![DAB MCE-30/P Instruction For Installation And Maintenance Download Page 372](http://html1.mh-extra.com/html/dab/mce-30-p/mce-30-p_instruction-for-installation-and-maintenance_495449372.webp)
NEDERLANDS
368
6.6.8
Instelling van het aantal inverters en van de reserves
6.6.8.1
NA: actieve inverters
Instelling van het maximumaantal inverters dat pompt.
Kan een waarde aannemen tussen 1 en het aantal aanwezig inverters (max. 8). De standaardwaarde voor NA
is N, d.w.z. het aantal inverters dat aanwezig is in de keten, dit betekent dat als er inverters aan de keten
worden toegevoegd of verwijderd, NA altijd automatisch de waarde aanneemt van het aantal gedetecteerde
inverters. Wanneer u een waarde anders dan N instelt, wordt het maximumaantal inverters dan kan pompen
vastgelegd op het ingestelde getal.
Deze parameter is van nut in gevallen waarin er een limiet is aan de pompen die men ingeschakeld kan of wil
houden en in het geval men één of meer inverters als reserve wil houden (zie IC: Configurazione della riserva
par 6.6.8.3 en voorbeelden).
Op dezelfde menupagina is het ook mogelijk de andere twee systeemparameters die met deze parameter
samenhangen te bekijken (zonder ze te kunnen wijzigen), d.w.z. N, automatisch door het systeem afgelezen
aantal aanwezige inverters, en NC, maximaal aantal gelijktijdig werkende inverters.
6.6.8.2
NC: gelijktijdig werkende inverters
Instelling van het maximumaantal inverters dat gelijktijdig kan werken.
Kan waarden tussen 1 en NA aannemen. Als standaardwaarde neemt NC de waarde NA aan, dit betekent dat
hoeveel NA ook stijgt, NC de waarde NA aanneemt. Wanneer u een waarde anders dan NA instelt, koppelt u de
parameter los van NA en wordt het maximumaantal gelijktijdig werkende inverters vastgelegd op het het
ingestelde getal. Deze parameter is van nut in gevallen waarin er een limiet is aan de pompen die men
ingeschakeld kan of wil houden (zie IC: Configurazione della riserva par 6.6.8.3 en voorbeelden).
Op dezelfde menupagina is het ook mogelijk de andere twee systeemparameters die met deze parameter
samenhangen te bekijken (zonder ze te kunnen wijzigen), d.w.z. N, automatisch door het systeem afgelezen
aantal aanwezige inverters, en NA, aantal actieve inverters.
6.6.8.3
IC: configuratie van de reserve
Configureert de inverter als automatisch of reserve. Indien deze parameter is ingesteld op auto (default) zal de
inverter aan de normale pompwerking deelnemen, indien hij als reserve is geconfigureerd, wordt er een
minimale startprioriteit aan toegekend, dit komt er op neer dat de inverter die zo is ingesteld, altijd als laatste zal
starten. Als u een aantal actieve inverters instelt dat lager is dan het aantal aanwezig inverters en er één
element als reserve wordt ingesteld, zal het effect zijn dat er geen storingen zijn, de reserve-inverter doet niet
mee aan de normale pompwerking, in het geval echter dat één van de inverters die wel pompen een storing
heeft (bijvoorbeeld uitval van de voeding, activering van een beveiliging etc.), start de reserve-inverter.
De reserveconfiguratiestatus kan als volgt bekeken worden: in de pagina SM, het bovenste deel van het
pictogram is gekleurd; op de pagina's AD en hoofdpagina, het pictogram van de communicatie dat het adres
van de inverter voorstelt wordt weergegeven met het nummer op een gekleurde achtergrond. Binnen een
pompsysteem kunnen ook meer dan één inverter als reserve geconfigureerd worden.
