31
NL
Bedieningshandelingen zoals het
overslaan van een album, het overslaan
van items (Overspring-stand), en naar een
track zoeken op naam (Quick-BrowZer)
uitvoeren is niet mogelijk.
Deze bedieningshandelingen uitvoeren is
niet mogelijk wanneer een USB-toestel in
Android-stand of een iPod is aangesloten.
– Stel [USB MODE] in op [MSC/MTP]
– Verwijder de iPod.
De USB-stand van het toestel is niet
ingesteld op de juiste stand.
– Denk eraan dat de USB-stand van het
toestel moet zijn ingesteld op de MSC/
MTP-stand.
Het geluid kan niet worden uitgestuurd
tijdens weergave in de Android-stand.
Zolang het apparaat in de Android-stand
staat wordt het geluid alleen uitgestuurd
via de Android-smartphone.
– Controleer de status van de toepassing
voor de audioweergave op de Android-
smartphone.
– Weergave zal afhankelijk van de
Android-smartphone misschien niet
goed werken.
NFC-functie
One touch-verbinding (NFC) is niet
mogelijk.
Als de smartphone niet op het aanraken
reageert.
– Controleer of de NFC-functie van de
smartphone ingeschakeld is.
– Breng het gedeelte met de N-merkteken
op de smartphone dichter bij het
gedeelte met de N-merkteken op dit
apparaat.
– Verwijder het hoesje van de
smartphone, als dit aanwezig is.
De NFC-ontvangstgevoeligheid hangt van
het toestel af.
Als One touch-verbinding met de
smartphone verschillende keren mislukt,
maak dan handmatig een BLUETOOTH-
verbinding.
BLUETOOTH-functie
Het toestel dat u wilt verbinden, kan dit
apparaat niet detecteren.
Zet dit apparaat in de stand-bystand voor
koppeling voordat u tot het koppelen
overgaat.
Als dit apparaat verbonden is met twee
BLUETOOTH-toestellen, kan het niet
gedetecteerd worden vanaf een ander
toestel.
– Verbreek een van beide verbindingen en
zoek naar dit apparaat vanaf een ander
toestel.
Schakel de BLUETOOTH-signaaluitvoer in
bij het koppelen van toestellen (pagina 9).
Verbinden is niet mogelijk.
De verbinding wordt via één zijde
aangestuurd (dit apparaat of het
BLUETOOTH-toestel), niet via beide zijden.
– Maak vanaf een BLUETOOTH-toestel
verbinding met dit apparaat of vice
versa.
De naam van het gedetecteerde toestel
wordt niet weergegeven.
Afhankelijk van de status van het andere
toestel zal het misschien niet mogelijk zijn
de naam op te vragen.
Geen beltoon.
Regel het volume door aan de regelknop
te draaien terwijl u een oproep ontvangt.
Afhankelijk van het toestel dat de
verbinding tot stand brengt, wordt de
beltoon misschien niet goed verzonden.
– Stel [RINGTONE] in op [1] (pagina 23).
De voorluidsprekers zijn niet aangesloten
op het apparaat.
– Sluit de voorluidsprekers aan op het
apparaat. De beltoon is alleen hoorbaar
via de voorluidsprekers.
De stem van de persoon die spreekt, is
niet hoorbaar.
De voorluidsprekers zijn niet aangesloten
op het apparaat.
– Sluit de voorluidsprekers aan op het
apparaat. Het stemgeluid van de
persoon die spreekt, wordt alleen
uitgevoerd via de voorluidsprekers.