
- 88 -
Fig. 17A
A
Fig. 17B
B
C
B
B
D
Afb. 17A
Afb. 17B
BOUGIE
OPMERKING:
Voor een efficiënte werking van de
zaagmotor moet de bougie schoon blijven en moet
de juiste elektrodeafstand worden aangehouden.
1. Druk de STOP-schakelaar naar beneden.
2.
Verwijder knop (A) terwijl u het luchtfilterdeksel
op zijn plaats houdt en verwijder de bovenste
afdekking (B) door de schroeven waarmee de
afdekking vastzit, los te draaien. Het deksel zal
loskomen. (Afb. 18A)
3. Koppel de kabelaansluiting (C) los van de
bougie (D) door tegelijkertijd te trekken en te
draaien (Afb. 18B).
4. Verwijder de bougie met een bougiesleutel.
GEBRUIK GEEN ENKEL ANDER
GEREEDSCHAP.
5. Controleer de elektrodeafstanden met een
voelermaat en stel indien nodig de afstand in op
0,635 mm (0,025”).
6. Monteer een nieuwe bougie.
OPMERKING:
Ter vervanging moet een
weerstandsbougie worden gebruikt.
OPMERKING:
Dit vonkontstekingssysteem voldoet
aan alle vereisten van de ICE-regelgeving.
Equipment Regulations.
Fig. 18A
A
Fig. 18B
C
D
B
Afb. 18B
Afb. 18A
AFSTELLINGEN AAN DE
CARBURATEUR
Voor een optimale prestatie is de carburateur af
fabriek afgeregeld. Als er verdere aanpassingen nodig
zijn, breng dan uw apparaat naar de dichtstbijzijnde
gekwalificeerde onderhoudstechnicus.
EEN KETTINGZAAG OPSLAAN
LET OP:
Sla nooit een kettingzaag langer
dan 30 dagen op zonder de volgende procedures
te doorlopen.
Om een kettingzaag langer dan 30 dagen op te slaan
moet onderhoud voor opslag worden uitgevoerd. Als
de instructies voor opslag niet worden opgevolgd,
zal de in de carburateur achtergebleven brandstof
verdampen, waardoor een kleverige aanslag
achterblijft. Dit kan leiden tot moeizaam starten en
tot dure reparaties.
1. Draai de brandstoftankdop langzaam los om
alle druk uit de tank te laten ontsnappen. Tap de
brandstoftank zorgvuldig af.
2. Start de motor en laat hem draaien totdat
het apparaat stopt, om de brandstof uit de
carburateur te verwijderen.
3. Laat de motor afkoelen (ca. 5 minuten).
4. Verwijder de bougie met behulp van een
bougiesleutel.
5. Giet 1 theelepel schone tweetaktolie in de
verbrandingskamer. Trek het startkoord
langzaam enkele malen uit om de interne
onderdelen te smeren. Vervang de
ontstekingsbougie. (Afb. 19)
OPMERKING:
Sla het apparaat op een droge plaats
op, uit de buurt van mogelijke ontstekingsbronnen
zoals een fornuis, gasgestookte boiler, gasgestookte
droger enz.
Fig. 19
Afb. 19
EEN APPARAAT UIT DE OPSLAG
HALEN
1. Verwijder de bougie.
2. Trek krachtig aan het startkoord om overmatige
olie uit de verbrandingskamer te verwijderen.
3. Reinig de bougie en stel de elektrodeafstand
in of monteer een nieuwe bougie met de juiste
elektrodeafstand.
4. Bereid het apparaat voor op bedrijf.
5. Vul de brandstoftank met het juiste brandstof-
oliemengsel. Raadpleeg sectie
BRANDSTOF
EN SMERING
.
ONDERHOUD AAN DE GELEIDER
Regelmatige smering van de tandwielpunt aan
de geleider (geleider met rail die de zaagketting
ondersteunt en draagt) is vereist. Het juiste
onderhoud van de geleider, zoals uitgelegd in deze
sectie, is van essentieel belang om uw zaag in goed
werkende conditie te houden.
SMERING VAN DE TANDWIELPUNT:
LET OP:
De tandwielpunt op uw nieuwe
zaag is af fabriek voorgesmeerd. Het niet smeren
van de tandwielpunt van de geleider volgens
onderstaande uitleg, zal in slechte prestaties en
vastlopen resulteren, waardoor de fabrieksgarantie
vervalt.
Aanbevolen wordt de tandwielpunt na 10 uur gebruik
of eenmaal per week te smeren, welk van de twee
het eerste optreedt. Maak de tandwielpunt van de
geleider altijd grondig schoon voordat u het smeert.
GEREEDSCHAPPEN VOOR SMERING:
Het smeerpistool (optioneel) wordt aanbevolen
om vet op de tandwielpunt van de geleider aan
te brengen. Het smeerpistool is uitgerust met een
naaldvormige neuspunt, wat nodig is om efficiënt vet
op de tandwielpunt aan te brengen.
DE TANDWIELPUNT SMEREN:
WAARSCHUWING:
Draag
handschoenen voor zwaar werk wanneer u de
geleider en ketting hanteert.
1. Druk de STOP-schakelaar naar beneden.
OPMERKING:
Het is niet nodig de zaagketting te
verwijderen om de tandwielpunt van de geleider te
smeren. Het smeren kan op de werkplek worden
uitgevoerd.
2. Reinig de tandwielpunt van de geleider.
3. Steek bij gebruik van het smeerpistool
(optioneel) de naaldvormige punt in de
smeeropening en spuit vet in totdat het aan
de buitenkant van de tandwielpunt naar buiten
komt (Afb. 20).
Summary of Contents for GMSH 40+
Page 200: ...199 3 10 LWA 2000 14 EC 2005 88 EC 108...
Page 201: ...200 9 3 NGK CMR7H 1...
Page 202: ...201 1 2 3 4 1 2A 2B 2A A B 2B A B C 1 2 3 4 5 6 7 1 2 3 4 A A B C B...
Page 204: ...203 1 6A 2 6B 6A 6B 5 A C B 4 4 5 1 A A 4 2 B 4 A B A B...
Page 207: ...206 11A B A D 15 18 cm 6 7 11 5 10 A B C...
Page 211: ...210 20 1 2 3 20 4 10 1 2 3 4 5 19 1 5 32 4mm...
Page 212: ...211 5 8 24 25 24 25 5 23 22 23 3 4mm 4 5 2 3 2 21 3 8 LoPro x 050 5 32 4mm 22 21 21...
Page 213: ...212 3 40 1...
Page 262: ......
Page 263: ......