4. Stop:
A
by zatrzymać się należy użyć obu rąk, aby prosto trzymać kierownicę. Kierowca
utrzymuje ciało równo w centralnym położeniu. Pojazd powoli przestanie się poruszać.
5. Wysiadanie:
Aby wysiąść z pojazdu, kierowca musi poczekać, aż pojazd zostanie całkowicie
zatrzymany, trzymając kierownicę mocno obiema rękami. Jeśli to konieczne, pomocnik
powinien pomóc przytrzymać kierownicę aby kierowca trzymając kierownicę zabrał
stopy jedna po drugiej z pedału napędowego. Utrzymuj równowagę ciężaru ciała. Nie
odchylaj się do tyłu i do przodu. Nie przekręcaj drążka, aby upewnić się, że pojazd
zbacza, zwłaszcza przy wysiadaniu. Teraz kierowca może puścić uchwyt kierownicy.
6. Wyłączone zasilanie Należy natychmiast wyłączyć zasilanie po wyjściu z pojazdu.
7.Pojazd wyłączy się automatycznie po 30 minutach bezczynności. Aby uruchomić go
ponownie, wystarczy nacisnąć główny włącznik zasilania.
WAARSCHUWING
OM ERNSTIGE VERWONDINGEN TE VOORKOMEN
1. Te allen tijde is er toezicht nodig van een volwassene en het assembleren mag alleen
door een volwassene te gebeuren.
2. Dit voertuig is niet geschikt voor kinderen onder de 6 jaar als gevolg van bijzondere
vaardigheid en oefening nodig.
3. Plastic zakken dienen uit de buurt van kinderen gehouden te worden vanwege gevaar
op verstikking.
4. Gebruik nooit motorvoertuigen, straten, rijwegen, stegen, zwembaden, heuvels,
trappen van een oprit, opritten met een helling, autosnelwegen, een oneffen weg of
mogelijke obstakels op een pad.
5. Er mag slechts één kind tegelijk op rijden.
6. Kinderen dienen tijdens het rijden altijd schoenen te dragen.
7. Rijd nooit op het voertuig als het donker is.
8. Gebruik hem nooit bij nat weer.
9. Maximaal toelaatbaar gewicht van de berijder is 50 kg.
10. Er zijn bijkomende gevaren als het voertuig wordt gebruikt op plaatsen die geen
privé terrein zijn.
11. Zorg ervoor een veiligheidshelm en beschermende kleding te dragen om mogelijk
letsel te voorkomen.Niet gebruiken in het verkeer.
12. Het voertuig dient met voorzichtigheid gebruikt te worden, omdat er vaardigheid
nodig is om vallen of aanrijdingen te voorkomen, waarbij verwondingen kunnen ontstaan
aan de gebruiker of derden.
13. Controleer periodiek de hardware en draai aan waar dit noodzakelijk is. Vervang
versleten of defecte onderdelen onmiddellijk.
14. Uit de buurt van vuur houden.
15. Accu, oplader, elektrische bedrading en stekkers, binnenkant en andere onderdelen
dienen periodiek gecontroleerd te worden op beschadigingen, Als er beschadigingen
zijn dienen deze voor gebruik gerepareerd te worden.
16. Omdat producten mogelijke gevaren vormen die duidelijk geassocieerd zijn met hun
gebruik is het volgende duidelijk erkend: de nood voor het uitoefenen van ouderlijke
verantwoordelijkheid bij het selecteren van rijproducten, geschikt voor de leeftijd van
een kind, of ouderlijk toezicht bij situaties waarbij kinderen van verschillende leeftijden
toegang kunnen hebben tot dezelfde rijproducten, is belangrijk. Niet elk product is
geschikt voor elke leeftijd of grootte van een kind, en verschillende leeftijdsaanbevelin
-
gen kunnen gevonden worden binnen deze categorie van product, hetgeen bedoeld is
om de aard van de gevaren en de verwachte mentale of fysieke mogelijkheden, of
beide, weer te geven van een kind om met de gevaren om te gaan
17. Op een elektrisch product rijden kan gevaarlijk zijn. Bepaalde omstandigheden
kunnen ervoor zorgen dat het materiaal hapert zonder dat de fabrikant hiervoor
verantwoordelijk is. Zoals andere elektrische producten kan de up-rider bewegen en
dient deze er ook voor, en je kan bijgevolg de controle verliezen, er af vallen en/of in
gevaarlijke situaties terechtkomen dat geen hoeveelheid zorg, instructies of expertise
kan elimineren.
