123
10. Ingebruikname
PITCH-BEND-toetsen
• Houd de betreffende PITCH-BEND-toets +/- (22 resp. 23) tijdens het afspelen ingedrukt om de snelheid te
wijzigen.
De toets PITCH BEND- (22) verlaagt de snelheid.
De toets PITCH BEND+ (23) verhoogt de snelheid.
• In welke mate de afspeelsnelheid wordt veranderd, is afhankelijk van hoe lang de betreffende PITCH-toets
ingedrukt wordt.
• Na het loslaten van de toets keert de weergave terug naar de originele snelheid resp. de snelheid die door de
PITCH-schuifregelaar (17) is bepaald.
p) Scratchfunctie cd/USB
• Druk op de toets PITCH BEND / SEARCH / SCRATCH (11) tot de toets knippert.
• Wanneer u nu het touch-wiel (12) tijdens het afspelen aanraakt, wordt het afspelen gestopt.
• Wanneer u het touch-wiel (12) beweegt kunt u zoals bij een platenspeler scratchen. Daarmee bedoelt men het
ritmisch heen en weer bewegen van een langspeelplaat op een platenspeler wanneer de naald zich op de plaat
bevindt.
• Laat het touch-wiel (12) opnieuw los om het normale afspelen verder te zetten.
q) DSP-effecten USB/SD
BRAKE-effect
• Druk op de toets DSP BRAKE (9) om dit effect te activeren.
• Wanneer het effect is ingeschakeld, licht de toets DSP BRAKE (9) op.
• Wanneer het afspelen wordt gestart of gestopt, gebeurt dit niet plots, maar met een vertraging.
• Dit effect is gelijkaardig aan de draaitafel van een platenspeler die wordt afgeremd of langzaam op snelheid komt.
REVERSE-effect
• Druk op de toets DSP REVERSE (10) om dit effect te activeren.
• Wanneer het effect is ingeschakeld, licht de toets DSP REVERSE (10) op.
• Bij een geactiveerd effect gebeurt het afspelen achterwaarts.