DAB S4, Instruction For Installation And Maintenance

Page: 33 / 136

NEDERLANDS
31
3. BEHEER
Levering en opslag
Voordat de pompen de fabriek verlaten hebben ze allemaal een accurate serie controles ondergaan. Het
materiaal dient echter onmiddellijk na ontvangst te worden gecontroleerd om na te gaan of er geen schade is
ontstaan tijdens het transport.
Als de pomp niet onmiddellijk wordt gebruikt, moet hij op een koele, niet al te droge plaats worden bewaard,
goed gesloten in de oorspronkelijke verpakking.
Transport
De elektropompgroep moet voorzichtig worden behandeld met gebruik van hefwerktuigen en geschikte
aanslagmiddelen die voldoen aan de veiligheidsnormen.
De groep mag niet worden blootgesteld aan doorbuiging.
Verplaats het product nooit aan de voedings- en aardingskabels.
Gewicht
Het totale gewicht van de pomp staat vermeld op de sticker op de verpakking.
4. Verpompte vloeistoffen
De machines zijn ontworpen en gebouwd om water zonder explosieve stoffen, vaste partikels of vezels te
verpompen, met een dichtheid van 1000 kg/m
3
en een kinematische viscositeit die gelijk is aan 1mm
2
/s, en
vloeistoffen die niet chemisch agressief zijn. De elektropomp is niet geschikt voor het verpompen van
ontvlambare of gevaarlijke vloeistoffen.
5. TECHNISCHE GEGEVENS
Opslagtemperatuur -10°C + 40°C
Vloeistoftemperatuur van 0°C tot +40°C
Installatie Verticaal of horizontaal
Werkveld Zie plaatje met pompgegevens
Max. zandgehalte 150 gr/m
3
6. KOPPELING VAN DE POMP AAN DE ONDERWATERMOTOR
Voor gedemonteerde 4” elektropompen
De pomp is geschikt voor koppeling aan een 4” onderwatermotor
die voldoet aan de NEMA-normen.
De juiste koppeling gebeurt als volgt (Afb.1):
- Verwijder de kabelafscherming (1) door de
bevestigingsschroeven (2) los te halen en de afscherming
los te maken van de externe pompbehuizing (7).
- controleer of de as, koppeling en pasvlakken schoon zijn.
- plaats de motor (3) verticaal.
- let er bij het koppelen van de pomp aan de motor op dat de
"kabeldoorgangsopening" van de onderste drager in lijn is
met de kabeluitgang van de motor.
- draai na de koppeling de moeren (4) aan op de trekbouten
(5) die de pomp bevestigen aan de motor. Doe dit door ze
een voor een aan te halen volgens de diagonale lijnen, met
een aanhaalkoppel van 18 N/m ± 1.
- leg de kabel (6) van de motor langs de pomp (7) en bedek
hem met de kabelafscherming (1).
- bevestig de kabelafscherming aan het huis en zet hem
vast met de schroeven (2).
Afb. 1 Koppeling pomp-motor