53
NL
10.2. De afstandsbediening en de transmis-
siekabels voor het binnen- en buitenap-
paraat aansluiten
(Afstandsbediening is beschikbaar als optie)
• Sluit apparaat TB5 en buitenapparaat TB3 aan. (Ongepolariseerd 2-aderig
(beschermd))
De “S” op apparaat TB5 is een gepantserde kabelaansluiting. Zie voor specifica-
ties van de aansluitkabels de installatie-instructies van het buitenapparaat.
• Monteer een afstandsbediening in overeenstemming met de aanwijzingen die bij
de afstandsbediening zitten.
• Sluit de “1” en “2” op apparaat TB15 aan op een MA-afstandbediening. (Niet-
gepolariseerde tweeaderige kabel)
[Fig. 10.2.1] (P.6) MA-afstandbediening
• DC 10 tot 13 V tussen 1 en 2 (MA-afstandbediening)
[Fig. 10.2.2] (P.6) MA-afstandbediening
• De MA afstandsbediening kan niet gelijktijdig worden gebruikt of niet afwisselend.
Opmerking:
Zorg dat er geen draden worden afgekneld als u het deksel van de aansluit-
doos weer terugplaatst. Dit kan leiden tot beschadiging van de bedrading.
Voorzichtig:
• Gebruik bedrading met extra isolatie.
• De invoer naar TB142A, TB142B, en TB142C mag geen voltage hebben.
• Kabels die vanaf de apparatuur met externe invoer/uitvoer verbonden zijn, dienen
voorzien te zijn van extra isolatie.
• Gebruik een meeraderige kabel voor externe invoer/uitvoer voor de verbinding
met de PG-schroef.
Voorzichtig:
Let op dat de voedingsdraden nooit te strak staan. Dit kan leiden tot losraken,
oververhitting of brand.
10.3. Externe invoer/uitvoer functie
Vooraf ingestelde temperatuurinvoer (externe analoge invoer: 4mA-20mA)
Externe invoer is invoer door CN421, CN422 op de printplaat. (Fig. 10.3.1)
Gebruik de geleverde connector.
Als er geen temperaturen zijn ingesteld via de MA afstandsbediening, verandert de
temperatuur met de stroom.
Raadpleeg de instructiehandleiding die bij de MA afstandsbediening is meegeleverd
voor het instellen.
4 mA
→
10 °C
20 mA
→
70 °C
Opmerking:
Gebruik een geïsoleerd uitvoerapparaat dat een 4-20 mA-signaal kan afgeven.
Externe uitvoerterminal
De externe uitvoerterminal (zie Fig. 10.3.2) is niet effectief als het circuit open is.
Raadpleeg tabel 10.3.2 voor informatie over ieder contact.
De stroom en de spanning in het circuit, aangesloten op de externe uitgang (TB141A
OUT1) moeten aan de volgende voorwaarden voldoen.
Tabel 10.3.2
Externe invoerterminal
De draadlengte moet korter zijn dan 100 m.
De externe invoerterminal (zie Fig. 10.3.3) is niet effectief als het circuit open is.
Raadpleeg tabel 10.3.3 tot 10.3.5 voor informatie over ieder contact.
Alleen de functie “pompvergrendeling” is niet effectief wanneer het circuit wordt kort-
gesloten.
Koppel een relaiscircuit aan de externe uitvoerterminal zoals afgebeeld in fig. 7.4.1.
De specificaties van het aan te sluiten relaiscircuit moet aan de volgende voorwaar-
den voldoen.
Contactspanningbereik
DC15V
Contactspanningstroom
0,1A
Minimale belasting 1mA gelijkstroom
Tabel 10.3.3
<PWFY-P100VM-E-BU>
TB142A
<PWFY-P140VM-E1/E2-AU>
TB142A
Tabel 10.3.4
TB142B
Tabel 10.3.5
TB142C
10.4. De aansluitadressen instellen
(Zorg ervoor dat er geen stroom op het apparaat staat als u de adressen instelt.)
[Fig. 10.4.1] (P.6)
• Er zijn twee types draaibare schakelinstellingen beschikbaar: voor het instellen
van adressen 1 – 9 en groter dan 10, en voor het instellen van aftakkingsnum-
mers.
• De draaischakelaars worden in de fabriek allemaal op “0” gezet. Deze schake-
laars kunnen worden gebruikt om de addressen van de apparaten en de num-
mers van de aftakkingen naar keuze in te stellen.
• De vaststelling van de aansluitadressen van het binnenapparaat varieert met het
systeem dat u gebruikt. Stel ze in overeenstemming met de technische gegevens
in.
A
Niet-gepolariseerd
B
TB15 (MA afstandsbedieningskabels)
C
MA-afstandbediening
D
TB5 (Transmissiekabels)
E
TB2 (Bedrading stroomkabels)
Nominale contactstroom
AC250V
1A of minder
AC125V
3A of minder
DC30V
3A of minder
No
m
ina
le
co
ntactsp
an
ni
n
OUT1*1
Werking ON/OFF
OUT2
Ontdooien
OUT3*1
Compressor
OUT4
Foutsignaal
*1 Deze functie is beschikbaar voor PWFY-P100VM-E-BU.
IN1
pompvergrendeling
IN1
Stroomschakelaar
IN3
Verbindingseis
IN4
Werking ON/OFF
COM+
Algemeen
IN5*1
Heet water/Verwarming
IN6*2
Verwarming ECO
IN7*3
Antivries
IN8*5
Verkoeling
*1 PWFY-P100VM-E-BU
Heet water
PWFY-P140VM-E1/E2-AU
Verwarming
*2 is effectief wanneer SW 4-3 op ON staat.
*3 is effectief wanneer SW 4-4 op ON staat.
*4 Tijdens het instellen van ECO Verwarmings- of Antivriesmodus, reset alle
stroomvoorziening naar alle eenheden (buiten/binnen-eenheden).
*5 Deze functie is beschikbaar voor PWFY-P140VM-E1/E2-AU.
<Adresbord>
1
Hoe u de aansluitadressen instelt
Voorbeeld: Als het adres “3” is, laat SWU2 (voor groter dan 10) dan op “0”
staan en breng SWU1 (voor 1 – 9) in overeenstemming met “3”.
2
Hoe u de nummers van de aftakkingen instelt bij SWU3 (alleen voor de R2-
lijn)
Laat de koelpijp van het binnenapparaat op het nummer van de eindverbin-
ding van de BC-bediening passen. Laat de andere behalve R2 op “0” staan.
WT07507X01.book 53 ページ 2014年12月17日 水曜日 午前9時36分