20
NEDERLANDS
De inschakelvergrendeling moet "beveiligd zijn tegen nulspan
-
ning", dat wil zeggen, zelfs na een stroomuitval moet de ver-
grendeling behouden blijven (in Europa Richtlijn
2014/34/EU
bijlage II 1.5, EN 60079-17 Tab1, B10).
Gebruik van een frequentie-omzetter
Frequentie-omzetters mag alleen worden gebruikt voor de
snelheidsregeling van speciale versies van sterkstroompom-
pen! Om hydraulische redenen raden wij af om onder de 30 Hz
te werken.
Wisselstroompompen zijn over het algemeen niet geschikt.
LET OP!
Om fysieke redenen mogen pompen met een hoge-
re frequentie dan vermeld op het typeplaatje niet worden ge-
bruikt. Bij een frequentieverhoging boven de waarde op het
typeplaatje neemt het opgenomen vermogen toe en wordt de
motor overbelast.
Bij speciale versies van sterkstroompompen voor frequen
-
tie-omzettergebruik is het motortype op het typeplaatje met
een extra "K" aangegeven (bijv. D90-2/75 CK) Bovendien heb
-
ben deze pompen een sticker op het kabeluiteinde die op de
gebruiksmogelijkheid met een frequentie-omzetter attent
maakt.
Deze motoren zijn uitgerust met PTC-weerstanden die als wik
-
kelingsbeveiliging fungeren. Op de klemmen 40 en 41 van de
wikkelingsbeveiliging mag geen spanning > 2,5 volt worden
gezet! Bij explosieveilige pompen is ook een activeringsap
-
paraat met typegoedkeuring vereist dat aan de eisen van het
EU-typeonderzoek voldoet.
Draairichting
Geldt niet voor wisselstroompompen. Voorafgaande aan de
montage moet de draairichting worden gecontroleerd. Bij
de juiste draairichting loopt de aanloopruk tegengesteld aan
de richting van pijlen op het motorhuis. Lawaai of een te laag
pompvermogen van de reeds ingebouwde pomp wijzen ook op
een verkeerde draairichting. Bij een verkeerde draairichting
moeten 2 fasen van de voedingskabel worden verwisseld.
VOORZICHTIG!
De aanloopruk kan met grote kracht plaatsvinden.
Potentiaalvereffening
Conform EN 60079-14 en EN 1127-1 moet in een explosiege-
vaarlijke omgevingen bij apparatuur met randaarde in het TN/
TT-netwerk een aanvullende potentiaalvereffening worden
geïnstalleerd. Ontwerpspecificatie in Duitsland bijvoorbeeld
conform VDE 0100 deel 540.
Voor beton- en plastic schachten van Pentair Jung Pumpen in
de explosiezone 1 en 2 is ter plaatse een extra potentiaalveref-
fening nodig (naar mening van TÜV Nord, 03.2008).
Uitzondering: als geleidende delen, bijvoorbeeld van een ka
-
belbescherming van gegolfde pijp of een metalen drukleiding
vanaf de buitenzijde naar de schachtaansluiting leiden. In dit
geval moet een elektrisch geleidende verbinding met de behui-
zing van de pomp(en) worden aangebracht. Omwille van de be-
scherming tegen corrosie moet er voor de verbinding roestvrij
staal worden gebruikt.
Explosieveilige pompen hebben hiervoor een aansluitingsmo-
gelijkheid op de kabelinvoer.
INBOUW
Die pomp moet conform de voorbeelden worden ingebouwd.
Bij installaties volgens EN 12056-4 moet de drukleiding tot bo
-
ven het plaatsselijk vastgelegte terugstroomniveau worden
geleidet en met een terugslagklep beveiligd worden. De mi-
nimale stroomsnelheid van 0,7 m/s in de pijplijn moet worden
aangehouden.
Afmetingen van de kamer
Enkele installatie met pompvoet: 40 x 40 cm
Enkele installatie met geleiderailsysteem: 40 x 65 cm
Duplex installatie: 85 x 65 cm
Inbouwvoorbeeld
met verschuifbare buis
Montage:
De koppelingsvoet stevig met pluggen op de bodem
van de verzamelput vastzetten en vervolgens de schuivende
buizen monteren. Vervolgens de drukleiding met de nodige
hulpstukken zoals terugslagklep en afsluiter monteren.
Tenslotte de pomp met de opgeschroefde koppelingsklauw op
de glijdende buis zetten en laten zakken met een ketting die
aan de kettingsluiting is bevestigd.
Boven de schachtopening moet zich op voldoende hoogte een
bevestigingsmogelijkheid voor een hijstoestel bevinden.
De niveaudetectie kan door middel van verschillende systemen
plaatsvinden. Voor bijzonderheden en vereisten verwijzen wij u
naar de respectievelijke gebruikshandleiding.
WAARSCHUWING!
Conform de wetgeving en voorschriften voor explosiebeveili-
ging mogen explosieveilige JUNG Ex-pompen nooit drooglo-
pen of slurpen.
De pomp moet in ieder geval uitschakelen wanneer het water-
peil de bovenkant van het pomphuis bereikt (x in de tekening).
Deze uitschakeling moet via een apart schakelcircuit plaats-
vinden. Droogloop mag uitsluitend buiten de explosiezone
plaatsvinden voor onderhouds- en inspectiedoeleinden.
Bij een langere drukleiding moet ter voorkoming van pijpwrij
-
vingsverliezen, een dienovereenkomstig grotere buisdiameter
worden geselecteerd.
Naar boven lopende drukleiding vorstvrij aanleggen! De
schachtafdekking moet worden bepaald op basis van het ge-
bruik en de benodigde capaciteit.
Indien nodig kan het pomphuis worden ontlucht door de af-
sluitschroef "Luft" (ontluchting) eruit te draaien. Als toebeho-
ren kan een overeenkomstige spoelpijp worden gebruikt om
afzettingen en drijvende lagen in de schacht te voorkomen.
Bij een defecte pomp kan een deel van de oliekamervulling in
het af te voeren materiaal terecht komen.
Summary of Contents for MULTICUT 08 Series
Page 2: ...2...
Page 73: ...73 Pentair Jung Pumpen DIN EN OLG Frankfurt Main Az 2 U 205 11 15 06 2012...
Page 76: ...76 GR JUNG Ex x EN 12056 4 EN 60079 19 EX 300 6 DKG DKG DKG Ex 300 1000...
Page 87: ...87...
Page 88: ...88...
Page 89: ...89...
Page 90: ...90...
Page 91: ...91...
Page 92: ...92...
Page 93: ...93...
Page 94: ...94...
Page 98: ...98...
Page 99: ...99...