110
Nederlands
Code
nr.
Niveau
Naam variabele
BESCHRIJVING
WAARDEBEREIK
STANDAARD
Min
Max
109
Inst.
CONFIGURATIE
SLAVE -UITGANG
Gebruik de knop Dagen voor selectie van:
0
3
0
1
0. 3-wegklep
1. Overige
1
3
0. zone 1: Ventilatorspoelen werken altijd
1. Zone 1: Fan coils are always working
2. zone 1: Ventilatorspoelen werken niet wanneer de SWW-klep geactiveerd is, tenzij
in koelmodus
3. zone 1: Ontvochtiger
2
3
0. zone 2: Ventilatorspoelen werken niet wanneer SWWklep geactiveerd is
1. zone 2: Ventilatorspoelen werken altijd
2. zone 2: Ventilatorspoelen werken niet wanneer de SWW-klep geactiveerd is, tenzij
in koelmodus
3. zone 2: Ontvochtiger
110
Inst.
HUMIDITY LIMIT
Deze code definieert de vochtigheidsdrempelwaarde om de uitgang geschikt te
maken voor de externe ontvochtiger.
20
100
100
111
Inst.
ANTIFROST T°
Deze code definieert de temperatuur waaronder de vorstbeveiliging van het water
wordt geactiveerd.
4 °C
10
4 °C
Klimaatcurve
112
Inst.
NUMMER
Gebruik de knop Dagen voor selectie van de verwarmingsklimaatcurve:
0
6
0
0. - zone 1
0. Geen vooraf gedefinieerde klimaatcurve (De installateur moet de klimaatcurve
instellen)
1 - 6. Zie handleiding voor meer informatie over de klimaatcurve
1. - zone 2
0. Geen vooraf gedefinieerde klimaatcurve (De installateur moet de klimaatcurve
instellen)
1 - 6. Zie handleiding voor meer informatie over de klimaatcurve
113
Inst.
PLTSL T° O
Minimum buitenT° hangt af van het land waar het systeem is geïnstalleerd
(Verwarmingsklimaatcurve zone 1 en 2)
-20 °C 10 °C
-7 °C
114
Inst.
STOP H T° O
Indien de buiten-T° gelijk is aan of hoger dan de waarde van deze code, wordt de
minimale watertemperatuur in aanmerking genomen (Verwarmingsklimaatcurve zone
1 en 2)
15 °C
50 °C
20 °C
115
Inst.
NT VERW T W1
In de verwarmingsmodus, minimale water-T° naar terminal zone 1
(Verwarmingsklimaatcurve zone 1)
20 °C
60 °C
20 °C
116
Inst.
MAX W T° W1
In verwarmingsmodus, maximale water-T° in terminal zone 1
(Verwarmingsklimaatcurve zone 1)
20 °C
80 °C
35 °C
117
Inst.
NT VERW T W2
In de verwarmingsmodus, minimale water-T° naar terminal zone 2
(Verwarmingsklimaatcurve zone 2)
20 °C
60 °C
40 °C
118
Inst.
MAX W T° W2
In verwarmingsmodus, maximale water-T° in terminal zone 2
(Verwarmingsklimaatcurve zone 2)
20 °C
80 °C
55 °C
119
Inst.
NUMMER KOELKLIMAAT
Gebruik de Dagen-knop voor de selectie van de koelklimaatcurve:
0
2
0
0. - zone 1
0. Geen vooraf gedefinieerde klimaatcurve (De installateur moet de klimaatcurve
tekenen)
1 - 2. Zie handleiding voor meer informatie over de klimaatcurve
1. - zone 2
0. Geen vooraf gedefinieerde klimaatcurve (De installateur moet de klimaatcurve
tekenen)
1 - 2. Zie handleiding voor meer informatie over de klimaatcurve
120
Inst.
MAX. REGIO T°
De minimale buiten-T° is afhankelijk van het land waar het systeem is geïnstalleerd
(Koelklimaatcurve zone 1 en 2)
30 °C
50 °C
40 °C
121
Inst.
KOEL. STOP T°
Indien de buiten-T° gelijk is aan of lager dan de waarde van deze code, wordt de
maximale watertemperatuur in aanmerking genomen (Koelklimaatcurve zone 1 en 2)
0 °C
25 °C
22 °C
122
Inst.
MIN. KOEL. W T°
In koelmodus, minimale water-T° naar terminal zone 1 (Koelklimaatcurve zone 1)
4 °C
20 °C
12 °C
123
Inst.
MAX. W T° KOEL.
In koelmodus, maximale water-T° naar terminal zone 1 (Koelklimaatcurve zone 1)
4 °C
20 °C
18 °C
124
Inst.
MIN. KOEL. W T°
In koelmodus, minimale water-T° naar terminal zone 2 (Koelklimaatcurve zone 2)
4 °C
20 °C
6 °C
125
Inst.
MAX. W T° KOEL.
In koelmodus, maximale water-T° naar terminal zone 2 (Koelklimaatcurve zone 2)
4 °C
20 °C
12 °C
Reserveverwarmers
126
Inst.
AUX AANTAL
Aantal reserveverwarmers
0
2
0
0. Geen reserveverwarmers
1. 1 backupverwarming uitgang (om te worden geselecteerd in geval van een boiler
back-up)
2. 2 backup kachels uitgang (2 backupverwarming uitgang geactiveerd na de 1e
backupverwarming uitgang)
127
Inst.
ELEK RESERVEBOIL
Definieert de backup energiebron:
1
2
80AW---M0: 2
Overige:: 1
1: Elektrische verwarmer
2: Gasboiler