91
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Ga eerst zelf na wat er aan de hand zou kunnen zijn voor u om een reparatie gaat verzoeken. Als u iets abnormaals vindt, voer dan de
handelingen beschreven in deze handleiding uit. Knoei niet met onderdelen en demonteer geen onderdelen als dat niet in de handleiding
beschreven wordt. Neem contact op met een erkende onderhoudsmonteur of uw dealer voor eventuele reparaties.
Probleem
Waarschijnlijke oorzaak (storing)
Oplossing
U heeft de opvoerpomp niet gebruikt.
Druk 7 tot 10 keer op de opvoerpomp.
Er wordt niet snel genoeg aan de
trekstarter getrokken.
Trek harder.
Niet genoeg brandstof.
Ga tanken.
Brandstoffilter verstopt.
Reinig het brandstoffilter.
Brandstofleiding geknakt of kapot.
Haal de knik eruit of vervang de brandstofleiding.
Slechte brandstof.
Als de brandstof oud of slecht is, is de motor
moeilijker te starten, Gebruik verse brandstof.
(Ververs de brandstof in de tank minstens een
keer per maand.)
Te grote toevoer van brandstof
(verzuipen).
Zet de gashendel op halve of hoge snelheid en
trek aan de trekstarter totdat de motor start. Als de
motor nog steeds niet wil starten, dient u de bougie
eruit te draaien, af te drogen en weer in te draaien.
Start de motor vervolgens zoals beschreven.
Losse bougiedop.
Zet de bougiedop weer vast.
Vuile bougie.
Maak de bougie schoon.
Abnormale elektrodenafstand.
Stel de afstand tussen de elektroden van de
bougie bij.
Andere problemen met de bougie.
Vervang de bougie.
Problemen met de carburateur.
Verzoek om inspectie en onderhoud.
De trekstarter werkt niet.
Verzoek om inspectie en onderhoud.
De motor start niet
Problemen met de overbrenging.
Verzoek om inspectie en onderhoud.
Niet genoeg opgewarmd.
Laat de motor eerst opwarmen.
De chokehendel staat op "CLOSE" (dicht),
alhoewel de motor al opgewarmd is.
Zet de chokehendel open.
Brandstoffilter verstopt.
Reinig het brandstoffilter.
Luchtfilter verstopt of verontreinigd.
Reinig het luchtfilter.
Problemen met de carburateur.
Verzoek om inspectie en onderhoud.
Problemen met de overbrenging.
Verzoek om inspectie en onderhoud.
De gaskabel zit niet goed vast.
Maak de gaskabel op de juiste wijze vast.
Motor valt stil.
Motorsnelheid neemt niet toe.
Stekkertje los.
Maak het stekkertje vast.
Problemen met het elektrische systeem.
Verzoek om inspectie en onderhoud.
De motor stopt niet.
Wanneer de motor niet start na het opwarmen:
Als u geen problemen vindt via de bovenstaande controles, dient u het gas ongeveer 1/3 open te zetten en vervolgens de motor te starten.
Laat de motor stationair lopen en zet
de chokehendel op CLOSE (dicht).