136
21. Meten – temperatuur
Als u een temperatuurmeting uit wilt voeren, mag u alleen de temperatuursonde in contact laten
komen met het oppervlak van het te meten voorwerp. De multimeter mag niet worden blootgesteld
aan temperaturen onder of boven de gebruikstemperatuur, aangezien dit onjuiste metingen tot
gevolg kan hebben.
De temperatuursonde mag alleen worden gebruikt bij spanningsvrije oppervlakken.
a) Inleiding
• De meegeleverde thermometersonde kan temperatuur tussen -40 en +250 ˚C te
meten.
• Om het volledige temperatuurbereik (-40 tot +1000 °C) te gebruiken, dient u een
type-K thermische sensor te kopen. U heeft een adapterstekker nodig om de
type-K sensor aan te sluiten met een mini-aansluiting.
• Alle type-K thermische sensoren kunnen worden gebruikt voor
temperatuurmetingen. De temperatuur wordt weergegeven in °C of °F.
b) Meetprocedure
1. Kies de < °C°F > modus. [ °F °C ] verschijnt op het display.
2. Steek de rode testkabel in de
voet en de zwarte testkabel in de COM
voet.
- Als u een thermische sensor met mini-aansluitingen gebruikt, dient u de
sensor op een compatibele adapter aan te sluiten.
- De twee contacten van de thermische sensor-stekkers hebben een andere
breedte en zorgen ervoor dat ze correct worden aangesloten.
3. Het hoofddisplay toont de gemeten temperatuur in °C. Het kleine display geeft
de gemeten waarde in °F weer.
- [ OL ] geeft aan dat het meetbereik werd overschreden of de sensor niet
meer is aangesloten.
4. Na het meten verwijdert u de sensor en schakelt u de multimeter uit.