Tormatic POWERSLIDE, Инструкция по эксплуатации

Страница: 79 / 92

PowerSlide 19
NEDERL
ANDS
1
2
5
4
3
1
2
5 7
 3 2  3 3
6 11
3 4 5 6 7 11
1
2
5
4
3
1
2
1
2
5
4
3
1
2
4
7
9
11
9
11
9
7
9
RX
RX TX
TX
1
2
5
4
3
1
2
1
2
5
4
3
1
2
3
7
9
11
9
11
9
7
9
 3 4
RX
RX TX
TX
5
4
3
1
2
1
2
3
9
7
9
11
RX TX
5
4
3
1
2
1
2
4
9
7
9
11
 3 5
RX TX
 3 6  3 7
 3 8
3 4
7
9
11
9
 3 9
RX TX
6.2 FOTOCELLEN EN BEVEILIGINGEN
L i
De maximum stroomopname van de aansluitklem 11 bedraagt 100 mA.
Vervang deze bij een grotere stroomopname door de aansluitklemmen
7-8: in geval van een hoger stroomverbruik vervangen met een nega-
tieve pool voor accessoires en in de Geavanceerde Programmering de
functies
Fs
en
SA
niet activeren.
De contacten die in deze paragraaf beschreven worden, zijn verbreek-
contacten.
STOP
 3 2
- Blokkeert, geactiveerd, de werking van de reductiemotor.
Als meerdere contacten gebruikt worden, moeten ze in serie worden
aangesloten (
 3 0
) . Verbind de aansluitklemmen 5 en 7-8 met een
geleiderbrug als geen enkel contact gebruikt wordt.
EDGE
 3 3
- Draait, geactiveerd, de beweging 2s om en blokkeert de wer-
king van de reductiemotor. Wordt doorgaans gebruikt om contactran-
den aan te sluiten. Als meerdere contacten gebruikt worden, moeten
ze in serie worden aangesloten (
 3 0
) . Verbind de aansluitklemmen
6 en 11 met een geleiderbrug als geen enkel contact gebruikt wordt.
FOTOCELLEN OPENEN (FSW OP)
 3 4
- Grijpen, geactiveerd, in tijdens het openen van de poort;
de gevolgen worden bepaald door een functie in de Geavanceerde
Programmering ( § - -
oP
). Als meerdere contacten gebruikt worden,
moeten ze in serie worden aangesloten (
 3 6
). Verbind de aansl-
uitklemmen 3 en 11 met een geleiderbrug als geen enkele fotocel
gebruikt wordt.
FOTOCELLEN SLUITEN (FSW CL)
 3 5
- Grijpen, geactiveerd, in tijdens het sluiten van de poort; de
gevolgen worden bepaald door een functie in de Geavanceerde
Programmering ( § - -
Ph
). Als meerdere contacten gebruikt worden,
moeten ze in serie worden aangesloten (
 3 7
). Verbind de aansl-
uitklemmen 4 en 11 met een geleiderbrug als geen enkele fotocel
gebruikt wordt.
FOTOCELLEN OPENEN EN SLUITEN
In
 3 8
wordt een voorbeeld getoond van een paar fotocellen
tijdens opening en sluiting. De gevolgen van hun activering worden
beschreven in § .
GEEN ENKEL BEVEILIGINGSCONTACT
Verbind de aansluitklemmen met een geleiderbrug volgens
 3 9
als geen enkel beveiligingscontact gebruikt wordt.