De als reserve geconfigureerde inverters nemen weliswaar niet deel aan de normale pompwerking, maar
worden dankzij het algoritme tegen achterblijvende vloeistof altijd in goede staat van werking gehouden. Dit
algoritme zorgt ervoor dat elke 23 uur de startprioriteit wordt verwisseld, zodat iedere inverter minimaal één
minuut achtereen vloeistof opbrengt. Het doel van dit algoritme is te voorkomen dat de kwaliteit van het water in
de waaier wordt aangetast en zorgt ervoor dat de bewegende onderdelen in goede staat worden gehouden. Het
is nuttig voor alle inverters en in het bijzonder voor de als reserve geconfigureerde inverters die onder normale
omstandigheden niet werken.
6.6.8.3.1 Configuratievoorbeelden
voor multi inverter installaties
Voorbeeld 1:
Een pompgroep die bestaat uit 2 inverters (N=2 automatische gedetecteerd) waarvan 1 ingesteld als actief
(NA=1), één met gelijktijdige werking (NC=1 of NC=NA aangezien NA=1 ) en één als reserve (IC=reserve op
één van de twee inverters).
Het effect zal als volgt zijn: de niet als reserve geconfigureerde inverter start en werkt alleen (ook als hij er niet
in slaagt de hydraulische belasting te dragen en de opgebrachte druk te laag is). In het geval de inverter een
storing vertoont, treedt de reserve-inverter in werking
Summary of Contents for MCE-30/P
Page 278: ...274 1 276 2 279 3 280 4 282 5 283 6 4 20 284 7 285 8 286 9 287 10 290 11 290 12 292...
Page 279: ...275 IEC 60634...
Page 280: ...276 1 6 MCE 55 P e MCE 30 P 1 1 1...
Page 282: ...278 2 5 2 1 2 1 2 2 1 1 2 1 2 L L L 2 2 4 15...
Page 283: ...279 2 2 2 1 2 2 1 1 4 3 1 RST 2 2 4 3 1 8 3 3...
Page 284: ...280 AS 3 3 2 2 1 2 4 3 1 UVW 4 2 4 3 50 60 200 1...
Page 286: ...282 4 2 2 3 Press e Flow 5 A B C D d1 d2...
Page 291: ...287 3 9 64 X 128 4 MODE SET 10 7 MODE 1 SET 7 3 EEprom SET 6 SET MODE...
Page 292: ...288 3 1 9 3 2 1 2 3 2 1 MODE SET MODE 8 2 2 5 5 5 2 2 8...
Page 294: ...290 3 2 2 11 SET 10 15 12 11...
Page 296: ...292 12 11 13 GO SB...
Page 297: ...293 4 4 1 Link 8 4 2 4 2 1 Link 2 Link 5...
Page 300: ...296 4 3 1 2 1 4 3 1 3 SET MODE LA RC FN MS FS FL AC AE O1 1 O2 2 4 4 ET 6 6 9 FL...
Page 326: ...322 BL 10 6 24 24 30 LP 295 348 HP OT TE 100 C 85 C OB BT 120 C 100 C OC 10 6 OF 10 6 29...
Page 327: ...323 8 8 1 PMW 4 2 8 2 8 3 8 3 SET EE EEprom FLASH...
Page 494: ...490 1 492 2 495 3 496 4 498 5 499 6 4 20 mA 500 7 501 8 502 9 503 10 506 11 506 12 508 13 523...
Page 495: ...491 IEC 364 inverter...
Page 496: ...492 1 Inverter inverter inverter 6 inverter MCE 55 P MCE 30 P 1 1 1...
Page 502: ...498 4 2 2 3 Press Flow 5 A B C D d1 d2...
Page 507: ...503 3 9 oled 64 X 128 4 MODE SET 9 inverter 7 MODE 1 SET 7 3 EEprom SET 6 SET MODE...
Page 508: ...504 3 1 9 3 2 1 2 3 2 1 MODE SET Setpoint MODE 8 ONOMA TOY MENOY 2 Setpoint 2 5 5 5 2 2 8...
Page 512: ...508 12 11 12 GO SB FAULT...
Page 543: ...539 8 8 1 PMW 4 2 8 2 inverter 8 3 8 3 inverter SET EEPROM FLASH setpoint...
Page 599: ...595...