33
Figuur 5
A)
Sluit de rechterkabel voor de
polsslagmeting aan (24R + 25R) en de
linkerkabel (24L + 25L) en breng het U
- stuur (10), let er daarbij op dat de
snoeren niet klem raken. Schroef het
stuur met de schroeven (23) vast,
gebruik daarvoor de stersleutel.
B)
Sluit het bovenste stuk van het
snoer van de monitor (27) en het
centrale deel (28) op elkaar aan.
Sluit het bovenste stuk van het snoer
van polsslag (26) en het centrale deel
(25) op elkaar aan. Breng het
uitstekende gedeelte binnen in de
stuurstang aan, schuif de monitor (11)
in het paneel van de stuurstang (7) en
schroef het vast.
Figuur 6
A)
Schuif de bovenste linkerstang (12)
in de centrale linkerstang (8), schroef
vast met vier vlakke tussenringen (22)
en achthoekige schroeven (21).
B)
Schuif de bovenste rechterstang
(13) in de centrale rechterstang (9),
schroef
vast
met
vier
vlakke
tussenringen (22) en achthoekige
schroeven (21).
C)
Maak de schroeven (B) (23) in de
stuurstang los (7) en plaats de
flessendrager met behulp van de
eerder losgemaakte schroeven.
Figuur 7
NIVELLEREN.
Als het toestel op zijn definitieve plaats
van gebruik staat, controleer dan of het
goed op de grond staat. Dat kunt u
bekomen door de doppen (33) aan de
achterste
stabiliseerbuis
(3)
te
verdraaien, zoals op fi g. 7 te zien valt.
Figuur 8
VERPLAATSEN.
Om het toestel gemakkelijk te kunnen
verplaatsen zijn er vooraan wielen (32)
aangebracht, zoals fi g. 8 toont.
Als u twijfels hebt over enig onderdeel
van dit toestel, aarzel dan niet contact
op te nemen met de technische
bijstandsdienst door dienstverlening te
bellen (zie laatste pagina van de
handleiding).
FABRIKANT BEHOUDT ZICHT HET
RECHT
VOOR
OM
DE
SPECIFICATIES
VAN
ZIJN
PRODUCTEN
ZONDER
VOORAFGAANDE KENNISGEVING
TE WIJZIGEN.