Wolf Garten TRAC OHV 6, Инструкция по эксплуатации

Страница: 71 / 86

71
Onderhoud
Bedrijf
2. Reinig van tijd tot tijd de omgeving van de sensor, bijzonder onderaan.
Uitwerptunnelreiniging
1. De grasopvanginrichting van de Trac afnemen.
2. Verwijder het gras in het inwendige tunnelgedeelte over de volledige lengte tot aan het maaiwerk.
3. De grasopvanginrichting weer inhangen.
Schijnwerpers
De functie van de schijnwerpers is geïntegreerd in de schakelkast (Afb. B9).
Veiligheidsinrichtingen
De motor kan niet gestart worden wanneer:
1. de stoel niet met het gewicht van de bestuurder is belast.
2. het rempedaal niet volledig is ingedrukt (Afb. B6).
3. de maaischakelaar op de stand ON staat (Afb. B3).
4. de grasopvanginrichting niet is ingehangen.
Na het maaien
Breng het maaiwerk in zijn hoogste positie en zet de maaischakelaar op OFF. Schakel het contact uit, druk het rempedaal
volledig in en blokkeer dit met de parkeerremhendel. Sluit de benzinekraan.
Belangrijk
Trek steeds de contactsleutel af, wanneer u de Trac verlaat. Bij een langdurige gebruiksonderbreking moeten de batterijkabels
worden afgeklemd.
Reiniging
Onderhoud
Trek de contactsleutel af voor alle reinigings- en onderhoudswerkzaamheden. Draag steeds vast schoeisel en arbeidshandschoenen.
Waarschuwing voor uitspuitende brandstof, olie of andere giftige stoffen. Bevrijd na het maaien de uitwerptunnel en de
grasopvanginrichting van gras en verontreinigingen.
Wassen van de Trac
Handelt u als volgt:
1. Spuit de Trac en de grasopvanginrichting af met water. Opm.: Gebruik de aansluitingen voor het wassen van het maaiwerk.
2. Reinig de uitwerptunnel en de messen langs onder
(Afb. B11).
3. Bouw de grasopvanginrichting af en reinig deze inwendig. Laten drogen.
4. Reinig de kunststofdelen van de Trac met een spons en zeepwater.
Belangrijk
Breng het instrumentenpaneel, de schakelaars of andere elektrische inrichtingen niet in direct contact met water.
Voorzichtig
Reinig de motor nooit met een hogedrukreiniger of met agressieve reinigingsmiddelen!
Onderhoud van de motor
Volg de onderhoudsaanwijzingen op uit de bedieningshandleiding van de motor.
Motoroliewisseling
De motorolie moet gewisseld worden na de eerste 5 bedrijfsuren (zie onderhoudstabel).
Olieaftapstomp
Oliewisseling:
1. Zet een olieopvangreservoir onder de olieaftapstomp.
Instructie: krik de Trac op onder de linker wielen, zodat de olie beter kan uitvloeien.
2. Draai de olieaftapstomp tegen de wijzers van de klok in en trek deze uit het carter.
Instructie: open de vulpijp zodat de motorolie gemakkelijker kan afvloeien.
3. Sluit de olieaftapstomp door deze weer in te drukken en met de wijzers van de klok mee te
bevestigen.
4. Met olie SAE 30 of SAE 10W/30W vullen.
5. Sluit de vulpijp weer.
6. Controleer met de oliepeilstaaf of er voldoende olie werd ingevuld
(Afb. B1).
7. Afgewerkte olie moet reglementair verwijderd worden. Afgewerkte olie mag niet in de bodem
dringen.