![Conrad Premium Mc CRYPT Lumiclub 27 58 74 Instruction Manual Download Page 78](http://html.mh-extra.com/html/conrad/premium-mc-crypt-lumiclub-27-58-74/premium-mc-crypt-lumiclub-27-58-74_instruction-manual_2654124078.webp)
78
10. Netaansluiting
Het stopcontact waarop het lichteffect wordt aangesloten, moet gemakkelijk bereikbaar zijn
zodat het apparaat in geval van storingen snel en zonder gevaren van de netspanning kan worden
gescheiden.
Zorg ervoor dat de netkabel niet met andere kabels in aanraking komt.
Wees voorzichtig bij de omgang met netsnoeren en netaansluitingen. Netspanning kan
levensgevaarlijke elektrische schokken veroorzaken.
Laat kabels niet zonder toezicht rondslingeren. Deze dienen op deskundige wijze gelegd te
worden om gevaar voor ongevallen of beschadigingen van de netleiding te voorkomen.
Let voor het verbinden van het netsnoer op dat de aan het lichteffect aangesloten apparaatspanning
met de aanwezige netspanning overeenstemt. Als de gegevens niet overeenkomen met de
beschikbare netspanning, kunt u het apparaat niet aansluiten. Bij een verkeerd ingestelde
voedingsspanning kan het komen tot onherstelbare schade aan het apparaat en tot gevaar voor
de gebruiker.
• Verbind de eurostekker van de netkabel met de netaansluiting (7) van het apparaat.
• Steek de netstekker van het netsnoer in een stopcontact met randaarde.
• Zodra het apparaat op de contactdoos is aangesloten, begint het te werken.
11. Bediening
Via de functietoetsen en het scherm (1, 2, 3 en 4) vindt de instelling van de modus plaats.
a) Automatische modus
• Druk op de toets MODE (1) tot “Axx” op het scherm (4) verschijnt. “A” betekent dat het apparaat zich in de
automatische modus bevindt, “xx” geeft de geselecteerde functie weer.
• Stel de gewenste functie met de toetsen UP (2) of DOWN (3) in. De verschillende functies zijn in de volgende lijst
opgenomen.
• De wijziging gebeurt onmiddellijk.
• De lichtintensiteit is altijd 100% (volledige helderheid).
In deze modus reageert het apparaat niet op signalen die met de aansluiting DMX IN (5) zijn verbonden,
maar genereert het afhankelijk van de geselecteerde functie, overeenkomstige DMX-signalen (12-
kanaalssignalen) aan de aansluiting DMX OUT (6). Hierdoor kunnen apparaten die met de aansluiting
DMX OUT (6) verbonden zijn en als slave- of slave-reverse-apparaten gecodeerd zijn synchroon worden
aangestuurd.
De laatst ingestelde functie blijft bewaard, ook wanneer u deze bedrijfsmodus tussendoor verlaat of het
lichteffect werd uitgeschakeld.