Climbing Technology by Aludesign S.p.A. via Torchio 22
24034 Cisano B.sco BG ITALY
www.climbingtechnology.com
17/32
IST51-FETBCT_rev.1 04-21
NEDERLANDS
De gebruiksaanwijzing van dit apparaat bestaat uit een algemene en een speci-
fieke instructie en beide moeten vóor gebruik zorgvuldig worden gelezen.
Let op!
Dit blad bevat slechts de specifieke instructie.
SPECIFIEKE INSTRUCTIES EN 566:2017.
Deze nota bevat de informatie die nodig is voor het correcte gebruik van het (de)
volgende product(en): bandslingeringen en daisy chain.
1) TOEPASSINGSGEBIED.
EN 566:2017. Uitrusting voor alpinisme - Ringen. Dit product is een persoon-
lijk beschermingsmiddel (PBM) tegen vallen van een hoogte en voldoet aan
verordening (EU) 2016/425.
Let op!
Dit product kan alleen worden gebruikt
met uitrustingen die het EG-keurmerk dragen, toebehoren voor alpinisme zoals
connectoren (EN 12275), gordels (EN 12277), enz.
Let op!
Toepassingen in
overeenstemming met de norm EN 566 zijn in de tekeningen aangeduid met de
aanduiding “EN 566”.
2) AANGEMELDE INSTANTIE
S.
Zie de legenda in de algemene instructies (paragraaf 9/tabel D): M1; M2; M6;
N1.
3) BENAMING
(Afb. 4). A) Bovenste oog/lus. B) Verbindingsoog. C) Tussenlig-
gende ogen/lussen. D) Toelichtende label. E) Onderste oog/lus. F) Karabiner.
3.1 - Belangrijkste materialen.
Zie de legenda in de algemene instructies (para-
graaf 2.4): 7/13 (Ref. No. 7W096; 7W103; 7W146; 7W147); 7 (Ref. No.
7W107; 7W108).
4) MARKERING.
Nummers/letters zonder bijschrift: zie de legenda in de algemene instructies
(hoofdstuk 5).
4.1 - Algemee
n (Afb. 1). Indicaties: 4; 6; 8; 11; 12; 13; 14.
4.2 - Traceerbaarheid
(Afb. 1). Indicaties: T8.
5) WAARSCHUWINGEN.
Het gebruik van de riemlussen (Mod. 7W103;
7W107; 7W108; 7W096) en de daisy chain (Mod. 7W146; 7W147) als
verbinding met andere onderdelen, die compatibel zijn en geschikt zijn voor het
beoefenen van alpinisme of de klimsport, dient plaats te vinden met gebruik van
karabiners in overeenkomst met de EN 12275 norm.
Let op!
Het verankeringspunt
dient te allen tijde te worden gepositioneerd boven de gebruiker en het is absoluut
noodzakelijk dat de gebruiker zich niet hoger dan het verankeringspunt plaatst
(Afb. 2).
Let op!
Tijdens het gebruik dient de uitrusting voortdurend gespannen
te zijn, om te voorkomen dat het systeem (uitrusting en verankering) in het geval
van een val belast wordt, waardoor de integriteit wordt aangetast.
Let op!
De
aanwezigheid van onjuiste knopen op de uitrusting kan leiden tot het aantasten
van de integriteit ervan.
6) RIEMLUSSEN.
De riemlussen kunnen worden geplaatst rondom een veranke-
ring met de juiste vorm en weerstand.
Let op!
De verankeringssectie en eventuele
knelpunten kunnen de integriteit van de uitrusting reduceren (Fig. 5).
Let op!
Het
schuiven van een touw over de riem kan leiden tot het breken ervan (Fig. 6.3).
De riemlussen kunnen worden gebruikt om een stop te creëren, rekening houdend
met de hoek die zal worden gecreëerd aan de bovenkant: hoe meer de hoek is
gesloten hoe beter de verdeling van de kracht is in het geval van belasting van de
stop (Fig. 6.4÷6.6).
Let op!
In het geval van klimsetjes bestaande uit twee karabi-
ners en één riemlus (Fig 11.1-12.1) dient er geen gebruik te worden gemaakt van
een rubberen bevestigingsmiddel: er bestaat een gevaar voor het onopzettelijk
losraken van de karabiner van de riem (Fig 11.2÷11.5, 12.2÷12.5).
7) DAISY CHAIN.
Een daisy chain is bedoeld voor het verbinden van de gebrui-
ker met een verankeringspunt of met een ander geschikt hulpmiddel (bijv. afdaal-
apparaat, handstijgklem, enz.). De installatie van deze voorzieningen op het
harnas moet uitsluitend met behulp van de hieronder beschreven speciale knoop
worden uitgevoerd: voer het oog/de lus van de daisy chain in de twee lussen
van de klimgordel in, zoals aangeduid (Fig. 8.1) en breng/of passeer het oog/
de lus in het verbindingsoog (Fig. 8.2); voer het/de bovenste oog/lus in het/de
onderste oog/lus in (Fig. 8.3) en trek het oog/de lus aan richting de buitenkant
totdat de knoop volledig vastzit (Fig. 8.4). Controleer of de knoop juist is.
Let
op!
De verbinding met de klimgordel met behulp van de ankersteek reduceert de
draagkracht drastisch (Fig. 7.4).
7.1 - Multi Chain Evo / Sport Chain.
De bijzondere constructie van de Mul-
ti Chain Evo en de Sport Chain garandeert altijd een belasting van 24 kN:
vanaf beide uiteinden, voor elke tussenliggende lus of door het verbinden van
twee of meer tussenliggende lussen (Fig. 7.1). De constructie van afzonderlijk
lussen reduceert de mogelijkheid van fouten en het gevaar van het losraken uit de
verankering, wat typerend is voor de traditionele daisy chain. Eenmaal correct
geïnstalleerd op de kabelboom moeten deze daisy chains worden verbonden
met een ankerpunt of met een ander gereedschap door middel van een EN
12275-connector (standaard in het model Sport Chain) die op de juiste wijze in
de bovenste ring of in een van de tussenringen wordt gestoken (fig. 7.2). Om de
daisy chain korter te maken, dient er een extra karabiner te worden gebruikt, die
wordt ingevoerd in één van de tussenliggende lussen (Fig. 9.3). De Multi Chain
Evo en Sport Chain kunnen worden gebruikt voor de automatische zekering op
de standplaats (Fig. 9.1÷9.4), als leeflijn bij het abseilen (Fig. 9.5) of als voetlus
(Fig. 9.6). Daarnaast kan de Multi Chain Evo worden gebruikt voor het creëren
van een stop, door op een optimale manier twee of meer verankeringspunten in
evenwicht te brengen (Fig. 10.1÷10.3).
Let op!
De directe verbinding van een
riemlus met één van de lussen van de Multi Chain Evo reduceert de draagkracht
drastisch (Fig. 10.4).
Let op!
Hang de daisy chain voor en na het gebruik op
zoals aangeduid (Fig. 9.8).
8) SYMBOLEN.
Zie de legenda in de algemene instructies (paragraaf 16): F2;
F6; F7; F9.