Nice UDL 2, Instructions And Information For Installation And Use

Page: 89 / 104

Nederlans – 3
NL
BEDIENINGSELEMENTEN EN AANSLUITING
Aansluiting netspanning UDL 2 - (afb. 1)
Een EEG-stekker van 16 A is op de klemmen Y1a/L1,L2,L3, Y1c/N
en PE aangesloten.
De netaansluiting van de UDL 2 wordt gerealiseerd met een driefa-
sige hoofdschakelaar in overeenstemming met de norm EN 1398.
De hydraulische motor aansluiten (afb. 2)
Sluit de driefasige hydraulische motor aan op de klemmen Y2/
U,V,W en PE.
Sluit de nuldraad van de reductiemotor, indien aanwezig, aan op de
klem Y1c/N*.
Motor
U V W
M
3~
PE
Y2
Aansluiting hydraulische motor
2
De draairichting controleren
Controleer de draairichting met de knop Laadbrug OMHOOG
als u de hydraulische motor hebt aangesloten.
Let op!
Als op de UDL 2 besturingseenheid optionele
schakelaars (voertuigdetectie, wielblokkering,
veiligheidsbarrière of activering deur) zijn aanges-
loten, dient u deze eerst in de juiste volgorde aan
te sluiten!
Als met een druk op de knop Laadbrug OMHOOG de laadbrug
niet beweegt, moet u de draairichting van de hydraulische motor
omdraaien in overeenstemming met klem Y2.
De hydraulische kleppen aansluiten (afb. 3-5)
Laadbrug met uitklapbare laadklep of uitklapbaar [P11/P12]
(werking met één klep)
Sluit de klep van de laadbrug aan op de schroefklem Y4/5,6 (J12).
Laadbrug met uitschuifbare laadklep [P21/P23/P25] of uit-
klapbare laadklep [P13] (werking met twee kleppen)
Sluit de klep Laadbrug omhoog aan op de schroefklem Y4/5,6 (J12)
en de klep Laadklep activeren op de schroefklem Y4/3,4 (J13).
1
Y1c
PE
L2 L1 L3
Y1b
Y1a
Voedingskabel EEG 16A
0
I
ON
0
OFF
L2 L1 L3
L2 L1
N N L3
L2
Test
ingang
Aansluiting hoofdschakelaar
Laadbrug met uitschuifbare laadklep [P31/P32/P33] (werking
met drie kleppen)
Sluit de klep Laadbrug omhoog aan op de schroefklem Y4/5,6
(J12), de klep Laadklep uitschuiven op de schroefklem Y4/3,4 (J13)
en de klep Laadklep inschuiven op de klem Y4/1,2 (J14).
Testprogramma [tSt]
Door tijdens de programmering op de knop op de behuizing te
drukken, kunt u de overeenkomstige klep (1-3) bedienen of de
functionering van de motor AAN/UIT aansturen.
Zie tevens STANDAARDPROGRAMMERING verderop.
3
K
le
p
l
aa
db
ru
g
Y4
1
J14
2 3
J13
4 5
J12
6
Aansluiting klep - laadbrug
K
le
p
a
ct
iv
er
i
ng
l
aa
dk
le
p
Y4
1
J14
2 3
J13
4 5
J12
6
K
le
p
b
ew
eg
in
g
o
mh
oo
g
l
aa
db
ru
g
Aansluiting kleppen - tweevoud
4
5
Y4
1
J14
2 3
J13
4 5
J12
6
K
le
p
be
w
eg
in
g
o
mh
oo
g
l
aa
dk
l
ep
K
le
p
ui
t
sc
hu
i
ve
n
l
aa
dk
le
p
K
le
p
in
s
ch
ui
v
en
l
aa
dk
le
p
Aansluiting kleppen - drievoud
Aansluiting ferriet aan motoraansluitkabel
(afb. 6-11)
Aan de motoraansluitkabel moet een FERRIET worden aangesloten.
Daartoe dient u in het ferriet drie zwarte draden in te voegen, zoals
weergegeven in de afbeelding. Draai ze eenmaal rond het ferriet en