6 NL
• Het wordt niet aanbevolen het stroomaggregaat te gebruiken
voor elektronische toestellen zoals televisie, hifi-installaties,
mikrocomputers enz. die qua spanningsvorm en / of -
regeling veeleisender zouden kunnen zijn.
• Men moet iedere overbelasting vermijden en de hierna
volgende regels beslist in acht nemen teneinde de
levensduur van het stroomaggregaat te waarborgen:
- Het totaal van de vermogens van de gelijktijdig op het
stroomaggregaat aangesloten apparaten moet
overeenstemmen met de specificaties die in de
blz 12
van
dit handboek beschreven zijn,
- Elektromotoren hebben bij het starten een hoger
vermogen nodig dan hun nominaal vermogen (elektrisch
handgereedschap, kompressors enz...). In geval van twijfel
raden wij U aan uw Honda dealer te raadplegen,
- Nooit de max. stroomsterkte overschrijden die voor iedere
kontaktdoos aangegeven is.
• Het stroomaggregaat mag niet tot zijn nominaal vermogen
worden belast indien de normale koelingsvoorwaarden niet
in acht worden genomen (atmosferische druk:
100 kPa [1 bar]).
• In geval van gebruik in ongunstige omstandigheden, moet
men ervoor zorgen dat het gevraagde vermogen wordt
verminderd.
Voorbeeld: 28 A* (* beperkt tot x A door de stroomverbreker).
INFORMATIE AANGAANDE DE BOUW VAN HET
STROOMAGGREGAAT
• De stroomaggregaat wikkelingen zijn niet verbonden met aarde;
hierdoor ontstaat een veilige constructie met een verlaagd risico
van elecktrocutie. Het is streng verboden om de wikkeling met
aarde te verbinden, tenzij een 30mA aardlekschakelaar word
gebruikt voor de bescherming ter bescherming van de
gebruikers. De installatie van de aardlekschakelaar dient te
geschieden door een geklalificeerde elektricien en alle
aangesloten apparatuur dient te zijn geaard.
• De differentiaalstroomverbreker doet dienst als opsporingstoestel
van gebrekkige isolering.
Hij onderbreekt de stroomtoevoer indien er een gebrek optreedt
tussen een onder spanning staande geleider en een deel van de
massa aan de kant van de uitgang van de
differentiaalstroomverbreker.
ECMT7000
(230 / 400 V)
• De drie eenfase-230 V -kontaktdozen zijn parallel aangesloten op
de aansluitklemmen van een wikkeling die zodanig versterkt is
dat zij een stroom van 20 A kan verdragen. Het vermogen in
eenfazige stroom 230 V aangegeven op het type plaatje en in de
tabel van de technische gegevens, is slechts beschikbaar indien
geen enkele andere last in driefazenwisselstroom is aangesloten
op de kontaktdozen van het stroomaggregaat. Nooit de
driefazenwisselstroom-kontaktdoos van het stroomaggregaat
aansluiten op een eenfazige schakelkast.
Tijdens gelijktijdig gebruik van eenfazige stroom 230 V en
driefazenwisselstroom 400 V, mag de stroomsterkte per faze
10 A niet overschrijden.
Vo:
Beschikbaar vermogen op de kontaktdozen bij gelijktijdige
éénfase en driefasentoepassing.
• Deze stroomaggregaaten zijn voorzien van thermische
stroomverbreker die dienst doen als beveiliging in geval van
overbelasting. Een onderbreking van de stroomvoorziening
tijdens gebruik kan het gevolg zijn van overbelasting die de
thermische stroomverbreker heeft doen trippen. In dat geval moet
u enkele ogenblikken wachten, de oorzaak van de overbelasting
verhelpen en vervolgens de thermische stroomverbreker resetten
door op de knop [1] vlakbij de kontaktdozen te drukken, of de
knop [2] (400 V) om te zetten. De thermische stroomverbreker zijn
gedimensionneerd in verhouding tot het vermogen van de
machine. In geval van vervanging moet men erop letten dat een
oorspronkelijk Honda-onderdeel wordt geinstalleerd.
AANSLUITINGEN
Bij gebruik van een verlengsnoer met een haakse stekker moet
deze het IP X4-label hebben en moet de kabel voorzien zijn van
een stevige, flexibele rubbercoating.
IN WERKING STELLEN
NB:
Schakel niet naar een andere voltage wanneer er een gebruiker
(apparaat) aangesloten is aan de generator. Dit kan ernstige schade
toebrengen aan de schakelaar en gebruiker (apparaat).
1. ECM2800 B: Kies de gewenste
spanning met behulp van de
spanningskeuzeschakelaar [3].
2. De apparaten op de kontaktdozen
aansluiten, erop letten dat de voor
iedere aansluiting aangegeven
maximale stroomsterkte niet
overschreden wordt.
3. Kontroleren of de stroomverbreker ingeschakeld is.
• Geen enkel apparaat aansluiten zolang het stroomaggregaat
nog niet gestart is.
• Niet de interne bedrading van het aggregaat veranderen.
• Niet de motorafstellingen wijzigen. De frekwentie en de
spanning van de stroom die het aggregaat afgeeft staan in
direkt verband met de draaisnelheid: deze afstellingen
worden in de fabriek verricht.
OLIENIVO BEWAKINGSSYSTEEM
Het oliewaarschuwingssysteem is ontworpen om beschadigingen
aan de motor door gebrek aan olie in de onderste krukkast te
voorkomen. Zodra het oliepeil het veiligheidspeil bereikt, zet het
oliewaarschuwingssysteem de motor stop. (De schakelaar van de
motor blijft op “AAN”).
In dit geval zal de motor niet meer kunnen starten, ondanks het
lanceren van de starterkoord, indien de olie niet bijgevuld
wordt.
3-fazig
0
3000 W
4000 W
5000 W
6000 W
7000 W
Eenfazig
4500 W
1300 W
950 W
650 W
300 W
0
[4]
Haakse stekker - Alleen
IP X4
Typen
Vorm
Steker
B
F
GV, GVW
IP X4
NUR
GV-GVW
[4]
ECMT7000
[1]
[2]
ECM2800 B
[1]
[1]
ECM2800 F, GV, GVW
[1]
[3]
OM ECM2800-ECMT7000.book Page 6 Mercredi, 29. février 2012 12:00 12