31
5c
>20°
> 1 m
0,5 m
0,5 m
•
Dakhellingen ≤ 20° dienen als horizontale plafonds te
worden behandeld. (zie
4.3.3. Standaardruimtes
)
4.3.6 Verhogingen en galerijen
Als een ruimte verschillende hoogten heeft, bijv. door
een verhoging of een galerij, dan is daaronder een extra
rookmelder noodzakelijk als:
•
het oppervlak onder de onderverdeling (verhoging,
galerij, etc.) groter dan 16 m² is
•
en de lengte en breedte meer dan 2 m bedragen.
4.3.7 Ruimtes met steun- of draagbalken
Voor ruimtes met balken of andere dragende elementen
moeten, al naar gelang de afmeting, de volgende richtlij-
nen in acht worden genomen:
Steun- of draagbalken < 0,2 m:
Als de steun- of draagbalken niet hoger dan 0,2 m zijn, dan
zijn deze niet relevant en dienen ze als onderdeel van het
plafond te worden gezien. De rookmelder kan op een plafond-
veld of direct op de steun- of draagbalk worden geïnstalleerd.
6a
max. 0,2 m
Steun- of draagbalken > 0,2 m en oppervlak per
plafondveld > 36 m²:
Indien de steun- of draagbalken hoger dan 0,2 m zijn en
het oppervlak van de afzonderlijke plafondvelden telkens
groter dan 36 m² is, dan dient er één rookmelder per
plafondveld te worden geïnstalleerd.
6b
> 0,2 m
> 36 m
2
> 36 m
2
Steun- of draagbalken > 0,2 m en oppervlak per
plafondveld < 36 m²:
Als de steun- of draagbalken hoger dan 0,2 m zijn en het op-
pervlak van de afzonderlijke plafondvelden telkens kleiner dan
36 m² is, dan zijn deze balken niet relevant en dienen ze als
onderdeel van het plafond te worden gezien. De rookmelder
kan op een plafondveld of direct op de steun- of draagbalk
worden geïnstalleerd.
6c
> 0,2 m
< 36 m
2
< 36 m
2
Aanwijzing
•
Let erop dat de te installeren rookmelder(s) zo veel
mogelijk in het midden van het betreffende oppervlak
(gehele plafond/plafondveld) word(en) gemonteerd.
•
Let er tevens op dat voor een oppervlak van max.
60 m² steeds één rookmelder nodig is.
4.4 Montage van de basisplaat
•
Houd de basisplaat van de rookmelder tegen de beoogde
montageplaats – de beide bevestigingsgaten dienen als
sjabloon voor het aftekenen van de boorgaten.
Waarschuwing
Controleer vóór het boren en de montage of er zich achter
de montageplaats in de wand geen elektrische leidingen
of water-, gas- of andere leidingen bevinden.
•
In een houten plafond of balk boort u met een 2,5 mm
boortje ca. 20 mm diep. Gebruik de meegeleverde
schroeven zonder pluggen.
•
Bij beton of muren gebruikt u max. een 5 mm boortje
(meegeleverde pluggen vooraf meten) en boort u ca. 25-
30 mm diep om de pluggen te kunnen plaatsen.
•
Plaats de pluggen in de boorgaten (beton of muurwerk).
•
Bevestig de basisplaat van de rookmelder met de meege-
leverde schroeven.