN RIT
1. Reinig de buitenkant van de unit. Gebruik een
vochtige doek en neutrale
schoonmaakmiddelen. Gebruik geen
hardnekkige reinigingsproducten of
oplosmiddelen.
PAS OP!
Gebruik geen water onder druk.
2. Controleer op lekkage.
3. Controleer of er onderdelen los zitten of
ontbreken.
4. Controleer de unit op fysieke schade.