WAARSCHUWING
1. Gebruik geen oude en nieuwe accu’s door elkaar.
2. Gebruik geen alkaline, standaard (koolstof-zink), of oplaadbare accu’s door elkaar.
3. Gebruik alleen de accu’s zoals gespecificeerd door de fabrikant.
4. Niet-oplaadbare accu’s mogen niet opgeladen worden.
5. Oplaadbare accu’s mogen alleen opgeladen worden onder toezicht van volwassenen.
6. Zorg ervoor dat de accu’s correct worden geplaatst en volg altijd de aanwijzingen van
de fabrikant betreffende het voertuig en de accu.
7. Zwakke of lege accu’s dienen uit het voertuig verwijderd te worden.
8. Maak geen kortsluiting bij de stroomaansluitklem.
9. De oplader is geen speelgoed.
10. Lege batterijen moeten uit het voertuig worden verwijderd.
11. Er bestaat verstikkingsgevaar door kleine onderdelen, niet voor kinderen jonger dan
6 jaar.
12. Brandgevaar - Geen onderdelen die door de gebruiker te repareren zijn. Ze zijn niet
bedoeld voor gebruik op hoogten van meer dan 2000 meter boven de zeespiegel.
13. Langere blootstelling aan UV stralen, regen en de elementen kan het materiaal van
de sluitingen aantasten.
14. Zorg voor opslag binnen als het niet gebruikt wordt. Gebruik uitsluitend een
HK-AX-138A100-GB/HK-AX-138A100-EU oplader.
15. Het voertuig mag alleen gebruikt worden met de aanbevolen oplader.
16. Het voertuig moet in een droge omgeving opgeslagen worden.
17. Het voertuig moet op een vlak oppervlak gebruikt worden.
18. Vermijd straten en oppervlakken met water, zand, grint, vuil, bladeren en ander
afval.
19. Het opladen van de accu en gebruik van het voertuig moet plaatsvinden bij
temperaturen tussen 0 en 30 °C.
20. Weggegooide batterijen moeten op een daarvoor bestemd recycling terrein
opgeslagen worden en mogen niet zomaar weggegooid worden.
OPLADEN VAN UW VOERTUIG:
1. Laad de accu vóór het eerste gebruik van het voertuig gedurende 12 uur op.
2. Sluit de aansluitklem van de accu en de oplader aan en plug dan de oplader in de
220V AC contactdoos.
3. Laad na een gebruik van 1-2 uur gedurende 8-12 uur op maar laad niet langer op dan
20 uur.
4. Laad, als het voertuig langzamer is dan normaal, opnieuw gedurende 8-12 uur op.
5. Laad, als u het voertuig gedurende langere tijd niet gebruikt heeft, de accu volledig op
en laad elke 3 maanden de accu op om de levensduur te verlengen.
6. Het is normaal dat de oplader warm wordt (onder 71
℃
) tijdens het opladen.
7. De aansluitklem van de oplader mag niet in de buurt van water komen anders kan
kortsluiting ontstaan.
8. Het voertuig mag alleen opgeladen worden met de meegeleverde oplader anders kan
het voertuig beschadigd raken.
9. Alleen volwassenen mogen de accu opladen.
10. Er mogen alleen accu’s die van hetzelfde of een equivalent type zijn zoals
aangeraden wordt gebruikt worden.
11. Accu’s dienen met de juiste polariteit geplaatst te worden.
12. Beschadigde accu’s dienen uit het voertuig verwijderd te worden.
13. De voeding klemmen niet kort te worden kortgesloten.
14. Gebruik geen oude en nieuwe accu’s door elkaar.
15.Houd tijdens het opladen uit de buurt van kinderen.
Pomoc
Jedna noga na raz Trzymaj drążek po wysiadaniu
NL
8. Jeśli pojazd porusza się ruchem postępującym i wstecznym,należy
wypoziomować go w sposób przestawiony na Ilustracji A.Przytrzymaj
przycisk “zmiany ustawienia równowagi”przez 5 sekund (jak na Rysunku
B). Wówczas nastąpi reset mechanizmu.Po zakończeniu ustawiania
zresetuj przycisk zasilania.
Podłoże
Wysokość krążka pomocniczego
względem podłoża
Przycisk “Zmień ustawienia równowagi”
1. Przed montażem należy sprawdzić czy są wszystkie części, jeżeli istnieją jakieś brakujące
części, prosimy skontaktuj się z lokalnym sklepem.
2. Podczas montażu należy sprawdzić wszystkie części i prawidłowe działanie pojazdu.
3. Należy czasem czyścić produkt i nie niszczyć żadnych części.
4. W celu zapewnienia dziecku bezpieczeństwa, należy okresowo dokonywać przeglądu pojazdu.
A
B
Summary of Contents for 12V UPRIDER
Page 1: ... 12V UPRIDER 6 W208 ...
Page 21: ......