15
middel van een punt A of 2xA/2 van een antivalharnas.
Gewicht van de gebruiker:
min. 55 kg - max. 100 kg.
Afb. 2:
Het TYROLL-systeem kan worden geïnstalleerd zoals in Afb. 2. In deze gebruiksmodus moet de gebruiker worden vastgemaakt in aanvulling
van het TYROLL-systeem, aan een ander valbeschermingssysteem of aan een tweede systeem dat voldoet aan de norm EN12841. De gebruiker (of een
derde) oefent kracht uit op het deel met speling van het touw om de gebruiker te kunnen laten zaken of op te hijsen. De kracht die wordt uitgeoefend is
in verhouding met het gewicht van de gebruiker. De gebruiker wordt gestopt zodra het gedeelte met speling van het touw wordt losgelaten. Het volstaat
dan om aan het touw te trekken om het blokkeermechanisme vrij te geven en door te gaan met het laten zakken of hijsen. In dit gebruikstype moet u
controleren of de hijskit correct is uitgevoerd (zonder dat er touwen kruisen) door middel van dubbele katrollen van het type FA 70 017 00 of FA 70 017
01 (EN12278). Er moet een dubbele achtknoop worden gerealiseerd op de dubbele katrol onderaan. De gebruiker moet vastgemaakt worden aan het via
het ventrale punt van een antivalharnas.
Gewicht van de gebruiker:
min. 55 kg - max. 140kg.
Het TYROLL-systeem zal worden vastgemaakt aan een verankeringspunt door middel van een verbindingsstuk (EN362), moet het verankeringspunt van
het apparaat moet zich boven de gebruiker bevinden en voldoen aan norm EN 795 (minimale weerstand: R>12kN – EN 795:2012), het andere uiteinde
wordt vastgemaakt aan een verankeringspunt van een harnas (EN361-EN358-EN813). Het mechanisme mag niet horizontaal worden gebruikt.
Het is
verboden te hijsen tot boven het hoogste verankeringspunt van het systeem.
Scherpe randen, structuren met een kleine doorsnede en corrosie moeten vermeden worden, omdat deze de prestatie van het touw negatief kunnen
beïnvloeden, of de kabels en banden moeten op een juiste manier beschermd worden.
Controleer of de algemene positie een schommelende beweging in geval van een val beperkt en of het werk wordt uitgevoerd op een manier die het
risico op en de hoogte van een val beperkt.
Om veiligheidsredenen en vóór elk gebruik controleren of er geen obstakel is dat de normale werking van het touw tegengaat in het geval van een val.
De vrije ruimte moet ten minste de volgende zijn:
1,8 m onder de voeten van de gebruiker
*.
* : Uit veiligheidsoverwegingen is het essentieel om vóór en tijdens elk gebruik de vrije ruimte op de werkplek te controleren om er zeker van te zijn dat
er in geval van een val geen botsing met de grond of met een obstakel kan plaatsvinden. Besteed hierbij extra aandacht aan bewegende obstakels (bijv.
een vrachtwagen, een hoogwerker ...).
Gebruik het product tussen: -30°C / 50°C.
We raden u aan om vóór en tijdens elk gebruik de benodigde maatregelen te nemen voor een eventuele veilige reddingsactie.
Deze uitrusting dient uitsluitend te worden gebruikt door opgeleide, bekwame personen in goede gezondheid, of onder supervisie van een opgeleid en
bekwaam persoon.
Opgelet!
Bepaalde medische condities kunnen de veiligheid van de gebruiker beïnvloeden. Neem in geval van twijfel contact op
met uw arts.
