NL-8
NL
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSMAATREGELEN
dingstijden kunnen het voedsel mogelijk oververhitten
met brand als gevolg.
2. Steek de stekker van het netsnoer in een gemakkelijk toe-
gangbaar stopcontact zodat u de stekker bij nood snel uit het
stopcontact kunt trekken.
3. Sluit de oven alleen aan op een stopcontact met 230-240 V~,
50Hz wisselstroom met een 13 A zekering of een 13 A cir-
cuitonderbreker.
4. Voor dit apparaat moet een afzonderlijk stroomcircuit wor-
den gebruikt dat alleen voor dit apparaat bestemd is.
5. Plaats de oven niet op plaatsen waar hitte wordt opgewekt.
Bijvoorbeeld naast een conventionele oven.
6. Plaats de oven niet in een zeer vochtige of natte ruimte.
7. Plaats of gebruik de oven niet buitenshuis.
8. Reinig het afdekplaatje voor de golfgeleider, de ovenruimte,
draaitafel en draaitafelsteun na gebruik. Deze onderdelen
dienen droog en vetvrij te zijn. Opgehoopt vet kan mogelijk
oververhitten, gaan roken en vlam vatten.
9. Plaats geen ontvlambare materialen in de buurt van de oven
of de ventilatie-openingen.
10. Blokkeer de ventilatie-openingen niet.
11. Verwijder alle metalen sluitingen, verzegelingen, enz. van het
voedsel en de verpakkingen. Vonken van metalen voorwer-
pen kunnen mogelijk brand veroorzaken.
12. Gebruik de combi-magnetron niet voor bakken met olie of
het verwarmen van frituurvet. De temperatuur kan namelijk
niet worden geregeld en de olie kan mogelijk vlam vatten.
13. Gebruik alleen popcorn die in een speciale magnetronver-
pakking voor het bereiden van popcorn is verpakt.
14. Bewaar geen voedsel of andere voorwerpen in de oven.
15. Controleer de instellingen van de oven na het starten ervan
om ervoor de zorgen dat de oven naar wens werkt.
16. Om oververhitting en brand te voorkomen dient u goed op te
letten wanneer u voedsel met een hoog suiker- of vetgehalte,
zoals bijvoorbeeld worstenbroodjes, gebak of kerstpudding