7 NL
STOPZETTEN VAN DE
MOTOR
1. Alle apparaten die op de kontaktdozen van het
stroomaggregaat aangesloten zijn, afkoppelen.
2. Zet de motorschakelaar [1] in “UIT” stand.
3. Het brandstofkraantje [2] dichtdraaien.
Het prestatievermogen van het stroomaggregaat wordt ook
beinvloed door en bij gebruik op lagere hoogte dan die waarvoor de
carburator afgesteld is. Ten gevolge van een te arm mengsel lucht /
benzine kan de motor te warm worden en serieuse beschadigingen
oplopen.
ONDERHOUD
De motor en de uitlaat worden zodanig heet dat zij gemakkelijk
brandwonden kunnen veroorzaken en zelfs brand in geval van
aanwezigheid van ontvlambare stoffen. De motor 15 minuten
laten afkoelen alvorens met de onderhouds- werkzaamheden
te beginnen.
VOORZICHTIG:
• Slechts originele Honda onderdelen. Onderdelen die niet
overeenkomen met de Honda specificaties, kunnen het
stroomaggregaat beschadigen
MOTOROLIE VERVERSEN
VOORZICHTIG:
• Oude motorolie kan huidkanker verwekken in geval van langdurig
en veelvuldig huidkontakt. Ondanks het feit dat dit niet vaak
voorkomt, geldt hier dat voorkomen beter is dan genezen en
verdient het aanbeveling de handen zorgvuldig te wassen nadat
men met oude motorolie in kontakt is geweest.
• De olie aftappen wanneer de motor nog warm is teneinde ervoor
te zorgen dat alle olie snel wegloopt.
1. Enkel voor ECMT7000:
Maak de 6 bevestigings-
schroeven van de linkerplaat los,
verwijder deze plaat.
2. De vuldop [3] en de aftapdop [4]
loshalen.
3. De aftapdop [4] met zijn pakking
ring [5] vastdraaien.
4. Vul met de aanbevolen olie (
zie
blz. 4
) en kontroleer of het peil
gelijk staat met de bovenrand van de olievulbuis.
Olie inhoud:
ECM2800: 0,6
-
ECMT7000: 1,1
NB: Bescherming van het milieu:
Vervuilde olie vormt een grote
bedreiging voor het milieu. Daarom is het sterk aanbevolen de
vervuilde olie in een vloeistofdicht vat naar een benzinestation of
afvalbehandelingsstation te brengen dat voor zijn recycling zal
zorgen. Nooit deze olie bij het huisvuil doen of op de grond, in de
riolering of de regenwaterleidingen gieten.
ONDERHOUD DE LUCHTFILTER
Een vervuilt luchtfilter heeft een slechte werking van de motor ten
gevolge. Het is dus uiterst belangrijk dit filter naar behoren te
reinigen.
Nooit benzine of andere ontvlambare oplosmiddelen
gebruiken bij het reinigen van de filteronderdelen. Deze
produkten kunnen ten eerste brand veroorzaken en ten tweede
de onderdelen beschadigen.
1. Maak de bevestigingsclips [6] los
en verwijder de deksel [7] van de
luchtfilter. Verwijder de
schuimrubber onderdeel [8].
Controleer of de onderdeel niet
gescheurd of verstopt is en
vervang indien beschadigd.
2. Reiniging:
- reinig de onderdeel [8] in een
oplossing van lauw water en een
niet schuimend huishoudelijk
reinigingsmiddel en spoel
daarna grondig schoon,
- ontvlambaar oplosmiddel, en
laat hem daarna goed drogen.
Doop de onderdeel in schone
motorolie en knijp hem uit om
de overtollige olie te
verwijderen. Als er te veel olie in
het schuimrubber achterblijft,
rookt de motor bij de volgende
paar keer starten.
3. Breng de schuimrubber
onderdeel [8] en de deksel [7] van
de luchtfilter weer aan en zet de
bevestigingsclips [6] goed vast.
VOORZICHTIG:
• Nooit het stroomaggregaat zonder luchtfilter gebruiken. De motor
zou hierdoor schade kunnen oplopen.
REINIGEN VAN HET BEZINKCUPJE EN
BENZINEFILTERS
1. Doe de brandstofkraantje dicht (“OFF”
stand) en verwijder het cupel [9], de
O-ring [10] en de kraantjefilter [11].
2. Reinig de onderdelen in een niet-
ontvlambaar oplosmiddel en laat ze
drogen. Controleer of de filter niet
beschadigd is.
3. Zet de brandstofkraantje open (“ON”
stand), tap de benzine uit de tank af en
vang de benzine op in een geschikte
opvangbak.
4. Breng de filter [11] en de O-ring [10]
weer aan en draai het bezinkingscupel
[9] helemaal vast.
5. Draai de moer [12] los om de kraantje
en de benzinefilter [14] te verwijderen.
6. Reinig de filter in een niet-ontvlambaar
oplosmiddel. Controleer of de filter niet
beschadigd is.
7. Spoel de tank en reinig indien
noodzakelijk.
8. Controleer of de O-ring [13] goed op zijn
plaats zit, breng de filter [14] weer aan
en draai de moer [12] vast.
9. Controleer of er geen lekkage is.
VEILIGHEID
1
[1]
ST
OP
ECM2800
ECMT7000
[1]
ON
OFF
OFF
[2]
VEILIGHEID
7
5
[4]
[5]
[3]
[6]
[7]
[8]
[6]
[7]
[8]
OFF
[11]
[10]
[9]
ON
OFF
ON
ON
OFF
[14]
[13]
[12]
ON
OFF
OM ECM2800-ECMT7000.book Page 7 Mercredi, 29. février 2012 12:00 12