CAIRE VisionAire 5, User Manual

Page: 150 / 288

VisionAire Family
150 - NL PN MN238-C4 A | Gebruikershandleiding
Probleemoplossing
Als uw VisionAire-zuurstofconcentrator niet goed werkt, raadpleeg dan de tabel op de volgende pagina's voor
mogelijke oorzaken en oplossingen en neem indien nodig contact op met de leverancier van uw apparaat.
Als het niet lukt om uw apparaat in te schakelen, sluit uw neuscanule, zuurstofmasker of ander accessoire dan aan
op een reservebron van aanvullende zuurstof.
Opmerking: voer geen onderhoud uit dat geen deel uitmaakt van de mogelijke oplossingen in deze handleiding.
Onderhoud is de verantwoordelijkheid van de provider en wordt bijgehouden door de provider.
Opmerking: om te voorkomen dat de garantie zijn geldigheid verliest, dient u alle aanwijzingen van de fabrikant in
acht te nemen.
Opmerking: als het apparaat langdurig niet is gebruikt, moet het minimaal 15 minuten werken voordat het
stroomstoringsalarm kan worden geactiveerd.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Apparaat werkt niet. Er klinkt
een geluidsalarm vanwege
stroomuitval.
Netsnoer niet aangesloten op
een stopcontact.
Controleer of de stekker van het netsnoer goed is
aangesloten op het stopcontact.
Het stopcontact geeft geen
stroom.
Inspecteer de stroombron, de wandcontactdoos,
de zekering en de stroomonderbreker in uw
woning.
Stroomonderbreker van
de zuurstofconcentrator is
geactiveerd.
Druk op de resetknop van de stroomonderbreker
aan de voorkant van het apparaat (niet ingedrukt
houden).
Neem contact op met de leverancier van uw
apparaat als de stroomonderbreker opnieuw
springt of het alarm blijft klinken nadat het
apparaat is ingeschakeld.
Beperkte zuurstofstroom. De bevochtigerfles is vuil of
verstopt.
Verwijder de bevochtigerfles van de
zuurstofuitlaat. Als de zuurstofstroom nu weer in
orde is, dient u de bevochtigerfles te reinigen of
te vervangen door een nieuwe.
Neuscanule, zuurstofmasker,
katheter en/of zuurstofslang of
ander accessoire is defect.
Verwijder de accessoires en inspecteer ze op
knikken en verstoppingen. Vervang indien nodig.
Loszittende canuleslang. Controleer de aansluiting van de canuleslang op
het bedieningspaneel.
Ophoping van condens
in de zuurstofslang
tijdens het gebruik van de
bevochtigerfles.
Ventilatie van het apparaat
niet in orde. Verhoogde
bedrijfstemperatuur.
Zorg dat het apparaat niet in de buurt staat
van gordijnen, bekledingen, heteluchtroosters,
verwarmingen en haarden. Zorg ervoor dat
alle zijden van het apparaat zich op minimaal
30,5 cm (12 inch) afstand van muren en andere
obstakels bevinden. Plaats het apparaat niet in
een besloten ruimte.
Vul de bevochtigerfles opnieuw met KOUD water.
OVERSCHRIJD DE VULLIJN NIET. Laat de
zuurstofslang drogen of vervang deze door een
nieuwe.