90
9. Ingebruikname van het model
a) Ingebruikneming van de afstandsbediening
In de gebruiksaanwijzing van het modelvliegtuig worden in de afbeelding over de afstandsbediening alleen de
stuurelementen weergegeven en dienen zo alleen ter illustratie. De werking van de afstandsbediening wordt in de
afzonderlijk meegeleverde gebruiksaanwijzing verklaard.
b) Opladen van de vliegaccu
Laad de vliegaccu op in overeenstemming met de instructies van het gebruikte laadapparaat. Let op de veiligheidsin-
structies uit deze gebruiksaanwijzing en deze in de gebruiksaanwijzing van het laadapparaat.
c) Plaatsen en aansluiten van de vliegaccu
In afbeelding 8 ziet u de positie van de aandrijfmotor (1),
vliegregelaar (2), hoogte- en richtingsroerservo (3), vlieg-
accu (4), aansluitkabels van de rolroerservo’s (5), stekker-
systeem van de accu / vliegregelaar (6) en de zijdelingse
montageplaats van de ontvanger (7) in de romp.
De vliegaccu wordt na het afnemen van de cabinekap voor
in de romp geschoven en rond de vleugel met klittenband
bevestigd.
De exacte positie van de accu wordt door het zwaartepunt
bepaald.
d) Instellen van het zwaartepunt
Het model moet door een geschikte opstelling van de
vliegaccu (en indien nodig door het toevoegen van lood)
zo worden ingesteld, dat het zwaartepunt zich ca. 46 mm
(+/- 3 mm) achter de neuslijst van de vleugel bevindt.
Markeer hiertoe aan de onderkant van de vleugels met
een stift de overeenkomstige posities van het zwaarte-
punt. Ondersteun vanaf de onderkant het in elkaar gezette
vliegklare model op de meetpunten met de wijsvingers
van uw linker- en rechterhand (of een overeenkomstige
voorziening).
Bij een correct zwaartepunt dient het model een licht naar
voren gebogen positie aan te nemen.
Afbeelding 8
Afbeelding 9