
IS 9000 - 9500
58
ma
s
e
5.11 Periode waarin de groep niet gebruikt wordt
Als de groep lange tijd ongebruikt zal blijven, moeten de
volgende handelingen worden verricht:
- Vervang de oliepan.
- Vervang het oliefilter
- Vervang het brandstoffilter
- Vervang de zinkblokjes (zie par. 5.8)
- Laat bij temperaturen van lager of omstreeks 0°C
antivriesmiddel opzuigen door de
zeewaterslang.
Dit middel heeft tot taak de uitwisselaars te beschermen
tegen lage temperaturen en de rotor van de
zeewaterpomp te smeren.
- Smeer de rotor van de waterpomp
- Koppel de startbatterij af en zet hem op een droge
plaats (zie par. 5.10)
- Maak het zeewaterfilter schoon
- Sluit de zeewaterkraan
- Verwijder het zeewater uit de klankdemper
- Maak de antisifon-klep (siphon break) schoon en
smeer hem
5.12 Samenvattingstabel van de geprogrammeerde
ingrepen
WERKZAAMHEDEN
UREN
Controle oliepeil
10
Controle koelvloeistofpeil
10
Regeling spanning V-snaar
100
Controle batterijlading
100
Olieverversing
150
Vervanging brandstoffilter
300
Vervanging oliefilter
300
Reiniging injecteurs
300
Regeling speling toe-/afvoerklep
300
Controle borstels wisselstroomgenerator
500
Afstelling injecteurs
500
Controle collector wisselstroomgenerator
1000
Vervsnging Viton-bus
1000
Controle elektrolytnveau batterij
maand.
Reiniging luchtfilter
jaarlijks
Totale verversing koelvloeistof
jaarlijks
Vervarging zinken anoden
jaarlijks
5.13 Storingen
De startmotor draait maar de hoofdmotor start niet.
- Controleer of er brandstof in de tank zit (tanken).
- Controleer of de stop-elektromagneet in trekkende
stand staat (Raadpleeg de Service-dienst).
- Verwijder de luchtbellen uit het voedingscircuit (zie par.
3.2).
Het bedieningspaneel wordt niet ingeschakeld
wanneer op de ON-knop gedrukt wordt.
- Controleer of de beschermingszekeringen intact zijn
(vervang hen).
- Controleer of de verbindingskabel en de elektrische
aansluitingen in orde zijn
(weer aansluiten).
- Controleer of de batterij intact is (opnieuw laden of
vervangen).
De groep gaat uit tijdens het bedrijf.
- Controleer of er een bescherming heeft ingegrepen en
of het bijbehorende lampje
brandt (de oorzaak
opheffen en opnieuw proberen te starten).
- Controleer of er brandstof in de tank zit (aanvullen).
De motor geeft veel rook af met de uitlaatgassen.
- Controleer of het olieniveau in de pan het teken MAX
niet te boven gaat (het niveau herstellen)
- Controleer of de groep niet overbelast is.
- Controleer of de injecteurs goed afgesteld zijn
(raadpleeg het Servicecentrum).
De motor functioneert onregelmatig
- Controleer de brandstoffilters (vervangen)
- Verwijder de luchtbellen uit het voedingscircuit (zie par.
3.2).
De spanning van de wisselstroomgenerator is te
laag
- Corrigeer de spanning door met de elektronische
regelaar AVR te werken.
- Controleer het toerental van de motor (3120 rpm
zonder belasting).
- Spanningsregelaar defect (vervangen).
Startbatterij leeg
- Controleer het peil van het elektrolyt in de batterij
(herstel het juiste niveau).
- Controleer of het laadapparaat goed functioneert
(vervangen).
- Controleer of de batterij intact is.
NL