22
NL
Geluidsinstellingen
(SOUND)
Dit installatiemenu is niet beschikbaar
wanneer de bron is uitgeschakeld en de klok
wordt weergegeven.
EQ10 PRESET
Selecteert een equalizercurve uit 10
equalizercurves of schakelt de functie uit:
[OFF], [R&B], [ROCK], [POP], [HIP-HOP],
[ELECTRONICA], [JAZZ], [SOUL],
[COUNTRY], [KARAOKE]*, [CUSTOM].
Voor iedere bron kan de instelling van de
equalizercurve in het geheugen worden
opgeslagen.
* [KARAOKE] beperkt het vocale geluid maar kan
dit niet geheel verwijderen bij het afspelen.
Ook wordt gebruik van een microfoon niet
ondersteund.
EQ10 CUSTOM
Hiermee kunt u [CUSTOM] instellen voor
EQ10.
De equalizercurve instellen: [BAND1]
32 Hz, [BAND2] 63 Hz, [BAND3] 125 Hz,
[BAND4] 250 Hz, [BAND5] 500 Hz,
[BAND6] 1 kHz, [BAND7] 2 kHz, [BAND8]
4 kHz, [BAND9] 8 kHz, [BAND10] 16 kHz.
Het volume kan worden aangepast in
stappen van 1 dB, van -6 dB tot +6 dB.
BALANCE
De geluidsbalans aanpassen: [RIGHT-15] –
[CENTER] – [LEFT-15].
FADER
Het relatieve niveau aanpassen:
[FRONT-15] – [CENTER] – [REAR-15].
S.WOOFER
(subwoofer)
SW LEVEL
(subwooferniveau)
Past het volumeniveau van de subwoofer
aan:
[+6 dB] – [0 dB] – [-6 dB].
([ATT] wordt weergegeven bij de laagste
instelling.)
SW PHASE
(fase subwoofer)
Selecteert de fase van de subwoofer:
[NORM], [REV].
LPF FREQ
(frequentie van
laagdoorlaatfilter)
Selecteert de kantelfrequentie van de
subwoofer: [80Hz], [100Hz], [120Hz].
HPF FREQ
(frequentie hoogdoorlaatfilter)
Selecteert de kantelfrequentie van de
voor-/achterluidspreker: [OFF], [80Hz],
[100Hz], [120Hz].
AUX VOL
(AUX-volumeniveau)
Het volumeniveau voor elk aangesloten
randapparaat aanpassen: [+18 dB] –
[0 dB] – [-8 dB].
Dankzij deze instelling is het niet nodig
om het volumeniveau tussen bronnen
aan te passen.
(Alleen beschikbaar wanneer AUX is
geselecteerd.)
BTA VOL
(volumeniveau BLUETOOTH-audio)
Het volumeniveau voor elk aangesloten
BLUETOOTH-toestel aanpassen: [+6 dB] –
[0 dB] – [-6 dB].
Dankzij deze instelling is het niet nodig
om het volumeniveau tussen bronnen
aan te passen.
(Alleen beschikbaar wanneer BT-audio of
een toepassing is geselecteerd.)
Display-instellingen
(DISPLAY)
DIMMER
Wijzigt de helderheid van het display:
Voor MEX-N5200BT: [OFF], [ON], [AT]
(auto), [CLK].
([AT] is alleen beschikbaar als de kabel
voor de verlichtingsregeling aangesloten
is en de koplampen ingeschakeld zijn.)
Voor MEX-N4200BT: [OFF], [ON], [CLK].
U kunt deze functie ook slechts voor een
vaste periode activeren door [CLK] te
selecteren en vervolgens de begin- en de
eindtijd in te stellen.
– De helderheid instellen wanneer de
dimmer-functie is geactiveerd:
Stel [DIMMER] in op [ON], en pas
vervolgens [BRIGHTNESS] aan.
– De helderheid instellen wanneer de
dimmer-functie is gedeactiveerd:
Stel [DIMMER] in op [OFF], en pas
vervolgens [BRIGHTNESS] aan.