Bedienen van de radio-stopcontacten
De radio-stopcontacten kunnen via de afstandsbediening of rechtstreeks aan het stopcontact worden bediend.
Sturing via de afstandsbediening:
Inschakelen:
Druk kort op de grotere toets (ON) van het geprogrammeerde toetsenpaar (6,7 of 8). De werkingsindicatie licht op.
Uitschakelen:
Druk kort op de kleinere toets (OFF) van het geprogrammeerde toetsenpaar (6,7 of 8). De werkingsindicatie dooft.
Rechtstreekse bediening:
Druk kort op toets (13) van het radio-stopcontact. Nu drukken verandert de schakeltoestand. In de ingeschakelde toestand (ON) licht de
werkingsindicatie (12) op.
Tijdgestuurde timerfunctie:
aan elk radio-stopcontact kan bovendien een timerfunctie worden toegevoegd. De timer is instelbaar van 1 tot 3 uur via een schuifschakelaar (10).
Na het inschakelen via de afstandsbediening, de telefoon-radioschakelaar of rechtstreeks aan het stopcontact schakelt het radio-stopcontact na de
ingestelde tijd uit. Schuif daartoe de schakelaar voor de tijdsturing (10) in de overeenkomstige stand.
OFF
=
Timer-functie is uit
1H
=
uitschakelen na 1 uur
2H
=
uitschakelen na 2 uur
3H
=
uitschakelen na 3 uur
Aansluiten van de telefoon-radioschakelaar
De telefoon-radioschakelaar kan op elke willekeurige analoge telefoon worden aangesloten,die via een stekker op het telefoonnet is aangesloten.
De telefoon-radioschakelaar wordt tussen de telefoonleiding en de telefoon aangesloten.
Voor het aansluiten gaat u als volgt te werk:
•
Koppel de telefoon los van het telefoonnet. Druk daartoe de kleine hefboom op de stekker naar beneden en trek de stekker uit de telefoon.
•
Stop deze in de bus „Line“ (14) van de telefoon-radioschakelaar.
•
Verbind een uiteinde van de meegeleverde kabel met de telefoon-radioschakelaar (bus „EXT“) en het andere uiteinde met de vrijgekomen
aansluiting op de telefoon.
•
Controleer de werking van de telefoon door de hoorn uit te haken. De kiestoon moet hoorbaar zijn.
•
De telefoon-radioschakelaar is klaar voor gebruik.
Programmeren van de telefoon-radioschakelaar
Voor de telefoon-radioschakelaar correct kan worden gebruikt, moet deze met de persoonlijke instellingen worden geprogrammeerd.
Het programmeren van de telefoon-radioschakelaar kan pas gebeuren na het „Programmeren van de radio-stopcontacten“, omdat daarin de kanalen
worden toegewezen. Voor het programmeren is een tweede telefoonaansluiting ev. een gsm vereist.
Controleer of de tweede telefoon gebruikt maakt van toonkiezing, omdat het programmeren gebeurt via het toetsenbord.
Tijdens het programmeren wordt vastgelegd:
•
na hoeveel keer bellen de radioschakelaar actief moet worden
•
welk uw persoonlijke toegangscode met 4 - 8 cijfers is. Ga om te programmeren als volgt te werk:
•
Plaats de schakelaar op de zijkant (16) in de stand „SET“. De werkingsindicatie licht 20 seconden op.
•
Druk binnen deze periode op een willekeurige toets (behalve „RESET“) van de afstandsbediening. De werkingsindicatie dooft.
•
Bel met de tweede telefoon naar de aansluiting, waarop de telefoon-radioschakelaar is aangesloten.
•
Na 5 keer bellen hoort u in de telefoon een korte „piep“.
•
Kies nu binnen de 20 seconden de cijferreeks 1 2 3 4 #
•
Bij correct invoeren hoort u opnieuw een korte „piep“
•
Kies nu het aantal beltonen van 1 - 9 waarna de telefoon-radioschakelaar moet gaan reageren, bijv. met de cijferreeks * 4 * („ster“ aantal
„ster“)
•
Bij correct invoeren hoort u opnieuw een korte „piep“
•
Voer uw persoonlijke toegangscode met 4 - 8 cijfers in, en bevestig met de toets #
•
Het programmeren is klaar. Plaats de schakelaar op de zijkant (16) in de stand „WORK“. Kort overzicht programmeren (schakelaarstand
„SET“)
Invoer
Verklaring
Geluidssignaal
Tel.nr. kiezen
5 x bellen
Eén pieptoon
1 2 3 4 #
fabriekscode invoeren
Eén pieptoon
* 4 *
Aantal beltonen van 1 - 9 kiezen (0 = niet inschakelen)
Eén „piep“
2 2 0 5 1 9 7 1 #
Pers. code met 4 - 8 cijfers invoeren
Eén „piep“
Tel. inhaken
Het programmeren is klaar. Schakelaarstand „WORK“
Indien er tijdens het programmeren een dubbele piep hoorbaar wordt, dan is de beschikbare tijd overschreden of werd een
programmastap niet correct herkend. Herhaal de programmeerprocedure.