10
NL
2
Sluit een iPhone/iPod aan op de USB-
poort.
Zorg ervoor dat
oplicht op het display
van het apparaat.
Opmerkingen
• BLUETOOTH automatisch koppelen is niet
mogelijk als het apparaat al verbonden is met
twee BLUETOOTH-toestellen. Koppel in dit geval
een van beide toestellen los en maak opnieuw
verbinding met de iPhone/iPod.
• Raadpleeg "Een BLUETOOTH-toestel
voorbereiden" (pagina 7) als BLUETOOTH
automatisch koppelen niet lukt.
Een USB-apparaat
aansluiten
1
Verlaag het volume op het apparaat.
2
Sluit het USB-apparaat aan op het
apparaat.
Gebruik de USB-verbindingskabel voor
iPod (niet bijgeleverd) om een iPod/
iPhone te verbinden.
Een ander draagbaar
audiotoestel aansluiten
1
Schakel het draagbare audiotoestel
uit.
2
Verlaag het volume op het apparaat.
3
Sluit het draagbare audiotoestel met
behulp van een verbindingskabel
(niet bijgeleverd)
*
aan op de AUX-
ingang (stereominiaansluiting) op het
apparaat.
* Gebruik een rechte stekker.
4
Selecteer [AUX] door op SRC te
drukken.
Het volumeniveau van het aangesloten
toestel afstemmen op andere bronnen
Start het afspelen op het draagbare
audiotoestel bij een gemiddeld volume en
stel uw gebruikelijke luistervolume in op het
apparaat.
Druk op MENU en selecteer [SOUND]
[SET
AUX VOL] (pagina 22).