14
Voor wat betreft installatie, gebruik, schoorsteenvegen en te ge-
bruiken brandstof dienen altijd de nationale, regionale en lokale
voorschriften te worden opgevolgd.
Waarschuwing:
Bij het stoken is het absoluut noodzaak
om de aanwijzingen te volgen uit deze gebruiksaan-
wijzing. Oververhitting met te veel hout of verkeerde
brandstof kan de vuurkamer en de schoorsteen bescha-
digen of zelfs brand veroorzaken.
Gebruik de kachel op zorgvuldige wijze. Sluit de schoorsteenklep
(indien geînstalleerd) en de luchttoevoeropeningen niet te vroeg,
om de vorming van het gevaarlijke koolmonoxidegas (kolendamp)
te voorkomen!
Ingebruikname
INSTOKEN VAN DE HAARDKACHEL –
lichtgewicht kachels voorzien van
een metalen inbouwhaard
Deze moeten al bij de eerste stookbeurt worden gestookt zoals
beschreven bij “Dagelijks stoken” van deze gebruiksaanwijzing.
Tijdens het stoken wordt de beschermende lak van de inbouw-
haard hard. Dit kan wat geurhinder veroorzaken, dus zorg voor
een goede ventilatie in de kamer. Laat aan het eind van het stoken
de kacheldeur op een kier staan (foto 1), totdat de beschermende
lak hard is. Anders kunnen de afdichtingen van de kacheldeur be-
schadigd raken.
INSTOKEN VAN DE SALLA LICHTGEWICHT KACHEL
Stook deze voorzichtig in, zodat de inwendige structuur zich aan-
past aan het stoken. Stook de eerste dag enkele kleine houtjes in
de kachel (ca. 0,5-1 kg) (foto 2) en laat de kachel daarna afkoelen.
Stook de tweede en derde dag nogmaals bovengenoemde hout-
hoeveelheid en laat de kachel na het stoken steeds afkoelen.
BRANDSTOF
In de kachel kunnen alle houtsoorten worden gestookt, alsmede bri-
ketten op houtbasis. Gebruik alleen droog hout (relatief vochtgehalte
15 – 20%). Breng het hout een dag van tevoren in een ruimte met
kamertemperatuur, zodat het hout opwarmt en het oppervlak kan
drogen. Gebruik brandhout met een doorsnede van 4 – 10 cm. De
aanbevolen lengte is max. 25cm. Rond hout moet worden gekliefd.
De kachel is niet bedoeld voor het verbranden van afval. Gebruik geen
vloeibare brandstoffen, ook niet voor het aansteken van de kachel!
HOUTHOEVEELHEDEN
De in lichtgewichtkachels te verbranden maximale houthoeveel-
heid is ca. 2 kg/h. In
tabel 1
zijn per model de aanbevolen maximale
houthoeveelheid en aaneengesloten stooktijd weergegeven.
Dagelijks stoken
CONTROLEER HET ROOSTER EN DE “ASVERZAMELBAK”
Controleer voor u begint met stoken of het rooster schoon is en
de asverzamelbak niet te vol. Voor het legen van de bak open de
kacheldeur, verwijder het rooster en haal de asverzamelbak er
voorzichtig uit. Gebruik zonodig het hulpmiddel (foto 3). Controleer
na lediging of deze weer goed op zijn plaats zit. Tijdens het stoken
moet de hij altijd op zijn plaats zitten. Let erop dat de as goed is af-
gekoeld voordat u de asvezamelbak verwijdert. Schone houtas kan
als tuinbemesting worden gebruikt.
VOLDOENDE VERBRANDINGSLUCHT
Open de schoorsteenklep (indien geïnstalleerd) en ga na of er vol-
doende verbrandingslucht is. Controleer of de luchtkanalen vrij zijn
en dat zich voor de luchtkanalen geen voorwerpen bevinden die
de luchtstroom belemmeren of andere blokkades (bijv. sneeuw of
afval, in geval de verbrandingslucht rechtstreeks van buiten wordt
aangevoerd). Zet zonodig de afzuigkap en de ventilatie uit.
VOLDOENDE TREK
Controleer vóór u de kachel aansteekt altijd of de schoorsteen
voldoende trekt. Leg een luchtige prop papier op het rooster,steek
hem aan en sluit de kacheldeur. Wanneer de vlam helder is en recht
omhoog wijst, trekt de schoorsteen voldoende. Bij slechte trek-
omstandigheden kan de lucht in de schoorsteen in beweging wor-
den gebracht door met bijv. een haardroger of een heteluchtblazer
warme lucht door het veegluik van de schoorsteen te blazen of in
de luikopening een kleine hoeveelheid papier te verbranden.
AANSTEKEN
Steek de kachel aan met behulp van een aansteekhoeveelheid. De
bedoeling van de aansteekhoeveelheid is om het vuurbed te ver-
warmen voordat de eerste echte vulling wordt toegevoegd. Gebruik
voor het aansteken dun gekliefd, droog hout (diameter 1 - 2 cm).
Steek het hout aan door aanmaakmateriaal (aanmaakblokjes, ber-
kenschors, krantenpapier) op het rooster te leggen met daar bo-
venop het hout (foto 4). Voeg, wanneer de aansteekcharge goed
brandt, 2-3 stukken brandhout toe en zet de luchtregeling in de
stand die overeenkomt met de brandfase.
HOUT BIJVULLEN
Voeg pas een vulling hout toe wanneer de vorige hoeveelheid bijna
is verkoold en er nog slechts kleine, maar duidelijke vlammen zicht-
baar zijn. Leg het hout dwars op het rooster, zodanig dat het hout
niet vlak achter de deur ligt. Tijdens normaal stoken wordt aanbe-
volen om 3-4 maal hout bij te vullen. Voor een schone verbranding
is het noodzakelijk om tijdens gebruik de kacheldeur gesloten te
houden.
BEËINDIGEN VAN HET STOKEN
Wanneer de laatste hoeveelheid is verkoold, zet dan de luchtregeling
in de stand die hoort bij de gloeifase (foto 5) en trek de gloeiende
kooltjes die aan de rand van het vuurbed liggen op het rooster tot
een compact geheel. Por de kooltjes nog een paar keer op totdat ze
1.
2.
3.
Содержание HETTA
Страница 11: ...11...
Страница 20: ...20 Tulikivi 1 Salla 0 5 1 2 15 20 4 10 25 2 1 3 1 2 4 2 3 1 2 3...