NL-9
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSMAATREGELEN
verhit of opwarmt.
17. Volg de bijbehorende aanwijzingen in de gebruikershandlei-
ding.
Voorkomen van letsel
1. WAARSCHUWING:
Gebruik de oven niet indien deze is beschadigd of niet nor-
maal functioneert. Controleer voor gebruik het volgende:
a) Controleer of de deur goed sluit en niet krom of vervormd
is.
b) Controleer of de scharnieren en deurvergrendelingen niet
gebroken zijn of los zitten.
c) Controleer of de deurafdichtingen en afdichtingsvlakken
niet zijn beschadigd.
d) Controleer of er geen deuken in de ovenruimte of in de
deur zitten.
e) Controleer of het netsnoer en de stekker niet beschadigd
zijn.
2. Gebruik de oven niet met de deur open. Breng geen verande-
ringen in de veiligheidsdeurgrendels aan.
3. Gebruik de oven niet indien er een voorwerp tussen de deur-
afdichtingen en afdichtingsvlakken zit.
4. Laat vet of vuil zich niet ophopen rond de deurafdichtingen
of aangrenzende delen. Reinig de oven regelmatig en verwij-
der voedselresten, Volg de instructies ''Onderhoud en reini-
ging'' op pagina NL-
32
.
5. Personen met een PACEMAKER dienen een dokter of de fa-
brikant van de pacemaker te raadplegen aangaande speciale
voorzorgsmaatregelen bij gebruik van combi-magnetrons.
Het voorkomen van de mogelijkheid van een elektrische
schok
1. De behuizing mag nooit worden geopend of verwijderd.
2. Zorg dat er geen vloeistoffen of andere voorwerpen in de
openingen van de deurvergrendelingen of ventilatie-ope-
ningen komen. Indien er iets in deze openingen terecht is ge-
komen, schakel de oven dan onmiddellijk uit, trek de stekker