58
ń
De gedane instelling treedt automa-
tisch in werking.
De slaafflitser moet voor de remote-
functie
met zijn ingebouwde sen-
soren het licht van de cameraflitser
zonder verhindering kunnen ontvan-
gen, zodat hij een flits kan ontste-
ken! Het werkbereik van het geheel
hangt af van de intensiteit van de
lichtimpuls van de cameraflitser, de
reflecterende eigenschappen van het
onderwerp en de helderheid van de
omgeving. Bedenk daarbij, dat het
werkbereik buien en bij hoge omge-
vingshelderheid vermindert. Vermijdt
rechtstreekse inval van zonlicht op
de sensoren van de flitser!
6 Werken met een flitskabel
De flitser kan ook met een flitskabel
15-50 worden gebruikt. Verbindt
daarvoor het flitscontact op de
camera met het flitsaansluiting
op
de flitser.
Aanpassen van de flitser
• Kies op de camera een manual
functie.
• Schakel de flitser via zijn hoofd-
schakelaar
in.
• Houd op de flitser de toets
„AF/SELECT“
zo lang ingedrukt
tot in het display de volgende mel-
ding verschijnt:
• Druk op de flitser op de toets
.
In het display verschijnt:
• Druk op de flitser op de toets
.
In het display verschijnt de laatst
gebruikte instelling, bijv.:
• Druk zo vaak op de toets
, dat
in het display de aanduiding
„SYNC-CORD“ verschijnt.
• Druk op de toets
en het werken
met flitskabel is ingesteld met een
verhouding 1:1 voor beide reflecto-
ren en vol vermogen (Power) 1/1.
De volgende aanduiding verschijnt:
OK
S E L
S E L
☞
S E L
OK
M O D E L L I N G
L I G H T
O F F
O N
1:1
P / R
SYNC
R
atio
OK
SYSTEM
SYNC-CORD
S E L
OK
SYSTEM
S L AV E
S E L
S E L E C T
⊃
15MS-1
V 1 . 0
708 47 0018-A1 MB 15 MS-1 20.10.2008 11:52 Uhr Seite 58