FUNCTIES EN GEBRUIKSBEPERKINGEN
Het beschermschoeisel voor motorrijders heeft de functie om de kans op verwonding te
verminderen bij een ongeluk met de motorfiets.
De aanwending van beschermschoeisel voor
motorrijders beschreven in deze informatiefolder en gehomologeerd volgens EN 13634:2017 is
strikt beperkt voor het gebruik met motorfietsen op het wegdek of met terreinmotorfietsen. Voor
identificatie van de specifieke gebruiksbestemming van het door u aangekochte
beschermschoeisel wordt verwezen naar de
Bijlage (Informative Note Attachment)
. Deze bevat
tabel 2 met de volgende informatie:
Tabel 2
G
–
Identificatiecode
schoeisel
H -
Specifieke gebruiksbestemming waarvoor het schoeisel werd ontworpen;
‘S’
=
Gebruik met motorfietsen op wegdek,
‘ F’
= Gebruik met
terreinmotorfiets.
Lees de exacte code vermeld op de homologatie-etiket binnenin het schoeisel en
controleer voor welke gebruiksbestemming het schoeisel werd ontworpen.
WAARSCHUWINGEN
-
Houd je strikt aan het specifieke gebruiksdoel van het beschermschoeisel.
-
Gebruik het beschermschoeisel voor motorrijders niet voor andere gebruiksdoelen:
oneigen gebruik kan de aangeboden bescherming aanzienlijk reduceren;
-
het beschermschoeisel mag niet blootgesteld zijn aan extreme temperaturen, lager
dan –20 °C en hoger dan +50 °C.
Voor een adequaat beschermingsniveau raden wij aan het beschermschoeisel behandeld
in deze Informatiefolder te gebruiken in combinatie met andere PBM voor afdekking van de
niet beschermde lichaamszones. Zo kunnen bijvoorbeeld de kuiten beschermd worden
door protectors in de broek in te steken.
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
Hoe het beschermingsmiddel kiezen en dragen
Het beschermschoeisel kan uitsluitend zijn beschermende functie correct uitvoeren tijdens het
gebruik en in geval van ongelukken wanneer de maat correct is. Om de correcte maat uit te kiezen
tussen de maten aangeboden door de fabrikant moet men vooral de volgende punten in acht
nemen:
- tijdens het motorrijden moet de voet goed geïmmobiliseerd zijn binnen het schoeisel;
- met de schoen aangetrokken en in de opgerichte stand mogen de tenen de tip van het schoeisel
niet raken.
Het is belangrijk dat het schoeisel de correcte maat heeft en alle sluitsystemen correct werden
bevestigd. Controleer regelmatig de slijtage van de velcrosluitingen en houd ze schoon om de
efficiëntie te behouden. Beschermschoeisel voor motorrijders voorzien van een
bevestigingssysteem aan motorpakken, moet ter garantie van de maximale bescherming gebruikt
worden in combinatie met de speciaal hiervoor ontworpen motorpakken. Raadpleeg om de
beschikbare maat te kennen voor elk type beschermschoeisel de
Bijlage (Informative Note
Attachment)
. Deze bevat tevens een tabel 3 met de volgende informatie:
Tabel 3
I –
Identificatiecode schoeisel
L –
Beschikbare maten
Toepassing, integriteit en efficiëntie van het product en correct gebruik
Wij bevelen strikt aan om vóór elk gebruik de integriteit van het schoeisel te controleren en het
NIET meer te gebruiken mocht je evidente tekens van slijtage of defecten bemerken, totdat diens
correcte functionaliteit terug volledig werd hersteld.
In het bijzonder moet je de volgende zaken controleren:
- de correcte werking van de sluiting.
- de dikte, integriteit en reinheid van de zool en de groeven erin.
- de integriteit van de sliders, indien aanwezig.
Voor waterdicht schoeisel bevelen wij voor de totale ondoorlaatbaarheid in alle rijposities aan dat
het schoeisel gebruikt wordt onder de broek. Indien het schoeisel boven de broek wordt
aangebracht, kunnen er waterdruppels in vallen. Bij onweer is het raadzaam om niet-waterdicht
schoeisel te beschermen door de waterdichte laarsbeschermingen uit de Dainese collectie.
Indien door het gebruik materiaalschade bemerkt wordt aan het schoeisel en/of duidelijke
beschadigingen aan zijn accessoires, dan moet de integriteit en efficiëntie van het schoeisel
gecontroleerd worden door de bijstandsdienst van Dainese. Overhandig het hiervoor aan de
verkoper waar het product werd aangekocht. Het gebruik van schoeisel volledig of gedeeltelijk
zonder de specifieke bijgeleverde accessoires (bv. sliders), indien deze voorzien werden, wordt
beschouwd als oneigen gebruik, m.a.w. gebruik waarvoor het schoeisel niet werd ontworpen.
Derhalve worden claims of aanvragen tot vervanging van het beschermschoeisel voor
motorfietsgebruik in geval van oneigen gebruik niet aanvaard door Dainese.
Instructies voor plaatsing van de sliders – indien aanwezig
Voer de volgende instructies uit indien de “sliders” van het schoeisel moeten worden vervangen:
1- neem de laars en de overeenkomstige slider (rechter of linker);
2- plaats de slider op het schoeisel zoals aangeduid op de figuur, zodat de openingen op de sliders
overeenstemmen met die op de laars;
3- draai eerst de schroef op de zijkant vast, terwijl je de slider tegen de laars houdt;
4- draai dan de schroef op de voorkant vast, zoals aangeduid in puntje 3.
ONDERHOUDSINSTRUCTIES
Pictogrammen voor referentie:
1-
Het bovendeel is het buitenoppervlak van de schoenstructuur, bevestigd aan de buitenzool.
2-
De bekleding van bovendeel en buitenzool bestaat uit een voering en inlegzool, die samen de
binnenkant van het schoeisel vormen.
3-
De buitenzool is de onderste laag van het schoeisel, onderhevig aan slijtage door schuren, en
bevestigd aan het bovendeel.
4-
Leder is de algemene term gebruikt om een dierenhuid of vacht te beschrijven die min of meer
de oorspronkelijke vezelstructuur heeft behouden en gelooid werd voor bewaring.
5-
Gecoat leder is een product waarbij de coating of met lijm beklede laag niet dikker is dan één
derde van de totale productdikte, maar wel dikker dan 0,15 mm.
46