Let op voor risico's die de prestaties van uw apparatuur, en dus de veiligheid van de gebruiker, kunnen verminderen, als het blootgesteld wordt aan
extreme temperaturen (< -30°C of > 50°C), bij langdurige blootstelling aan klimaatomstandigheden (UV, vocht), aan chemische stoffen, aan elektrische
spanning, aan de torsies die teweeggebracht worden in het valbeschermingssysteem tijdens het gebruik, aan scherpe randen, aan wrijvingen of breuken,
…
Controleer vóór elk gebruik
of het blokkeersysteem werkt. Voer hiervoor op een zeer lage hoogte (enkele tientallen cm) een blokkeertest uit door een
val te simuleren (het is niet mogelijk de blokkering te controleren met alleen spierkracht). Controleer of het touw niet stuk, gerafeld, verbrand of te
versleten is. Controleer of de metalen deeltjes (verankering en bevestiging) niet vervormd of verroest zijn, en controleer of de verbindingsstukken goed
werken (vergrendelen/openen). De carters, beschermkappen en alle schroeven moeten aanwezig zijn en mogen niet beschadigd zijn. De markeringen
moeten leesbaar blijven. In geval van twijfel over de staat van het apparaat, of na een val, mag het apparaat niet meer worden gebruikt (aangeraden
wordt om het te identificeren als "BUITEN DIENST") en moet het naar de fabrikant of naar een competent persoon die door de fabrikant is gemachtigd,
worden gestuurd.
Het is verboden om een onderdeel van de uitrusting te verwijderen, toe te voegen of te vervangen.
Chemische producten:
Stel het apparaat buiten werking in geval van contact met chemische producten, oplosmiddelen of brandstoffen die de werking
kunnen aantasten.
TECHNISCHE KENMERKEN:
Katrolstopper FA 20 800 00: Materiaal: Polyester/Aluminium/Staal - Breuk > 15kN
Gevlochten touw FA 70 010 99: Materiaal: Polyamide - Breuk > 15 kN - Diameter: 10,5 mm.
GEBRUIK IN COMBINATIE MET ANDER VEILIGHEIDSMATERIAAL:
De uitrusting wordt gebruikt met een valstopsysteem zoals omschreven in de beschrijving (zie norm EN363) om ervoor te zorgen dat de tijdens de
valstop ontwikkelde energie minder dan 6 kN bedraagt. Een veiligheidsharnas (EN361) is de enige inrichting voor grip op het lichaam waarvan het
gebruik is toegestaan. Het kan gevaarlijk zijn om een eigen valbeschermingssysteem te maken waarin elke veiligheidsfunctie invloed kan hebben op een
andere veiligheidsfunctie. Raadpleeg dus vóór elk gebruik de aanbevelingen voor gebruik van elk onderdeel van het systeem.
CONTROLE:
De indicatieve levensduur van het product is 10 jaar, maar deze kan toenemen of afnemen afhankelijk van het gebruik en/of de resultaten van de jaarlijkse
controles.
De uitrusting moet systematisch worden gecontroleerd in geval van twijfel, na een val en ten minste elke twaalf maanden, door de fabrikant of een
competent* persoon die door de fabrikant gemachtigd is en volgens de periodieke controlevoorschriften van de fabrikant (en meer in het bijzonder
de Inspectiegids ref. GI XX-XXXXXX-XX), om de weerstand en dus de veiligheid van de gebruiker te garanderen. Het is aanbevolen de periodieke
inspecties te documenteren met een inspectierapport en foto’s.
De beschrijving moet (schriftelijk) worden aangevuld na elke controle van het product; de controledatum en de datum van de volgende controle moeten
worden aangeduid op de beschrijving en het is ook raadzaam de datum van de volgende controle aan te geven op het product.
*: raadpleeg de definitie van bevoegde persoon op onze website in de rubriek: Technische informatie/advies.
ONDERHOUD EN OPSLAG:
(Strikt na te leven voorschriften)
Tijdens het vervoer houdt u de uitrusting verwijderd van alle snijdende delen en bewaart u deze in de verpakking. Schoonmaken met water en zeep.
Afnemen met een doek en ophangen in een geventileerde ruimte, zodat de uitrusting op natuurlijke wijze kan drogen en uit de buurt houden van elk open
vuur of warmtebron. Dit geldt ook voor onderdelen die tijdens het gebruik nat zijn geworden. Het apparaat moet in zijn verpakking opgeborgen worden
in een droge en geventileerde ruimte met gematigde temperatuur.
Summary of Contents for FA 20 800 00
Page 20: ...20 NOTES...