129
e) AC + DC spanning
• Kies < AC+DC > modus via <
>. [ V
] verschijnt op het display.
• Het hoofddisplay toont de gemeten spanning in de vorm van
.
• Het kleine display wisselt tussen de weergave van de gemeten gelijkspanning en wisselspanning.
f) LoZ wisselspanning
<
> modus stelt u in staat wisselspanningen met een lage impedantie
(ongeveer 300 kΩ) te meten. In deze modus verlaagt de multimeter de interne
weerstand om “spook” spanningsmetingen te voorkomen. Als resultaat wordt het
circuit zwaarder belast dan bij de standaardmeting modus.
Het LoZ V/AC spanningsbereik heeft een ingangsweerstand van
<300 MΩ; dat een geringe invloed op de prestaties van het circuit kan
hebben.
• Kies <
> modus. [ AC V ] verschijnt op het display.
• Het hoofddisplay toont de gemeten spanning.
• Het kleine display geeft de gemeten frequentie weer.
16. Meten - stroom
a) Inleiding
• De stroom wordt gemeten met behulp van de stroomtang (1). De sensoren van de stroomtang detecteren het
magnetische veld dat door de stroomgeleidende conductoren wordt gegenereerd.
• U kunt metingen uitvoeren op geïsoleerde en niet geïsoleerde conductoren.
• Zorg ervoor dat de conductor altijd in het midden van de stroomtang loopt (let op de markeringen) en dat de
tang is gesloten.
Annuleren en toevoegen
• Gebruik de stroomtang niet om meer dan één conductor te omsluiten. Als
de inkomende en uitgaande conductoren (bijv. L en N) worden gemeten,
heffen de beide stromen elkaar op en verschijnt er geen meting op het
display.
• Als meerdere inkomende conductoren (bijv. L1 en L2) worden gemeten,
worden de twee stromen bij elkaar opgeteld.
Lage stroom
• Bij een lage stroom kan de conductor om één kant van de tang worden
gedraait om de totaal gemeten stroom te verhogen.
• Om de juiste stroomwaarde te krijgen, dient u de gemeten stroom door
het aantal spoelen te delen.