26
27
4 De helIkOPTer OPlaDeN
Let op:
na het vliegen moet de accu van de helikopter steeds 10 tot 15 minuten afkoe-
len voordat u hem oplaadt, anders kan hij beschadigd raken. Het laden wordt elektro-
nisch bewaakt; laat de lader en accu echter niet onbeheerd achter tijdens het laden.
• Schakel de helikopter en de zender uit.
• Steek de stekker van de laadkabel voorzichtig in de laadaansluiting van de helikopter
(4A)
. De stekker moet gemakkelijk in de laadaansluiting kunnen worden gestoken
– FORCEER HEM NIET. Als de stekker niet op de juiste wijze in de laadaansluiting wordt
gestoken, kan de helikopter beschadigd raken en kan in sommige gevallen gevaar
van letsel ontstaan.
• Schakel de zender in, de Powerled brandt rood
(4B)
.
• De laadstatusled gaat nu groen branden om aan te geven dat het laadproces gaande
is
(4C)
.
• Het laden is voltooid wanneer de groene led geheel gedoofd is.
• Zet de Powerschakelaar na het laden op "OFF" en trek de laadstekker weer uit de
helikopter.
• Opmerking: Als de laadstatusled aan het begin van het laden niet meer brandt, zijn
de batterijen in de afstandsbediening zwak en moeten ze worden vervangen.
Na een laadtijd van ca. 40 minuten via de USB-laadkabel kan de helikopter
gedurende ca. 5 à 7 minuten vliegen.
U kunt uw helikopter ook laden met de meegeleverde USB-kabel:
• Schakel de helikopter uit.
• Steek de stekker van de laadkabel voorzichtig in de laadaansluiting van de helikopter
(4A)
. De stekker moet gemakkelijk in de laadaansluiting kunnen worden gestoken
– FORCEER HEM NIET. Als de stekker niet op de juiste wijze in de laadaansluiting wordt
gestoken, kan de helikopter beschadigd raken en kan in sommige gevallen gevaar
van letsel ontstaan.
• Steek de USBstekker in een vrije USBpoort.
• Wanneer de led in de USBstekker gaat branden, is het laden voltooid.
• Trek na het laden de USBstekker uit de USBpoort.
5 STarTVOOrBereIDINg
De liftkrachtregelaar (de linkerregelaar op de zender) moet voor het inschakelen naar
beneden wijzen
(5A).
Zet de ON/OFFschakelaar op de zender vervolgens op "ON".
Het power-ledlampje gaat rood knipperen
(5B).
Zet de ON/OFF-schakelaar aan
de rechterkant van de helikopter op "ON"
(5C).
De led aan de onderzijde van de
helikopter begint snel te knipperen. Zet de helikopter op de grond met de staart
in uw richting
(5D).
Wanneer de led ophoudt snel te knipperen, is de helikopter
startklaar.
6 TrIMMeN VaN De BeSTUrINg
Voor een goed vlieggedrag van de helikopter is het noodzakelijk dat de besturing
juist is getrimd. Het afstellen van de trim is eenvoudig, maar er is wel wat geduld
en gevoel voor vereist. Neem de volgende aanwijzingen in acht: Beweeg de
liftkrachtregelaar voorzichtig naar boven en laat de helikopter opstijgen tot een
hoogte van 0,5 à 1 meter.
6A
Als de helikopter uit zichzelf snel of
langzaam naar rechts draait, draait u het
links/rechts-trimwieltje tegen de klok in
(linksom) totdat de helikopter niet meer
draait.
Als de helikopter vanzelf snel of
langzaam naar rechts draait...
Als de helikopter uit zichzelf snel of
langzaam naar links draait, draait u het
links/rechts-trimwieltje met de klok
mee (rechtsom) totdat de helikopter
niet meer draait.
Wanneer de helikopter vanzelf
snel of langzaam naar links
draait...
6B
7 BeSTUrINg
7B
Beweeg de liftkrachtregelaar naar
beneden om te landen of lager te
vliegen. Voor een rustig vlieggedrag
van de helikopter dienen slechts
minimale correcties te worden
gedaan met de regelaar.
7A
Beweeg de liftkrachtregelaar
voorzichtig naar voren om op te
stijgen of hoger te gaan vliegen.
7D
Trek de snelheids-/richtingsregelaar
voorzichtig naar achteren om achte-
ruit te vliegen.
7C
Beweeg de snelheids-/richtingsre-
gelaar voorzichtig naar voren om
vooruit te vliegen.
7F
Beweeg de snelheids-/richtingsre-
gelaar voorzichtig naar rechts om
naar rechts te vliegen (helikopter
van achteren gezien).
7E
Beweeg de snelheids-/richtingsrege-
laar voorzichtig naar links om naar
links te vliegen (helikopter van
achteren gezien).
7G
Druk op de Turbo-knop
(2B)
om sneller
vooruit en achteruit te kunnen vliegen.
Druk nogmaals op de Turbo-knop om
weer langzamer te vliegen.
Uw helikopter is in de fabriek al gekoppeld aan uw zender. Ga als volgt te werk
als de verbinding moet worden hersteld:
1. Schakel de helikopter en de zender uit.
2. Schakel de zender in; de rode Power-led gaat knipperen.
3. Schakel nu de helikopter in; de led aan de onderzijde van de helikopter
gaat knipperen.
4. Zodra de rode led op de zender continu gaat branden, is de verbinding
hersteld en kan de helikopter opstijgen.
8 De helIkOPTer kOPPeleN aaN De zeNDer
Nederlands
Nederlands