PowerSlide 23
NEDERL
ANDS
GEAVANCEERDE PROGRAMMERING
Standaard
FS
Failsafe:
Schakelt, geactiveerd, voor elke beweging van de poort een
werkingstest in van de fotocellen (§ -
, § ). Indien de test mislukt,
bestuurt de reductiemotor de beweging niet.
Y
= Geactiveerd;
no
= Uitgesloten.
no
SA
Safe:
Schakelt, geactiveerd en wanneer
FS
=
Y
, voor elke beweging
van de poort een werkingstest in van de beveiligingen die op de
aansluitklem EDGE zijn aangesloten (§ -
).
Y
= Geactiveerd;
no
= Uitgesloten.
no
PF
Voorknippering:
Stelt, geactiveerd, een voorknippering van 5 s in op de uitgang LAMP
(§ -
).
no
= uitgesloten;
oP
= uitsluitend voor het openen;
CL
= uitsluitend voor het sluiten;
OC
= voor elke beweging.
no
SP
W.L.:
(
§ -
)
L
i
De maximale belasting van de uitgang niet over-
schrijden (24 V
"
- 3 W). Gebruik, wanneer nodig,
een relais en een externe voedingsbron.
00
=
standaard verklikker
(geactiveerd tijdens het openen,
open en open in pauze geplaatst; zwaailicht tijdens het sluiten;
gedeactiveerd bij gesloten poort).
01
tot
4.1
=
getimede uitgang
. Bijv.: voetverlichting. De tijd kan
worden ingesteld van
0
tot
59
, met stappen van 1 s; vervolgens
van
1.0
tot
4.1
met stappen van 10 s.
E1
= bediening
elektroslot
voor de openingsbeweging.
E2
= bediening
elektroslot
voor de openings- en sluitbewe-
gingen.
E3
= stoplichtfunctie: de uitgang is geactiveerd bij open en open
in pauze geplaatste poort; 3 s voor het begin van de sluitbeweging
wordt de uitgang gedeactiveerd, gedurende deze tijd wordt een
voorknippering op de LAMP-uitgang geactiveerd (§ -
); gedeac-
tiveerd tijdens het sluiten en bij gesloten poort.
E4
= stoplichtfunctie: de uitgang is uitsluitend in de gesloten
status geactiveerd.
00
Ph
Logica fotocellen sluiting:
Stelt de ingreep van de fotocellen tijdens het sluiten in (FSW CL).
Y
= Stop en omkering tijdens het openen wanneer de fotocel
vrij komt;
no
= Onmiddellijke omkering tijdens het openen.
no
oP
Logica fotocellen opening:
Stelt de ingreep van de fotocellen tijdens het openen in (FSW OP).
Y
= Onmiddellijke omkering tijdens sluiten;
no
= Stop en omkering wanneer de fotocel vrij komt.
no
EC
Encoder:
De encoder werkt als een afknelbeveiliging: de beweging van de
poort wordt 2s omgekeerd als de poort tegen een obstakel stoot.
De beweging wordt gestopt als tijdens de 2s lange omkering een
ander obstakel waargenomen wordt (
St
=
02
). De gevoeligheid
van de afknelbeveiliging moet worden geregeld tussen
01
(maxi-
male gevoeligheid) en
99
(minimale gevoeligheid).
00
= Encoder niet aanwezig of uitgesloten;
01
-
99
= Encoder geactiveerd en regeling van de gevoeligheid.
De encoder regelt tevens de afremmingen en de gedeeltelijke
opening.
00
GEAVANCEERDE PROGRAMMERING
Standaard
rP
Afremming voor de eindschakelaar:
Stelt de afremming van de poort in voordat de eindschakelaars
openen en sluiten geactiveerd worden. De tijd kan worden inge-
steld van
00
tot
99
, met stappen van 0,1s.
Als de encoder aanwezig is, wordt de afremming niet door de tijd
maar door het toerental van de motor bepaald, waardoor een
grotere nauwkeurigheid wordt verkregen.
00
= Afremming uitgesloten;
01
-
99
= Afremming geactiveerd.
10
rA
Afremming na eindschakelaar:
Stelt de afremming van de poort nadat de eindschakelaars openen
en sluiten geactiveerd zijn. De tijd kan worden ingesteld van
00
tot
20
, met stappen van 0,1s.
Als de encoder aanwezig is, wordt de afremming niet door de tijd
maar door het toerental van de motor bepaald, waardoor een
grotere nauwkeurigheid wordt verkregen.
00
= Afremming uitgesloten;
01
-
20
= Afremming geactiveerd.
05
PO
Gedeeltelijke opening:
Stelt de mate in waarin de poort gedeeltelijk geopend wordt (OPEN
B). Kan worden ingesteld van
01
tot
20
.
Als de encoder aanwezig is, wordt de gedeeltelijke opening
door het toerental van de motor bepaald, waardoor een grotere
nauwkeurigheid wordt verkregen.
05
t
Time-out tijd:
Stel een waarde van 5 of 10 s hoger dan de tijd in die de poort nodig
heeft om van de ene naar de andere eindschakelaar te bewegen.
Op deze manier wordt voorkomen dat de motor bij een defect van
de eindschakelaars oververhit raakt.
Kan worden ingesteld van
0
tot
59
met stappen van 1 s. De
weergave hieronder wijzigt in minuten en tienden seconden
gescheiden door een punt met stappen van 10 seconden, tot
maximaal
4.1
.
BIJV.:
2.5
=2 min en 50 s.
L
i
De ingestelde waarde komt niet exact overeen met
de maximale werktijd van de motor, aangezien
de werktijd naar aanleiding van de afremruimte
gewijzigd wordt.
2.0
AS
Assistentie-aanvraag:
Wanneer geactiveerd wordt bij elke OPEN-impuls op de uitgang
LAMP aan het einde van het aftellen van de volgende functie
(“Programmering cycli”) een voorknippering van 2 s verricht (§ -
)
naast de voorknippering die in de functie
PF
is ingesteld. Dit is
nuttig als geprogrammeerd onderhoud moet worden ingesteld.
Y
= Geactiveerd;
no
= Uitgesloten.
no
nc
Programmering cycli:
Deze functie wordt gecombineerd met de vorige functie (“Assisten-
tie-aanvraag”). Kan gebruikt worden om de werkingscycli van de
reductiemotor af te stellen. Kan worden ingesteld in duizendtallen
van
00
tot
99
duizend cycli.
00
St
Status van de poort:
Afsluiting van de programmering en weergave van de status
(§ -
).
Содержание POWERSLIDE
Страница 1: ...POWERSLIDE GEBRAUCHSANLEITUNG D 913002 26 6 50 01 2018...
Страница 2: ......
Страница 31: ...POWERSLIDE INSTRUCTION MANUAL GB...
Страница 32: ......
Страница 61: ...POWERSLIDE GEBRUIKSAANWIJZING NL...
Страница 62: ......
Страница 91: ...PowerSlide 31...