28
•
In gebouwen met meerdere wooneenheden dient het
installeren van rookmelders in iedere wooneenheid apart
te worden uitgevoerd, alsmede in de gemeenschappelijke
gangen en trappenhuizen.
•
Voor een optimale beveiliging installeert u rookmelders in
alle ruimtes, gangen, kelders, opslagruimtes, etc. - raad-
pleeg tevens
4.3.1. Niet toegestane montageplaatsen
alsmede
4.3.2. Montageplaatsen met beperkingen
.
•
Voor de minimale beveiliging in huizen met open ver-
bindingen tussen de etages (bijv. een open trappenhuis)
wordt geadviseerd een rookmelder in de bovenste
verdieping te installeren. (1b)
1b
Rookmelders voor minimale beveiliging
Rookmelders voor optimale beveiliging
Montageplaatsen met beperkingen
Slaap-
kamer
Kinder-
kamer
Gang
Woon-
kamer
Keuken
Kelder
Werkplaats
•
Voor de minimale beveiliging in huizen met niet-open
verbindingen tussen de etages (bijv. een trappenhuis
met deuren tussen de etages) wordt geadviseerd een
rookmelder op het bovenste niveau van iedere verdieping
te installeren. (1c)
1c
Rookmelders voor minimale beveiliging
Rookmelders voor optimale beveiliging
Montageplaatsen met beperkingen
Slaap-
kamer
Kinder-
kamer
Gang
Woon-
kamer
Keuken
Kelder
Werkplaats
Aanwijzing
Het alarmsignaal van de rookmelder is normaliter luid
genoeg om personen te waarschuwen. Er kunnen
zich echter situaties voordoen waarin personen het
alarmsignaal niet kunnen horen (bijv. hoge afscherming
tegen lawaai, personen met een zeer diepe slaap en/of
een gehoorbeperking, personen onder invloed van drugs
of alcohol, etc.). Als u het vermoeden heeft dat dit op
personen in uw omgeving van toepassing is, dan dient u
extra speciale rookmelders te installeren.
4.2 Redenen voor valse alarmmeldingen
In sommige ruimtes en omgevingen kunnen op grond
van hun gangbare gebruik valse alarmmeldingen worden
veroorzaakt. Daaronder vallen storende factoren zoals bijv.
•
water-, kook- en overige dampen/stoom
•
lassen, solderen, doorslijpen of -snijden en overige
werkzaamheden waar hitte vrijkomt
•
zaag- en slijp/schuurwerkzaamheden met stofontwikkeling
•
bouwwerkzaamheden/reinigingswerkzaamheden met
stofontwikkeling
•
sterke elektromagnetische invloeden
•
sterke temperatuurschommelingen die tot het condenseren
van de luchtvochtigheid in de rookmelder kunnen leiden
•
etc.
Treden deze storende factoren slechts tijdelijk – zoals
bijv. bij een renovatie – op, dek dan de rookmelder af of
verwijder deze gedurende de betreffende periode (zie de
hieronder vermelde waarschuwing).
Als deze valse alarmmeldingen vaker voorkomen door der-
gelijke oorzaken, bijv. in de keuken, past u dan eventueel
de installatie van de rookmelder aan.
Waarschuwing – renovatiewerkzaamheden, werk-
zaamheden in de omgeving van de rookmelder
•
Demonteer de rookmelder (zie
7.5 Demontage van
de rookmelder
) of dek de melder stofvrij af voordat
u met de renovatiewerkzaamheden begint.
•
Berg de rookmelder gedurende de werkzaamheden
op een veilige en stofvrije plaats op.
•
Let erop dat er geen verf op de rookmelder terecht-
komt en dat er geen resten van plakband op de
behuizing achterblijven.
•
Stof, verf, plakband of overige vervuiling kunnen de
gevoeligheid van de rookmelder negatief beïnvloeden
en deze mogelijk volledig ineffectief maken.
•
Monteer alle correct functionerende rookmelders weer
op hun montageplaatsen en vervang niet meer correct
functionerende rookmelders door nieuwe exemplaren.
•
Controleer alle rookmelders na de montage op de
goede werking zoals onder
7.1. Test
is beschreven.
4.3 Montageplaatsen en de optimale plaats van de
rookmelder
Aanwijzing
De vermelde montageplaatsen alsmede afgebeelde posi-
ties zijn slechts voorbeelden op basis van gemiddelde
woningen en huizen en dienen slechts als aanwijzing.