94
Wanneer de stuurknuppel zich aan de bovenste aanslag bevindt, is het maximum propellertoerental bereikt. Beweeg
daarna de stuurknuppel opnieuw in de onderste stand tot de propeller niet meer draait (motor uit).
Afbeelding 17
Voer een korte motortest door en controleer daarbij de omwenteling van de propeller.
Koppel daarna de vliegaccu los van het model en schakel de zender uit.
f) Instellen van de roeruitslagen
Bij een correcte bouwuitvoering en zenderinstelling moeten de roeren de volgende uitslagwaarden uitwijzen.
Rolroer
12 mm naar boven
12 mm naar beneden
Hoogteroer
10 mm naar boven
10 mm naar beneden
Richtingsroer
15 mm naar links
15 mm naar rechts
Let op!
De aangegeven waarden geven de roeruitslagen aan die voor de eerste vluchten moeten worden gekozen.
Naargelang uw persoonlijke stuurgewoonte kunt u de uitslagen na een gewenningsfase individueel aan
-
passen.
Wanneer de besturingsstang aan de servo verder naar binnen wordt gehangen, vermindert de roerweg
weliswaar, maar verhoogt het koppel dat op de roeren wordt uitgeoefend. Als de stang op de servo verder
naar binnen wordt gehangen, vergroot de roerweg, maar wordt het koppel kleiner.
Als de besturingsstangen bij de roerhendels verder naar binnen of buiten worden gehangen, gedraagt de
weg-/vermogensverhouding zich precies omgekeerd!
Verdere instelmogelijkheden voor de roeruitslagen kunnen indien nodig uit de gebruiksaanwijzing van de
afstandsbediening worden genomen.