Installatie
MS 200 – 6720879925 (2017/11)
124
Maximale totale lengte van de BUS-verbindingen:
• 100 m met 0,50 mm
2
aderdiameter
• 300 m met 1,50 mm
2
aderdiameter
▶ Om inductieve beïnvloeding te vermijden: installeer alle laagspan-
ningskabels separaat van netspanning geleidende kabels (minimale
afstand 100 mm).
▶ Bij externe inductieve invloeden (bijvoorbeeld van fotovoltaïsche in-
stallaties) kabel afgeschermd uitvoeren (bijvoorbeeld LiYCY) en af-
scherming eenzijdig aarden. Sluit de afscherming niet op de
aansluitklem voor de randaarde in de module aan maar op de huisaar-
de, bijvoorbeeld vrije afleiderklem of waterleiding.
Gebruik bij verlenging van de sensorkabel de volgende aderdiameters:
• Tot 20 m met 0,75 mm
2
tot 1,50 mm
2
geleiderdiameter
• 20 m tot 100 m met 1,50 mm
2
geleiderdiameter
▶ Installeer de kabel door de al voorgemonteerde tulen en conform de
aansluitschema's.
Tabel 5
3.2.2
Aansluiting voedingsspanning pomp en menger (netspan-
ningszijde)
De bezetting van de elektrische aansluitingen is afhankelijk van de geïn-
stalleerde installatie. De aan het eind van het document in afb. 8 t/m 15
getoonde beschrijving is een voorstel voor de procedure van de elektri-
sche aansluiting. De handelingsstappen zijn deels niet zwart weergege-
ven. Daarmee kan gemakkelijker worden herkend, welke
handelingsstappen bij elkaar horen.
▶ Gebruik alleen elektriciteitskabels van dezelfde kwaliteit.
▶ Let erop dat de fasen van de netaansluiting correct worden geïnstal-
leerd.
Netaansluiting via een stekker met randaarde is niet toegestaan.
▶ Sluit op de uitgangen alleen componenten en modules aan conform
deze instructie. Sluit geen extra besturingen aan die andere installa-
tiedelen aansturen.
Het maximale opgenomen vermogen van de aangesloten componenten
en modules mag niet hoger worden dan het maximaal vermogen zoals ge-
specificeerd in de technische gegevens van de module.
▶ Wanneer de netspanning niet via de elektronica van het toestel ver-
loopt, moet lokaal voor de onderbreking van de netspanning over alle
polen een genormeerde scheidingsinrichting (conform EN 60335-1)
worden geïnstalleerd.
▶ Installeer de kabels door de tulen, conform de aansluitschema's aan-
sluiten en met de meegeleverde trekontlasting borgen
(
afb. 8 t/m 15 aan het eind van het document).
Tabel 6
3.2.3
Aansluitschema's met installatievoorbeelden
De hydraulische weergaven zijn slechts schematisch en zijn een vrijblij-
vend voorbeeld voor een mogelijke hydraulische schakeling. De veilig-
heidsvoorzieningen moeten conform de geldende normen en lokale
voorschriften worden uitgevoerd. Zie voor meer informatie en mogelijk-
heden de planningsdocumenten of het bestek.
solarsystemen
Aan het eind van het document zijn de benodigde aansluitingen op
MS 200, eventueel op MS 100 en de bijbehorende hydraulische sche-
ma's van deze voorbeelden weergegeven.
De toekenning van het aansluitschema aan het solarsysteem kan met de
volgende vragen worden vergemakkelijkt:
• Welk solarsysteem
is aanwezig?
• Welke functies
(zwart weergegeven) zijn aanwezig?
• Zijn extra functies
aanwezig? Met de extra functies (grijs weerge-
geven) kan de tot nu toe geselecteerhet solarsysteem worden uitge-
breid.
Een voorbeeld van de configuratie van een solarsysteem is als onderdeel
van de inbedrijfname in deze handleiding opgenomen.
Beschrijving van de solarsystemen en functies vindt u verder voorin dit
document.
Benamingen van de aansluitklemmen (laagspanningszijde ≤ 24 V)
vanaf afb. 20 aan het einde van het document
BUS
BUS
-systeem EMS 2/EMS plus
IS1...2
Aansluiting
1)
Voor warmtehoeveelheidsmeter
(
I
nput
S
olar)
1) Klembezetting:
1 – massa (watermeter en temperatuursensor)
2 – debiet (watermeter)
3 – temperatuur (temperatuursensor)
4 – 5 VDC (voedingsspanning voor vortexsensoren)
OS1...2
Aansluiting
2)
Toerentalregeling pomp met
PWM of 0-10 V (
O
utput
S
olar)
2) Klembezetting (klemmen 1 en 2 ompoolveilig):
1 – Massa
2 – PWM/0-10 V-uitgang (optie)
3 – PWM-ingang (Input, optie)
TS1...8
Aansluiting temperatuursensor
(
T
emperature sensor
S
olar)
Benamingen van de aansluitklemmen (netspanningszijde)
vanaf afb. 20 aan einde document
120/230 V AC Aansluiting netspanning
PS1...5
Aansluiting pomp (
P
omp
S
olar)
VS1...2
Aansluiting 3-wegklep of 3-wegmengventiel
(
V
alve
S
olar)