29
NL
AANSPRAKELIJKHEIDSTHEORIE, ZOWEL IN
CONTRACT, STRIKTE AANSPRAKELIJKHEID OF
TORT (INCLUSIEF VERWAARLOZING OF
ANDERSZINS) TEN GEVOLGE VAN ENIGERLEI
GEBRUIK VAN DEZE SOFTWARE, ZELFS ALS
DE MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE SCHADE
WERD AANGEGEVEN.
Problemen oplossen
De onderstaande controlelijst kan u helpen
bij het oplossen van problemen die zich met
het apparaat kunnen voordoen.
Voordat u de onderstaande controlelijst
doorneemt, moet u eerst de aanwijzingen
voor aansluiting en bediening controleren.
Meer informatie over het gebruik van de
zekering en het verwijderen van het
apparaat uit het dashboard vindt u bij
"Aansluiting/installatie" (pagina 36).
Ga naar de ondersteuningssite die op het
achterblad wordt vermeld als het probleem
niet is opgelost.
Algemeen
Geen geluid of heel weinig geluid.
De faderregelaar [FADER] staat niet
ingesteld op een systeem met 2
luidsprekers.
Het volume van het apparaat en/of het
aangesloten toestel staat zeer laag.
– Laat het volume van het apparaat en van
het aangesloten toestel toenemen.
Geen pieptoon.
Er is een optionele eindversterker
aangesloten en u gebruikt de
ingebouwde versterker niet.
De geheugeninhoud is gewist.
De voedingskabel of de accu is
losgekoppeld of niet goed aangesloten.
Opgeslagen zenders en de juiste tijd zijn
gewist.
De zekering is doorgebrand.
Maakt geluid wanneer de stand van het
contactslot wordt gewijzigd.
De kabels zijn niet goed verbonden met
de voedingsaansluiting voor accessoires
van de auto.
Tijdens het afspelen of radio-ontvangst
wordt de demonstratie gestart.
Als er gedurende 5 minuten geen
handeling wordt uitgevoerd en [DEMO-
ON] ingesteld is, wordt de demonstratie
gestart.
– Stel [DEMO-OFF] in (pagina 20).
Het display verdwijnt van/verschijnt niet
in het display-venster.
De dimmer is ingesteld op [DIM-ON]
(pagina 22).
Het display verdwijnt als u OFF ingedrukt
houdt.
– Houd OFF op het apparaat ingedrukt tot
het display verschijnt.
De aansluitingen zijn vuil (pagina 26).
Het display/verlichting knippert.
Het apparaat krijgt niet voldoende
voeding.
– Controleer dat de accu van de auto
voldoende voeding levert aan het
apparaat. (De unit vraagt 12 V
gelijkstroom.)
De bedieningstoetsen werken niet.
De disc wordt niet uitgeworpen.
U kunt het apparaat resetten door DSPL en
(terug)/MODE langer dan 2 seconden
ingedrukt te houden.
De geheugeninhoud wordt gewist.
Reset het apparaat voor uw eigen
veiligheid niet tijdens het rijden.
Radio-ontvangst
Er kunnen geen zenders worden
ontvangen.
Het geluid is gestoord.
De aansluiting is niet juist.
– Controleer de aansluiting van de auto-
antenne.
– Als de automatische antenne niet
uitschuift, controleert u de aansluiting
van de bedieningskabel van de
elektrische antenne.
Er kan niet worden afgestemd op
voorkeuzezenders.
Het signaal van de uitzending is te zwak.