118
10. Ingebruikname
d) Volumeregeling
• Draai het volume op de aangesloten versterker naar het minimum.
• Draai de regelaars MASTER VOL (35) en GAIN (36) naar het minimum.
• Schuif ook de schuifknoppen CH1/CH2 (42) naar het minimum.
• Selecteer zoals hierboven beschreven de gewenste weergavebron.
• Start de geluidsweergave. Als op de weergavebron een volumeregeling aanwezig is, stelt u hier ca. 75% van het
maximale volume in.
• Schuif de betreffende schuifkop CH1/CH2 (42) helemaal naar boven.
• Draai de regelaar MASTER VOL (35) naar het maximum.
• Met de regelaar GAIN (36) kunt u het signaalniveau instellen. Het signaalniveau kan aan de LED-
uitsturingsindicatorlampjes (34) worden afgelezen. Het 0 dB-niveau mag niet worden overschreden.
• Stel nu met de volumeregeling op de versterker het gewenste maximale volume in. Hierbij mogen geen
vervormingen ontstaan.
• Met de regelaars HIGH (37), MID (38) en LOW (39) kunt u de klankkleur van de weergave aanpassen.
• Herhaal de instelling voor de andere mengpaneelkanalen. De kanalen dienen ongeveer hetzelfde volume te
hebben, zodat bij het faden tussen de kanalen geen grote volumeverschillen optreden en u het uitgangssignaal
niet hoeft bij te stellen.
• Stel na deze instelling het gewenste weergavevolume alleen nog maar met de regelaar MASTER VOL (35) in.
Let op dat de aangesloten luidsprekers en de versterker niet worden overbelast. De
geluidsweergave mag in ieder geval niet vervormd zijn.
Indien de muzieksignalen vervormd klinken, hoewel het volume op de versterker niet te hoog
is ingesteld en het DJ-station juist is ingesteld, moet het direct worden uitgeschakeld en de
aansluiting worden gecontroleerd. Als de aansluiting van het apparaat in orde is, dient u een
vakman te raadplegen.