Not for
Reproduction
134
• Bij hoogten boven 5000 voet (1524) meter is een
minimum 85 octaan / 85 AKI (89 RON) benzine
acceptabel.
• Voor machines met carburator is afstelling voor werken
op grote hoogte noodzakelijk om aan de emissienormen
te blijven voldoen. Werking zonder deze aanpassing
zal leiden tot verminderde prestaties, verhoogd
brandstofverbruik en verhoogde emissies. Raadpleeg
een erkende Briggs & Stratton servicedealer voor
instructies over de afstelling voor grote hoogtes.
• Het gebruik van de motor op hoogtes van minder dan
2500 voet (762 meter) met de set voor grote hoogtes
wordt niet aanbevolen.
• Bij motoren met elektronische brandstofinspuiting (EFI) is
afstelling voor grote hoogten niet nodig.
WAARSCHUWING
Brandstof en brandstofdampen zijn uiterst ontvlambaar
en explosief. Ga extra voorzichtig om met brandstof. Als
u zich niet aan deze veiligheidsinstructies houdt, kan dit
leiden tot een brand of explosie met als gevolg ernstige
verbrandingen of de dood.
• Schakel de motor uit en laat de motor ten minste
gedurende 3 minuten afkoelen voordat u de benzinedop
verwijdert.
• Doof alle sigaretten, sigaren, pijpen en andere
ontstekingsbronnen.
• Vul de brandstoftank buiten of in een goed
geventileerde ruimte.
• Vul de brandstoftank niet te veel. Vul de brandstoftank
niet voorbij de onderkant van de vulhals zodat de
brandstof nog kan uitzetten.
• Houd de brandstof uit de buurt van vonken,
open vlammen, waakvlammen, hitte en andere
ontstekingsbronnen.
• Controleer brandstofleidingen, tank, vuldop en
koppelingen regelmatig op barsten of lekkages.
Vervang indien nodig.
• Als er brandstof lekt, wacht u tot het verdampt is met
het starten van de motor om het creëren van een
ontstekingsbron te voorkomen.
• Gebruik uitsluitend een goedgekeurde brandstoftank.
1. Verwijder ongewenst materiaal rondom de
brandstofvuldop.
2. Verwijder de brandstofdop (
A
, afbeelding 6).
3. Vul de brandstoftank (
B
) met brandstof. NIET boven de
bodem van de brandstoftankopening vullen (
C
).
4. Draai de tankdop vast.
De motor starten
WAARSCHUWING
Brandstof en brandstofdampen zijn uiterst ontvlambaar en
explosief.
Brand of explosie kan ernstige brandwonden of dodelijk
letsel veroorzaken.
Bij het starten van de motor
• Zorg dat de bougie, de geluiddemper, de benzinedop
en het luchtfilter (indien aanwezig) aanwezig zijn en
goed vastzitten.
• Probeer de motor niet te starten terwijl de bougie
verwijderd is.
• Als de motor verzuipt, zet u de choke (indien aanwezig)
in de stand OPEN/DRAAIEN, zet u de gashendel
(indien aanwezig) in de stand SNEL en start u de motor
totdat deze aanslaat.
WAARSCHUWING
Motoren stoten koolmonoxide uit: een geurloos, kleurloos,
giftig gas.
Het inademen van koolmonoxide kan misselijkheid,
flauwvallen of de dood veroorzaken.
Brand of explosie kan ernstige brandwonden of dodelijk
letsel veroorzaken.
• Start en laat de motor buiten draaien.
• Start of laat de motor niet draaien in afgesloten ruimten,
zelfs indien de deuren of ramen open staan.
1. Controleer het oliepeil. Zie
Motorolie controleren en
toevoegen
.
2. Zorg dat de rijbediening van de zitmaaier uitgeschakeld
is.
3. Ga in de stoel zitten en til de stoelinstelhendel OMHOOG
om de stoel te vergrendelen.
4. Trek de handrem aan. Druk het rempedaal helemaal
in, trek de parkeerremhendel OMHOOG en laat het
rempedaal los.
5. Ontkoppel de PTO-schakelaar door deze IN te drukken.
6. Zet de gashendel/choke in de stand CHOKE.
7. Doe de sleutel in het contactslot en draai deze in de
stand AAN/START. Bij modellen met een startknop drukt
u de knop twee maal in en houdt u deze vast totdat de
motor start.
8. Nadat de motor is gestart, zet u de gas-/chokehendel
op halve snelheid. Zet de motor AAN voor ten minste 30
seconden. Op deze manier warmt de motor op.
9. Zet de gas-/chokehendel in de stand SNEL.
In een noodgeval kunt u de motor uitschakelen door de
contactsleutel in de stand STOP te draaien. Voor de
normale manier van uitschakelen, zie
De zitmaaier en motor
stopzetten
.