![DAB MCE-30/P Instruction For Installation And Maintenance Download Page 338](http://html1.mh-extra.com/html/dab/mce-30-p/mce-30-p_instruction-for-installation-and-maintenance_495449338.webp)
NEDERLANDS
334
In Tabel 3 vindt u ook de maten van de magnetothermische schakelaars die gebruikt kunnen worden in functie
van de stroomwaarde.
LET OP: de magnetothermische veiligheidsschakelaar en de voedingskabels van de inverter en van de pomp
moeten qua afmetingen en waarde worden afgestemd op de installatie.
De differentiaalschakelaar die het systeem beveiligt moet de juiste afmeting en waarde hebben en moet
van het type "Klasse AS" zijn. De automatische differentiaalschakelaar moet gemarkeerd zijn met de
volgende twee symbolen:
Wanneer de in het handboek gegeven aanwijzingen niet overeenkomen met de geldende voorschriften, dienen
de geldende voorschriften te worden gevolgd.
De massaverbinding moet tot stand worden gebracht met aangespannen kabelschoenen zoals getoond in
Afbeelding 3.
Afbeelding 3: Aansluiting van de aardgeleider
2.2.1.2 Elektrische
aansluitingen op de elektropomp
De verbinding tussen inverter en elektropomp wordt tot stand gebracht met een kabel met 4 geleiders (3 fasen +
aarde). De kenmerken van de aangesloten elektropomp moeten overeenstemmen met hetgeen is aangegeven
in Tabel 1.
De uitgangsklemmen worden onderscheiden door het opschrift UVW en een pijl die van de klemmen af wijst,
zie Afbeelding 2.
De doorsnede, het type en de aanleg van de kabels voor de aansluiting van de elektropomp moeten aan de van
kracht zijnde voorschriften voldoen. In Tabel 2 vindt u indicaties met betrekking tot de kabeldoorsnede die
gebruikt moet worden. De tabel heeft betrekking op kabels van PVC met 4 geleiders (3 fasen + massa) en geeft
de minimumdoorsnede aan die wordt aanbevolen op grond van de stroomwaarde en de lengte van de kabel.
De stroom naar de elektropomp wordt over het algemeen vermeld bij de gegevens op het kenplaatje van de
motor.
De nominale spanning van de elektropomp moet gelijk zijn aan de voedingsspanning van de inverter.
De nominale frequentie van de elektropomp kan worden ingesteld op het display op grond van de door de
fabrikant verstrekte gegevens (kenplaatje).
De inverter kan bijvoorbeeld ook op 50 [Hz] worden gevoed en een op 60 [Hz] nominaal werkende elektropomp
aansturen (als deze frequentie voor de pomp is opgegeven).
Voor speciale toepassingen kunnen ook pompen met een frequentie tot 200 [Hz] worden gebruikt.
De met de inverter verbonden gebruiker mag niet meer stroom opnemen dan de maximale stroomwaarde die
kan worden afgegeven en die vermeld is in Tabel 1.
Controleer de kenplaatjes en het aansluittype (ster of driehoek) van de gebruikte motor, om er zeker van te zijn
dat aan bovengenoemde condities wordt voldaan.
Als de aardlijnen per abuis worden aangesloten op een klem die niet de aardklem is, kan het
hele apparaat hierdoor onherstelbaar beschadigd worden.
Der irrtümliche Anschluss der Stromleitung an die Ausgänge kann zu irreparablen Schäden
am Gerät führen.
Summary of Contents for MCE-30/P
Page 278: ...274 1 276 2 279 3 280 4 282 5 283 6 4 20 284 7 285 8 286 9 287 10 290 11 290 12 292...
Page 279: ...275 IEC 60634...
Page 280: ...276 1 6 MCE 55 P e MCE 30 P 1 1 1...
Page 282: ...278 2 5 2 1 2 1 2 2 1 1 2 1 2 L L L 2 2 4 15...
Page 283: ...279 2 2 2 1 2 2 1 1 4 3 1 RST 2 2 4 3 1 8 3 3...
Page 284: ...280 AS 3 3 2 2 1 2 4 3 1 UVW 4 2 4 3 50 60 200 1...
Page 286: ...282 4 2 2 3 Press e Flow 5 A B C D d1 d2...
Page 291: ...287 3 9 64 X 128 4 MODE SET 10 7 MODE 1 SET 7 3 EEprom SET 6 SET MODE...
Page 292: ...288 3 1 9 3 2 1 2 3 2 1 MODE SET MODE 8 2 2 5 5 5 2 2 8...
Page 294: ...290 3 2 2 11 SET 10 15 12 11...
Page 296: ...292 12 11 13 GO SB...
Page 297: ...293 4 4 1 Link 8 4 2 4 2 1 Link 2 Link 5...
Page 300: ...296 4 3 1 2 1 4 3 1 3 SET MODE LA RC FN MS FS FL AC AE O1 1 O2 2 4 4 ET 6 6 9 FL...
Page 326: ...322 BL 10 6 24 24 30 LP 295 348 HP OT TE 100 C 85 C OB BT 120 C 100 C OC 10 6 OF 10 6 29...
Page 327: ...323 8 8 1 PMW 4 2 8 2 8 3 8 3 SET EE EEprom FLASH...
Page 494: ...490 1 492 2 495 3 496 4 498 5 499 6 4 20 mA 500 7 501 8 502 9 503 10 506 11 506 12 508 13 523...
Page 495: ...491 IEC 364 inverter...
Page 496: ...492 1 Inverter inverter inverter 6 inverter MCE 55 P MCE 30 P 1 1 1...
Page 502: ...498 4 2 2 3 Press Flow 5 A B C D d1 d2...
Page 507: ...503 3 9 oled 64 X 128 4 MODE SET 9 inverter 7 MODE 1 SET 7 3 EEprom SET 6 SET MODE...
Page 508: ...504 3 1 9 3 2 1 2 3 2 1 MODE SET Setpoint MODE 8 ONOMA TOY MENOY 2 Setpoint 2 5 5 5 2 2 8...
Page 512: ...508 12 11 12 GO SB FAULT...
Page 543: ...539 8 8 1 PMW 4 2 8 2 inverter 8 3 8 3 inverter SET EEPROM FLASH setpoint...
Page 599: ...595...