28
29
aaNWIJzINgeN VOOr VeIlIg VlIegeN
ALGEMENE VLIEGTIPS:
• Zet de helikopter altijd op een vlakke
ondergrond. Een schuin vlak kan het
startgedrag van de helikopter onder
bepaalde omstandigheden negatief
beïnvloeden.
• Beweeg de regelaars altijd langzaam en
met gevoel.
• Houd de helikopter steeds in het oog,
kijk niet naar de zender!
• Beweeg de liftkrachtregelaar weer een
beetje naar beneden zodra de helikopter
loskomt van de grond. Pas de liftkracht-
regelaar aan om de vlieghoogte te
handhaven.
• Beweeg de liftkrachtregelaar weer iets
naar boven als de helikopter daalt.
• Beweeg de liftkrachtregelaar iets naar
beneden als de helikopter stijgt.
• Het is vaak al genoeg om de richtingsre-
gelaar een heel klein beetje in de
gewenste richting te tikken om een
bocht te maken. De eerste keren dat
met de helikopter wordt gevlogen, heeft
men meestal de neiging de regelaars te
heftig te bedienen. Beweeg de
regelaars altijd langzaam en voorzichtig,
in geen geval snel en schokkerig.
• Beginners kunnen na het afstellen van
de trim het best eerst de beheersing
van de regelaars oefenen. De helikopter
hoeft aanvankelijk niet per se rechtuit te
vliegen. Het is beter om eerst te
proberen een constante hoogte van
ongeveer een meter boven de grond te
handhaven door de liftkrachtregelaar
steeds kortstondig aan te raken. Oefen
daarna pas met het naar links en rechts
sturen van de helikopter.
DE GESCHIKTE VLIEGOMGEVING:
De plaats waar u met de helikopter vliegt, moet voldoen aan de volgende criteria:
1. Het moet een gesloten ruimte zijn, waar het windstil is. Zorg er indien mogelijk
voor, dat er geen geen luchtstromen worden veroorzaakt door airconditioning,
warmtestralers, enz.
2. De ruimte moet ten minste 10 meter lang, 6 meter breed en 3 meter hoog zijn.
3. Er mogen zich geen storende voorwerpen in de ruimte bevinden
(ventilators, lampen enz.).
4. Verzeker u er vóór het starten in ieder geval van, dat alle levende wezens, inclusief
de piloot, zich op meer dan 1 à 2 meter van de helikopter bevinden wanneer deze
opstijgt.
5. Houd de vliegmachine steeds in het oog, zodat deze niet tegen de piloot, andere
mensen of tegen dieren aanvliegt en hen letsel toebrengt.
LET OP!
Het is sinds 2005 verplicht verzekerd te zijn voor modelvliegtuigen en -helikopters
waarmee buiten wordt gevlogen. Neem contact op met uw aansprakelijkheidsverze-
keraar en verzeker u ervan, dat uw nieuwe en vorige modellen door deze verzekering
worden gedekt. Laat een schriftelijke bevestiging opmaken en bewaar deze goed.
Als alternatief biedt de Deutsche Modellflieger Verband (DMFV, Duitse modelvliegers-
vereniging) op internet onder www.dmfv.aero een gratis proeflidmaatschap aan incl.
verzekering.
BEDIENINGSTIPS
• Beweeg de liftkrachtregelaar altijd onmiddellijk geheel naar beneden
wanneer de helikopter is neergestort.
9 De rOTOrBlaDeN VerVaNgeN
Ga als volgt te werk als de rotorbladen van de helikopter beschadigd zijn geraakt
en u deze moet vervangen:
9A
Let er bij de montage op, dat u de rotorbladen niet verwisselt. De rotorbladen
zijn gemarkeerd met "A" en "B". Rotorbladen van het type "A" worden boven
gemonteerd, rotorbladen van het type "B" onder.
9B
Draai de schroef voorzichtig uit het rotorblad met een kruiskopschroevendraaier.
9C
Trek het rotorblad nu voorzichtig uit de houder.
9D
Plaats het nieuwe rotorblad voorzichtig in de houder en draai de schroef vast.
Let op:
draai de schroef niet te vast aan. Het rotorblad moet wat speling hebben.
Op
www.revell-control.de
vindt u meer tips en trucs.
PrOBleeMOPlOSSINg
Probleem: De rotorbladen bewegen niet.
Oorzaak:
• De ON/OFFschakelaar staat op "OFF".
• De accu is te zwak of leeg.
Oplossing:
• Zet de ON/OFFschakelaar op "ON".
• Laad de accu op.
Probleem: De helikopter stopt zonder zichtbare oorzaak tijdens
de vlucht en verliest hoogte.
Oorzaak:
• De accu is te zwak.
Oplossing:
• Laad de accu op.
Probleem: De helikopter is stuurloos.
Oorzaak:
• Verbinding tussen helikopter en zender is verbroken.
Oplossing:
• Helikopter en zender opnieuw koppelen
(zie punt 8, De helikopter koppelen aan de zender).
Probleem: De helikopter draait alleen nog naar links of naar
rechts om zijn eigen as.
Oorzaak:
• Te sterke trim naar links of rechts.
Oplossing:
• Herstel de trim door het trimwieltje voorzichtig in de
tegenovergestelde richting te draaien
(zie punt 6, Trimmen van de besturing).
www.revell-control.de
SerVICeaaNWIJzINgeN
Op www.revell-control.de vindt u bestelmogelij kheden
en vervangingstips voor reserveonderdelen,
alsmede andere nuttige informatie over alle
modellen van Revell Control.
Nederlands
Nederlands